Exterieur afgerond, interieurschilderingen moeten nog
DE RIJKSGEBOUWENDIENST weet dat als
geen ander en heeft het zo noodzakelijke
onderzoek laten verrichten. Cornelis Tromp
(1629-1691), zoon van Maarten Harpertsz.
herbouwt het in het Rampjaar 1672 verwoeste
buitenhuis dat hier eerder stond, en geeft
het de naam Sylisburg. De naam Trompen
burg ontstond eerst in de 18e eeuw. De hier
weergegeven geschiedenis is ontleend aan het
onderzoek en publicatie van drs. B. Olde Mei
erink. [Trompenburg, 's-Graveland, beknopte
Geschiedenis. Ministerie van VROM/Rijksgebou-
wendienst 's-Gravenhage 2006.] Olde Meierink
dateert de herbouw van het casco op 1678.
Onderhuis
Het pand heeft een stenen onderbouw en
een bovenbouw bestaande uit stenen met
houten stijl- en regelwerk, waarop een houten
bekleding is aangebracht. Gedeeltelijk is het
opgetrokken op de fundering van het eerdere
buitenhuis dat aan Cornelis' echtgenote Mar-
garetha van Raephorst toebehoorde en door de
Fransen onder generaal Luxembourg in 1672/73
werd verwoest.
Het bestaat uit een nagenoeg vierkant Corps de
Logis met op het dak een belvédère, dat met de
koepelzaal is verbonden door een tussengele-
ding. Op de bel-etage bevinden zich de repre
sentatieve vertrekken. Bewoning vond vooral
plaats in het onderhuis, zowel door Cornelis als
door het dienstpersoneel.
Wijzigingen
In de periode 1771 tot 1808 wordt de ophaal
brug vervangen door een dam, komt er een
nieuwe parkaanleg en de uit de bouwperiode
stammende vensters met vast bovenvenster
worden vervangen door sehuifvensters. In de
periode 1758-1824 zijn de sehuifvensters met
18e eeuwse roedeverdeling in de koepelzaal
vervangen door empire.
In 1863 wordt het stukadoorswerk in de traphal
en gangen goeddeels vernieuwd. In 1874 wordt
de gracht (oostzijde) gedempt en zijn de beide
vensters in de eetkamer vergroot tot één raam.
Onder architect Sturm van de Rijksgebouwen
dienst wordt in 1938 de houten buitenbekle
ding gedeeltelijk vernieuwd.
Architect J. Holstein vervangt in de jaren vijftig
de 19e eeuwse sehuifvensters door gerecon
strueerde draairamen. De houten vloer van de
koepelzaal maakt plaats voor een marmeren
(1958). H. de Lussanet de Sablonière laat de
in 1874 gedempte gracht weer uitgraven en
reconstrueert en verkort de loopdam uit eirea
1800. In 1984 vindt herstel van de fundering
plaats en volgt restauratie aan het houtwerk in
de muurconstructie van de koepelzaal.
In 2001 tot slot vangt de zojuist gereed
gekomen restauratie aan.
Restauratievisie
Hieronder wordt de visie van architect Hans
Vlaardingerbroek voor wat betreft het exterieur
zoveel mogelijk integraal weergegeven,
[uit: Restauratie visie voor Trompenburg
dd 21 maart 200I].
Het ontstane beeld vóór de restauraties
was helder: een zeventiende-eeuws pand met
latere, veelal negentiende-eeuwse, wijzigingen.
Door de restauraties in de tweede helft van
de twintigste eeuw vertoont het exterieur een
beeld dat het 17e eeuws aspect benadert. De
uitwerking en de detaillering waren oorspron
kelijk echter vrijwel zeker anders. Zo zijn de
raamvormen, de brugaehtige dam bij de entree
en de marmeren vloer met gemarmerde pilas
ters alle ingrepen waarbij men zonder juiste
bouwhistorische onderbouwing heeft getracht
dit zeventiende-eeuwse beeld te benaderen. Als
gevolg hiervan is de uitgangssituatie thans: een
grotendeels negentiende-eeuwse tuinaanleg
met een in opzet zeventiende-eeuws huis dat
op onderdelen gewijzigd is. De bekleding van
het pand namelijk dateert waarschijnlijk uit het
derde kwart van de negentiende eeuw (1862)
[dit bleek achteraf onjuist: het zuidelijke deel
is naoorlogs, de overige zijden 17e eeuws.],
de raamvormen uit de tweede helft van de
twintigste eeuw. En sinds enige jaren zijn de
balustrades van de buitengewoon beeldbe
palende belvedère op het Corps-de-Logis om
technische redenen verwijderd. het zijn dus
de restauraties die de coherentie van het beeld
hebben verstoord. De vraag is daarom of het
huidige beeld leidend moet zijn bij de
22 Heemschut juni 2007
Trompenburg gaaf
gerestaureerd