Kasteel
Nederhemert fraai
gedocumenteerd
Hans Bollebakker - Als het kasteel van Doornroosje was Nederhemert.
En de prins die het redde heet Fons Asselbergs. Het verhaal is verteld,
de restauratie voltooid. Het kasteel gaat een nieuw leven tegemoet.
Dat is door de geschiedenis heen steeds opnieuw gebeurd. Waren het
de Bosschenaren niet die optrokken en de burcht herhaaldelijk, zij het
soms maar gedeeltelijk, verwoestten en werd het niet even zovele
malen herbouwd? En zo hoort het ook, want wie zich bij verwoesting
neerlegt houdt uiteindelijk n ie ts meer
urchten behoren tot de oudste profane
gebouwen van Nederland, waaraan wij onze
wordingsgeschiedenis - onze cultuur -
kunnen aflezen. Alleen al voor dat cultuurhis
torisch besef is instandhouding wezenlijk.
Daarvoor zijn nog grote bedragen nodig.
De in Den Haag levende mythe dat alles al
gerestaureerd is en slechts instandhouding
subsidies behoeven te worden verstrekt,
wordt door de lange lijst van bedreigde
kastelen - opgesteld door de Nederlandse
Kastelenstichting - feitelijk weersproken.1
Zo'n feit is kasteel Nederhemert waarover ter
gelegenheid van de restauratie een publicatie
is verschenen, uitgegeven door de stichting
Vrienden Geldersche Kasteelen (VGK). 2 De
auteurs hebben er zichtbaar met veel
genoegen aan gewerkt, klaarblijkelijk voor
een breed publieksbereik gekozen, met een
integrale beschrijving per afzonderlijk bouw
deel en daarbinnen naar precisie gestreefd.
Dit voert enerzijds licht tot beperkingen en
anderzijds kan niet ontkomen worden aan het
gebruik van zelfs eenvoudige vaktermino
logie, hetgeen zonder verklarende woorden
lijst voor buitenstaanders niet makkelijk valt
te lezen.
Gemiste kans
Wat zich opdringt is een vergelijking met eer
dere en eminente uitgaven van VGK, ver
schenen bij restauraties van respectievelijk de
kastelen Rosendael3 en de Cannenburch.4 Voor
afzonderlijke hoofdstukken met uitgebreide
beschrijving over de bouwhistorie, restauratie
en bewonersgeschiedenis, interieur en genea
logische overzichten is hier niet gekozen en
dat is jammer, want er is voldoende materiaal
voorhanden. Zoals de voorafgaande grondige
bouwhistorische en archeologische studies
van respectievelijk ir. J. Kamphuis en prof. dr.
J.N. Renaud, die een afzonderlijk hoofdstuk
ruimschoots rechtvaardigen.5 Dat verbaast
temeer omdat hun werk tot de basis van de
restauratie gerekend mag worden. Voor een
hoofdstuk over het interieur is eveneens vol
doende materiaal beschikbaar. Ook hier weer
verbazing, want waarom is wel de boedelin
ventaris uit 1 7526 opgenomen, maar niet de
inventarislijsten met bijbehorende foto's
daterend van kort vóór de brand van 12
januari 1945. Die liggen onder handbereik en
bevinden zich in het bezit van de familie van
Wassenaer, het geslacht dat Nederhemert
sinds 1910 bestiert en het in eigendom had
tot 1958.
Een uitgebreid hoofdstuk over de bewoners
geschiedenis zou eveneens een verrijking
betekend hebben. De wel zeer summiere
beschrijving daarvan maakt het boek niet
interessanter. De absoluut gemiste kans valt
onder orale geschiedschrijving, doordat geen
gebruik is gemaakt van de nog bestaande
kennis over het dagelijks leven op het kasteel
van de laatste nog in leven zijnde bewoner
Maurits E.L. Baron van Wassenaer. Een inter
view met hem zou de documentaire waarde
van het boek uniek hebben gemaakt.
Wat ontbreekt
Het jaartallenoverzicht op pagina 13 vermeldt
24 Heemschut juni 2006