Foto 4 Modieus blauw geschilderd huisje met luifel. in de vorm van een soort ruimtecapsule, die is opgebouwd uit stukjes wasmachine en sloop hout. De bewoners experimenteren soms in het gebruik van vrolijke, soms ongebruikelijke, kleurencombinaties. Het is lang niet altijd meer bruin en donkergroen: Je ziet frisse, gele huisjes met steenrode banden of grijs in combinatie met oranje. Vaak zijn het mooie combinaties. Het huisje van Henriëtte aan de hoofdlaan is een juweeltje. Het is ruim vijftig jaar oud. Met een pannendak en binnen gebrandschilderde ramen. Het herbergt een bonte collectie kof fiepotten. Monumentwaardig? Het aardige van tuinhuisjes is, dat de bouw ervan niet gebukt gaat onder allerlei 'ontmoe digende' voorschriften van welstandstoezicht. Natuurlijk zijn heemschutters in het algemeen te porren voor welstandszorg, maar die kan ook demotiveren. Architect Carel Weber, die het tot Rijksbouwmeester bracht, heeft wel eens met jaloezie gewezen op de grote vrijheid, waarmee op volkstuinparken gebouwd mag worden. Eigenlijk zou je dat ook moeten hebben in onze woonwijken, zei hij gekscherend en op het gevaar af van Belgische toestanden met een uit de hand gelopen vrijheid van vormgeving, waarbij je de meest bizarre stijlverschillen ziet binnen een straat of buurt. Geen welstandstoezicht Inderdaad is er een grote mate van vrijheid bij volkstuinhuisjes, al is er een zeker toezicht door het volkstuinbestuur. Voor de bouw of verbouwing van een huisje heb je toestem ming van het bestuur nodig. Het toezicht is vaak niet al te streng waar het de vormgeving of kleurstelling betreft, getuige de rijkdom aan variatie binnen een tuinenpark. Wel houdt een bestuur in de gaten of er voldoende onderhoud wordt gepleegd. En het let op de omvang van een huisje. Zo mocht imker Piet Sagel van Klein Dantzig zijn huisje niet van een luifel voorzien omdat die kennelijk, anders dan een pergola, wel meetelt qua oppervlak. Jammer, want de luifel zou het curieuze ontwerp met het schuine dak op schuine zijgevels evenwichtiger gemaakt hebben. Het leuke op het 87 jaar oude volkstuinpark is overigens, dat de vrij strakke indeling van het park een tegenwicht biedt aan de grote variatie in tuinen en architectuur. De entree van het park voert rechtstreeks naar een kaarsrechte gracht met groene borders met wilgen en met volkstuintjes aan de grintpaden erlangs en verderop in de tuin het tuinhuisje. De hoofdlaan vertakt zich links en rechts in zijpaden met ook weer tuinen en huisjes haaks Bedreigd Veel volkstuinparken worden tegen woordig bedreigd. Ze liggen vaak in de buurt van spoorlijnen en stadsbesturen willen daar graag verdichten en nieuw bouw plegen, terwijl de NS tuintjes langs het spoor tegenwoordig gevaarlijk vindt. Het wordt tijd, dat stadsbestuurders het grote belang inzien van de volks tuincomplexen, waarvan er alleen in Amsterdam al meer dan twintig zijn. Ze vormen groene longen in de stad. Ze zijn openbaar toegankelijk en elke stadsbe woner kan ervan genieten. Er heerst een serene rust in deze groene stadsoasen. Hou de volkstuinparken in de gaten! op de laan. Alle tuinen worden afgebakend met hetzelfde soort heggetje, de potentiMa, waarvan de bloemetjes 's zomers prachtig geel kleuren. Dat geeft eenheid en harmonie aan zo'n park. Eenheid in grote verscheidenheid. drs. J. Kamerling is journalist cultureel erf goed te Amsterdam en lid van de Commissie Amsterdam van Heemschut. oktober 2007 Heemschut 29

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2007 | | pagina 31