Groningen Drenthe
Overijssel
Industrieel nieuws
Tinollinge. De oude voetgangersbrug over de
Rasquerdermaar bij Tinallinge in noord-west
Groningen blijft behouden. De eigenaar van de
brug, het waterschap Noorderzijlvest had bij de
gemeente Winsum een sloopaanvraag inge
diend voor de brug. Omdat de brug al in 2000
als rijksmonument is aangewezen, werd de
sloopaanvraag door de gemeente geweigerd.
De Paardentil is, zoals de naam al aangeeft een
voorbeeld van een typisch Groninger brug voor
het transport van vee (paarden, koeien) van het
ene weiland naar het andere. Dit type bruggen
is smal en hoog gebouwd. De brug bestaat uit
gemetselde zijwanden met troggewelven, de
overspanning bestaat uit een stalen ligger met
leuningen. De Paardentil bij het dorpje Tinal
linge, gebouwd in 1901 is een van de laatste
overgebleven Groninger veebruggen. Omwo
nenden van de brug hebben bij de gemeente
aan de bel getrokken, toen bekend werd dat
de brug in het voortbestaan werd bedreigd.
De in slechte staat verkerende brug zal nu in
opdracht van het waterschap in de oude staat
worden hersteld.
Meppel. Het terrein van de voormalige
gasfabriek aan het Vledder, in de binnenstad
krijgt een nieuwe bestemming. Een aantal
oude kantoorgebouwen is inmiddels gesloopt
waardoor ruimte ontstaat voor een nieuw
stedenbouwkundig plan. Volgens dit plan zullen
op het gasfabriekterrein en het aangrenzende
marktplein een nieuwe bioscoop, horecavoor-
zieningen en diverse culturele voorzieningen
worden gevestigd. Aan de Gasgracht staan
nog drie oude gebouwen van de voormalige
gasfabriek, die waarschijnlijk behouden zullen
blijven. Meest opvallend is het stokerijge
bouw, een tweelaags bakstenen pand uit ca.
1920, dat sinds de jaren zestig dienst deed als
brandweerkazerne. Naast dit pand staat een
oud neo-classistisch gebouwtje met rondboog
vensters, dat in 1840 als school werd gebouwd
en later bij de gasfabriek in gebruik kwam als
bergplaats voor steenkool. Ter plaatse staat dit
gebouw bekend als de 'Hummelschool.' Tussen
deze panden staat een bakstenen loods, het
voormalige zuiverhuis.
De oude bedrijfsgebouwen zullen een nieuwe
bestemming krijgen binnen het stedenbouw
kundige concept. Enkele lokale politieke par
tijen hebben bij de gemeente gepleit voor het
weer opengraven van de (gedempte) Gasgracht.
Deze doodlopende gracht had in het verleden
een functie als aanvoerhaven voor de steenkool
die bij de gasproductie werd gebruikt. Moge
lijk kan de weer opengegraven Gasgracht een
functie krijgen als museumhaven.
Hengelo. Op 16 november 2006 is het nieuwe
Twents Techniek Museum in Hengelo officieel
geopend door minister Maria van der Hoeven.
Het techniekmuseum, dat in 1981 werd opge
richt door vrijwilligers onder de naam Hengelo's
Educatief Industrie Museum (HEIM), is vanaf
voorjaar 2006 gehuisvest in de Wilhelmi-
naschool aan de Industriestraat. De school
werd in 1917 gebouwd als fabrieksschool
voor de metaalgieterij van de firma Stork. Het
Twents Industriemuseum biedt met de geheel
vernieuwde presentatie in het museum een
overzicht van 150 jaar Twentse industriege
schiedenis.
Niet alleen de Hengelose industrie, zoals de
elektrotechnische industrie (Heemaf, Dikkers,
Hazemeyer) en de metaal (Stork) maar ook de
industriegeschiedenis van Enschede, Almelo
en Oldenzaal komt nu aan bod. De kern van
de museumcollectie bestaat uit een verzame
ling oude machines, waaronder de oudste in
Hengelo vervaardigde stoommachine. Maar
het museum biedt ook ruimte aan moderne
techniek, waaronder radarinstallaties en instru
menten voor de ruimtevaart. Een belangrijke
plaats in het museum wordt ingenomen door
educatieve afdelingen, waar jonge bezoekers op
speelse wijze met techniek in aanraking komen.
Naar aanleiding van de opening van de nieuwe
huisvesting van het museum is een publicatie
verschenen, gewijd aan het 25-jarig bestaan
van het techniekmuseum.
Het boek, met de titel '25 jaar techniekmuseum
Hengelo: Fabrieksschool Stork,
nu Twents Teehniekmuseum.
Meppel: De voormalige gasfabriek
Foto Marcel Overbeek