Zie, de stad leeft! Niek Kruisheer - Eigentijdse architectuur waarderen kan heel eenvoudig zijn: het staat je aan of niet. Post in 1659 gekozen voor een bouwstijl die toen in opkomst was, het Hollands classi cisme. Ook de Waag was een opvallend sculpturaal gebouw dat als een icoon van het Hollandse classicisme een sterke herkenbaar heid teweegbracht. Zelfs toen in de dertiger jaren direct ernaast een veel groter gebouw in een architeetuurstijl van die tijd werd gebouwd. Het Waaggebouw van Pieter Post heeft in al die jaren niets aan overtuigings kracht verloren. Het ontwerp van Attika Architecten trekt als een vrolijke kermistent vooral aandacht. Die aandachttrekkerij heeft in de peiling onder de Leidse bevolking overtuigend gewerkt. Ook als het nieuwe er af is, moet het gebouw waardering blijven houden en niet vooral ergernis oproepen. Een nieuw gebouw in de Breestraat moet, net als de Waag van Pieter Post in de 17e eeuw, een waardevolle aanvulling van de bestaande gebouwen zijn. Ook een modern gebouw kan de monumentale gevelwand van de Breestraat verrijken. Zo'n gebouw moet dan wel op een overtuigende wijze passen in de bestaande, historisch gegroeide bouwstijl. Gebouwen die zich vooral zo opvallend mogelijk willen onderscheiden van het histo rische karakter, zijn er al genoeg. Rob Onel is secretaris van de Provinciale Commissie Zuid-Holland Van burgers hoeft niet veel meer te worden verwacht dan een persoonlijk, maar waardevol oordeel. Het deskundig beoordelen van een nieuw architectonisch ontwerp is veel moeilijker. Er wordt over zicht verlangd over iets waar je deel van uit maakt. Een oordeel van nieuwe architectuur is lastig, maar toch zeker niet onmogelijk. Wat dat betreft schiet de kritiek van Rob Onel op ons ontwerp voor het Aalmarktgebied te kort: juist in zijn architectuurhistorische typering slaat hij de plank mis. Hij noemt ons ontwerp modern en brutalis- tisch. Ook noemt hij ons winkelontwerp een vrolijke kermistent, wat ons meer aanspreekt, al vermoeden we denigrerende bedoelingen. Het ontwerp van het Aalmarktgebied bestaat uit drie onderdelen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden: een ingreep in het stedelijk weefsel, een nieuwe pleinwand als onderdeel van een bestaand bouwblok, en twee gebouwen in een reeks objecten die zich ontwik kelt van het waaggebouw, via het nieuwe horeeagebouw, en het pleintje naar de superstore. De superstore is én een vrijstaand object, én onderdeel van de wand van de Breestraat. In een uitge breide modelstudie hebben we de bouwmassa precies op dit omslag moment bepaald om zo recht te doen aan de stedelijke context. Als vrijstaand object versterkt en respecteert het de kwaliteit van het waaggebouw, als onderdeel van de Breestraat respecteert het de rooilijn. Ons ontwerp is daarin in het geheel niet modern (en nog minder brutalistiseh): de veelvormige context groeit door. Er wordt niet afgerekend met een verleden. Integendeel: de gelijktijdige aanwe zigheid van meerdere ordeningen vormt de grondslag. Rob Onel neemt blijkbaar aanstoot aan de uiterlijke vorm van de superstore die hij opnieuw mis-interpreteert als zijnde modern. Wij erkennen de culturele waarde van winkelen in ons winkelontwerp. Deze superstore biedt een lichte, toegankelijke, translueente, thea trale, meerduidige ruimtelijke structuur. Daarin worden het publiek, de door haar begeerde objecten en het shoppen als entertainment erkend. Het is de expressie van een eigentijds cultureel fenomeen. Wij ontwerpen uit betrokkenheid bij onze cultuur. Leiden heeft zich ingespannen om de bevolking bij de planvorming te betrekken. Rob Onel zou dit ook moeten doen. Wij zijn in ieder geval bijzonder trots voor de erkenning van de kwaliteit van ons ontwerp door én de prijsvraagjury, én de Leidse bevolking. Niek Kruisheer, namens Attika Architekten juni 2006 Heemschut 35 w«oeeratós AWW&éN W-J> pui.< Ms,ife(Wicffe$r£^

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 37