Snuffelen
Bouwmeesters
met draaqv ak
Koerswijziging
48 Heemschut april 2007
Deze rubriek is vooral bedoeld om de
lezers van Heemschut te attenderen
op publicaties die hen wellicht
anders zouden ontgaan. Vandaar
dat in het vervolg niet alleen
aandacht zal worden gevraagd voor
boeken maar ook voor artikelen in
tijdschriften waarin onderwerpen
worden behandeld die met het
behoud van cultuurmonumenten te
maken hebben.
Kunstkrant (uitgave Rijksmuseum)
jaargang 32 (2006),
no. 6 (november-deeember), p. 14-17.
Het Rijksmuseum kreeg op 1 september
2006 de buitenplaats 'Trompenburg'
in 's-Graveland in bruikleen. Dit zeer
bijzondere monument zal gebruikt
worden voor 'kleine conferenties,
lezingen en openstellingen voor het
publiek'. Het huidige gebouw is een
stichting van de eigenzinnige, ijdele
maar ook dappere admiraal Cornelis
Tromp (1629-1691), zoon van een
andere zeeheld; Maerten Harperts-
zoon. In dit korte maar informatieve
artikel van Pauline Kintz wordt vooral
aandacht gevraagd voor de koepelzaal
die het middelpunt van het huis vormt
en onweerstaanbaar doet denken
aan de Oranjezaal in het Huis ten
Bosch. Zoals daar Frederik Hendrik
geëerd wordt gebeurt dat hier met de
admiraal, de flamboyante vechtjas die
- in tegenstelling tot zijn vader en vele
andere 17e-eeuwse vlootvoogden - in
zijn bed stief.
Philip Bosscher
In zijn artikel 'Het betwiste landschap
van de Haarlemmermeer' maakt Ed
Taverne, emeritus-hoogleraar aan de
Groninger universiteit, een vergelijking
tussen de planologische processen die
ten grondslag lagen aan de droogma
king van de Beemster, de Haarlemmer
meer en de IJsselmeerpolders. Mij trof
hoe, ondanks de evidente en tragische
fouten die bij de droogmaking van de
Haarlemmermeer begaan zijn, naar
Taverne aantoont geen sprake was van
'planologische zorgeloosheid'. Zo werd
bij voorbeeld de verkaveling in hoge
mate bepaald door de eisen die gesteld
werden door de militaire beveiliging
van Amsterdam. In de toenmalige
opvattingen het laatste reduit bij
de landsverdediging, vandaar ook
de latere aanleg van de Stelling van
Amsterdam. Duidelijk wordt hoe men
bij de aanleg van de IJsselmeerpolders
getracht heeft te leren van eerdere
ervaringen, ook en in het bijzonder bij
de inrichting van het landschap.
Philip Bosscher
Bouwmeesters met draagvlak
Architectenbureau Van Stigt
Eisse Kalk.
Amsterdam (Stichting Agora Europa)
2006, 192 p. ISBN 10 90811002 1 1
Vader en zoon Joop en André van Stigt
hebben een groot aantal projecten op
hun naam waarbij zij bouwwerken res
taureerden en in vele gevallen geschikt
maakten voor een ander gebruik dan
waarvoor deze oorspronkelijk werden
ontworpen - wat met een mijns
inziens lelijk woord vernieuwbouw
wordt genoemd. Dit met mooie foto's
geïllustreerde boek in kloek formaat
opent met twee inleidende essays
waaronder één van vakbroeder Wiek
Röling. Daarna volgt een overzicht van
de belangrijkste gebouwen waaraan
door vader en zoon nieuw leven werd
geschonken.
Twee belangrijke Amsterdamse kerken
werden door hen gerestaureerd en
behielden hun religieuze bestem
ming: de Westerkerk en de Oude
Kerk. Diverse andere werden geschikt
gemaakt voor andersoortig gebruik;
zoals de Oudezijds- of Sint-Olofskapel,
de 'Vondelkerk' en de 'Posthoorn'.
Andere spraakmakende Amsterdamse
projecten van Architectenbureau Van
Stigt zijn de renovatie van de Oranje-
Nassaukazerne, van de pakhuizen aan
het Entrepotdok en van het vroegere
Botanisch Laboratorium, thans Hugo
de Vriescentrum, bij de Hortus. Van
de door het Bureau gerenoveerde
gebouwen voor onderwijs en/of cul
tuur noem ik verder het Amsterdams
Lyceum, het in een aantal bijzon
dere grachtenhuizen, waaronder het
befaamde Huis Bartolotti, gevestigde
Theater Instituut Nederland, en het
vroegere koelhuis De Zwijger, thans
'cultuurfabriek'. Twee 'parels van
Amsterdam-Zuid' die een nieuw
gezicht kregen zijn het Olympisch
Stadion en de Apollohal.
Ook buiten Amsterdam vindt men
werk van het Bureau Van Stigt, als
voorbeelden noem ik de voormalige
Ripperdakazerne te Haarlem - nu
grotendeels opgedeeld in woon- en
bedrijfsruimten -, het 'derde' hoofd
gebouw van de NS te Utrecht, alias
'de inktpot', en het Rotterdamse
Groothandelsgebouw. Omdat tekst en
afbeeldingen goed bij elkaar aansluiten
en de spreekwoordelijke voetangels
en klemmen niet ontweken worden
krijgt men een duidelijke indruk zowel
van het werk van twee zeer getalen
teerde architecten als van de specifieke
problemen die zij bij de renovatie en
vooral de herinrichting van gebouwen
ontmoeten. In de twee essays aan het
slot wordt respectievelijk onder de titel
'de architect als bouwmeester' diens
sleutelrol in het proces van ontwerpen,
bouwen en organiseren gedefinieerd
en aangegeven waarom juist bij werk
als door vader en zoon Van Stigt geleid
'samenwerking tussen alle betrok
kenen' een grondvoorwaarde is voor
succes.
Philip Bosscher
Nieuw leven voor oude bollenschuren
Uitgave van Projectgroep Behoud en
Herbestemming Bollenschuren,
74 pagina's, 17,50. Verkrijgbaar bij
het museum De Zwarte Tulp in Lisse.
Ooit stonden er in de bollenstreek meer
dan duizend bollenschuren. Nu zijn er
nog maar zo'n vierhonderd over. Som
mige daarvan staan op de nominatie
gesloopt te worden. Een projectgroep
behoud en herbestemming bollen
schuren heeft zich ingezet voor dit zo
karakteristieke industrieel-cultureel
erfgoed voor de Duin- en Bollenstreek.
Het zijn gebouwen met een unieke
architectuur waarbij vorm en functie
samenvallen en waaruit bovendien
de periode van de bouw kan worden
afgelezen.
Om de ontwikkeling van de bollenteelt
vanaf het midden van de negentiende
eeuw tot in de jaren '60 van de twin
tigste eeuw zichtbaar te houden zijn na
een uitgebreide inventarisatie onge
veer negentig kenmerkende bollen
schuren aangewezen als 'De regionale
Collectie Bollenschuren'.
Dit boekje met een korte introductie
over de bollenteelt met hoofdtypen
bollenschuren, bestaat voor het
grootste deel uit gevarieerde voor
beelden van herbestemde schuren, met
hun geschiedenis en foto's van voor en
na de renovatie. Een bewijs dat wonen
en werken in een oude bollenschuur
kan. Bladerend in het boekje blijkt al
gauw dat de benaming 'schuur' erg
relatief is. Er zijn inderdaad houten
schuren, nu in gebruik als woonhuis,
maar ook 'bollenschuren' met twee
verdiepingen zelfs in Amsterdamse
school-stijl, en een 'schuur' herbe
stemd tot een groot appartementen
complex.
Bijdragen en Mededelingen
betreffende de geschiedenis
der Nederlanden, deel 121,
no. 4 (jaargang 2006), p. 711-726.
HHHHHHI
S-»■ -y - W