Conclusie conclusies van de begeleidingscommissie betrof de essentie van het architectonische beeld van de achthoekige zaal. Deze wordt in de realiteit, maar ook in trompe l'oeil, overkapt door een geschilderd houten gewelf (zie foto omslag Heemschut). Het gewelf heeft acht in trompe l'oeil geschil derde segmenten: we zien balustrades met daaroverheen leunende toeschouwers die kijken naar wat er gebeurt in de zaal. Zij staan in tegenlicht door de ook weer in trompe l'oeil geschilderde lage openingen die uitzicht geven op de hemel. De drie erkers met hun tongewelven kijken uit op het water van de omliggende gracht. De ter weerszijden aangebrachte zeegezichten met schepen waarover Maerten en Cornelis het commando voerden varen langs, als het ware half bedekt door de vensterstijlen en muren van het echte gebouw. De schilderingen op de halfronde bogen onder het tongewelf tonen allegorische figuren tegen een blauwe hemel. De tongewelven zelf waren ook blauw geschil derd, waardoor zij participeren in de weergave van een bewolkte hemel. (afb. 5 en foto in Heemschut juni 2007 p 23 boven). Met de resultaten van de kleurverkenning kan men het concept van de zaal zuiver formu leren als een 'houten koepelgebouw met balkons en openingen naar buiten.' De houten gewelfribben worden eenvoudig voortgezet door acht houten pilasters. De marmering van de pilasters is dus in tegenspraak met het con cept van houten gebouw. De bruine overschil dering weerspreekt het blauw van de hemel. De gele vernislagen in het gewelf verdoezelen het licht van de acht open ramen en verminderen daardoor het oorspronkelijke effect van tegen licht waartegen de toeschouwers opgesteld staan. Het immense belang van Trompenburg ligt enerzijds in de ongeschonden architectuur en anderzijds in de eveneens ongeschonden eenheid tussen in- en exterieur. Zeer zeldzaam voorkomend is dat de aangetroffen schilde ringen alle uit de bouwperiode stammen, kwali tatief hoogwaardig en nog compleet aanwezig zijn. Het uitgebreide vooronderzoek toont aan dat de nog uit te voeren restauratie van koe pelschilderingen en houtwerk in deTrompzaal van groot kunsthistorisch belang en noodzaak is, evenals het vrijleggen van de schilderingen in het Corps de Logis. De Rijksgebouwendienst heeft, ook internatio naal gezien, een voorbeeldige directie gevoerd en verdient alle credits daarvoor! Drs. H. Bollcbakkcr is gastdocent aan de UVA en senior adviseur verbonden aan de Kring van Monumenten Adviseurs (KvMA). Literatuur Ft noten oktober 2007 Heemschut 15 Foto 4 Fragment naar zuid, met op de achtergrond Foto 5 Aansluitend fragment op foto 4. trompe l'oeil geschilderde opening naar de hemel. Nog niet gerestaureerd. Foto Marco de Nood. Foto Marco de Nood. Bollebakker, H; Trompenburg goaf gerestaureerd. In: Heemschut jrg. 84/3, juni 2007 pp 21-25. ICN; Kleurhistoriseh onderzoek naar de afwerklagen van het exterieur en het interieur van het landhuis Trompenburg te 's-Graveland. April 2003. p 4. Jongsma, R.D.E; Inventariserend kleurenonderzoek Trompenburg. Amsterdam april 2001. Ibid Kleurenonderzoek Corps de Logis. Amsterdam oktober 2002. Ibid. Restauratie vaste schilderingen Corps de Logis Trompenburg. 2005. Kuyper, W; Dutch Classicist Architecture. Delft 1980. pp 97-99, 217, 218. Afb: pp 458, 459. Olde Meierink, B; Trompenburg 's-Graveland. VROM/Rijksgebouwendienst 2006. p. 5. Prud'homme van Reine, R.B.; Schittering en schandaal. Amsterdam 2001. pp 101, 102, 196, 216. Steenmeijer, G.H.P. Tot cieraet ende aensien deser stede: Arent van 's-Gravesande (ca 1610-1662) architect en ingenieur. Leiden 2005 (academisch proefschrift) Terwen, J.J. Ft Ottenheym, K.A; Pieter Post (1608-1669). Zutphen 1999. pp 69 ev, koepel oranjezaal.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2007 | | pagina 17