Bescherming voor symbool van industrialisatie tot 1970 1. Beeldmerk van de industriële samenleving: de fabrieksschoor steen en de zaagtand-daken. Op de foto de jaren geleden gesloopte jutefabriek van de firma Ter Horst in Rijssen, waarin beide elementen sterk naar voren komen De stichting heeft zich sinds haar oprichting ontwikkeld tot een kenniscentrum op het gebied van fabrieksschoorstenen, waarbij zowel overheidsinstanties als monumenten organisaties en particulieren te rade gaan. In de afgelopen jaren heeft de stichting een grondig landelijk onderzoek uitgevoerd naar de bouw van fabrieksschoorstenen en de cul tuurhistorische context van dit fenomeen. Een belangrijk inzicht leverden in eerste aanleg de archieven op van de twee grote Nederlandse schoorsteenbouwers, Canoy- Flerfkens in Tegelen en De Ridder Et Co. in Den Haag. De twee bedrijven hebben zelf ongeveer zesduizend fabrieksschoorstenen gebouwd. Daarnaast is omvangrijk veldonderzoek gedaan en zijn de gangbare selectiecriteria van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg bij het Monumenten Selectie Project en de wederopbouwarchitectuur tegen het licht gehouden. Na afstemming op de eigen cate gorie kwam een aantal selectiecriteria tot stand: de cultuurhistorische waarde de fabrieksschoorsteen als vertegenwoordiger en beeldmerk van de periode van industrialisatie en industriële samenleving tot rond 1970), architectuurhistorische waarden (hoogte, omvang, bijzondere vormgeving), relatie tot de directe omgeving (de fabriek), gaafheid en zeldzaamheid. Vierkant Met behulp van deze criteria heeft de stich ting een lijst van 130 fabrieksschoorstenen samengesteld, die volgens haar rijksbescher ming moeten krijgen. In een aantal gevallen is overigens reeds het stempel van 'rijks monument' of 'gemeentelijk monument' aan gebracht. Verder is een B-lijst van honderd schoorstenen samengesteld. Het gaat om schoorstenen die alleszins de moeite waard zijn, maar dan vooral op lokaal niveau. De oudste schoorstenen, bedoeld voor de afvoer van verbrandingsgassen, stonden bij bedrijven met een productieproces waaraan veel vuur of warmte te pas kwam. Steenbakkerijen bijvoorbeeld, of ijzergiete rijen en glasfabrieken. Deze schoorstenen waren meestal vierkant en werden samen met het gebouw tot stand gebracht door de aannemer van het werk. Na de introductie van de stoommachine werden evenwel hogere eisen gesteld. De vierkante schoor stenen behoren tot de periode 1775-1820. Daarna kwamen er overgangsvormen, zoals fabrieksschoorstenen met vierkante sokkels en ronde schachten. Radiaalsteen In de laatste decennia van de negentiende eeuw kwam in ons land de radiaalsteen in gebruik, een steen in de vorm van een taart punt, die zeer geschikt was om ronde schoor stenen te bouwen. In de periode 1850-1890 waren het vooral Belgen en Duitsers, die in ons land de grote ronde schoorstenen tot stand brachten. Na 1880 verschenen twee Nederlandse bedrijven op deze markt: de firma Canoy-Flerfkens in Tegelen (Venlo) en de firma De Ridder in Den Haag. Vooral door de komst van de radiaalsteen en de ronde schoorstenen nam de aandacht voor de vorm geving van de kop van de schoorsteen toe. Een fraaier uiterlijk kregen de schoorstenen vaak door het gebruik van gekleurde stenen als ornament of letters. Na de Tweede Wereldoorlog was er een korte opleving in de bouw van fabrieksschoorstenen door vervan ging van de in de oorlog verwoeste exem plaren. Na 1970 bouwt men zeer hoge 28 Heemschut juni 2006 Fabrieks schoorsteen als cultuurgoed

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 30