Gelderland Enschede: Textielfabriek Menko Foto Marcel Overbeek HEIM, industrieel erfgoed in een oude cen trale', is geschreven door een van de oprich ters, Helmich Kleerebezem. In meer dan 70 bladzijden wordt de start en de groei van het museum beschreven. Vanaf het initiatief van de Stichting Oald Hengel en de oprichting van de werkgroep Industriële Archeologie in 1981 tot het afscheid van de oude huisvesting in de elektrische centrale van de Heemaf in het voor jaar van 2006 passeren vele bijzonderheden de revue. Het boek geeft ook een goed inzicht in het industrieel erfgoed in de regio Hengelo. Het boek is voor 9,75 te koop bij de balie van het techniekmuseum. www.techniekmuseum.nl Twente: In het kader van het Project Industrieel Erfgoed Twente verschenen begin 2006 vier fiets- en wandelroutes langs het industrieel erfgoed van de textielindustrie in Hengelo en Enschede. Onlangs is een nieuwe route gepubli ceerd, die zich speciaal richt op kinderen. Onder de titel "De ring van de textielbaron" wordt het verhaal verteld van Mette, een meisje dat honderd jaar geleden leefde en Lex, een jongen van nu. Lex moet een werkstuk maken over de textielgeschiedenis en fietst hiervoor door Enschede. De kinderfietsroute is twaalf kilometer lang en duurt ca. drie uur. De route is geschreven voor kinderen van 8 tot en met 12 jaar. Onderweg voert de route langs overblijfselen van de textielindustrie, zoals fabrikantenvilla's, oude fabrieksgebouwen, fabriekswoonwijken en parken, gesticht door textielbaronnen. Tijdens de tocht kunnen de kinderen een aantal opdrachten uitvoeren. De opdrachten zijn heel gevarieerd, en bestaan onder meer uit het meten van de hoogte van een fabrieksschoor steen en het oplossen van een oude fotopuzzel. De erfgoedroute 'De ring van de textielbaron' is een initiatief van de Provincie Overijssel en het Gelders-Overijssels Bureau voor Toerisme. De fietsroutes zijn verkrijgbaar bij de VVV in Enschede en bij het Janninkmuseum aan de Haaksbergerstraat. Kosten: 4,95. Appeltern. Aan de Maasdijk bij Appeltern is het laatste overgebleven stoomgemaal te vinden in het Land van Maas en Waal: het gemaal De Tuut. De laatste jaren is het stoomgemaal met twee authentieke stoommachines uit 1917 geheel in de oorspronkelijke staat gerestau reerd. Dit project werd in vijftien jaar tijd gerealiseerd door het initiatief en de inzet van vrijwilligers van de monumentenstichting Baet en Borgh. Deze stichting zet zich in voor het behoud van monumenten in het Land van Maas en Waal. Als sluitstuk van de restauratie van het gemaal werd in juli 2006 het herstel voltooid van de uitwateringssluizen van het gemaal. Via dit sluizencomplex, bestaande uit een dub bele gemetselde sluis (de Noordersluis en de Zuidersluis), loosde het stoomgemaal vroeger het overtollige water uit de polder op de rivier de Maas. In zijn huidige vorm dateert de sluis uit 1830, maar oorspronkelijk lag op deze plaats al in de 14e eeuw een uitwateringssluis. De herstelwerkzaamheden werden uitgevoerd door het restauratiebedrijf Nico de Bont uit Vught. De werkzaamheden bestonden uit het verwij deren van de begroeiing, het herstel van het metselwerk en de hardstenen peilschalen en de conservering van de houten puntdeuren met het bijbehorende ijzerwerk. Ook werd een pad aangelegd om bezoekers de sluismonding van dichtbij te kunnen laten zien. Op 18 augustus werden de gerestaureerde sluizen officieel weer in gebruik gesteld door dijkgraaf Ir. G. Kok van het waterschap Rivie renland. In de Noordersluis werd een gedenk steen onthuld met het opschrift 'drooggemaakt en hersteld 2006'. De sluizen, het stoomgemaal en de voormalige dienstwoningen zijn in 1988 als een ensemble op de lijst van rijksmonumenten geplaatst. De voormalige machinistenwoning is in particulier bezit en valt buiten de beschermde status. In 2006 is ook de restauratie van dit pand voltooid. De totale kosten van de restauratie van het sluizencomplex bedroegen 624.000, waarvan het waterschap de helft voor zijn rekening nam. www.de-tuut.nl

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2007 | | pagina 28