Na voltooien van kerntaak volgt al heel snel het verval
Rob van Gaaien - Voormalig stoomgemaal 'De Cruquius' uit 1849 is een industrieel
monument van wereldformaat. Samen met de stoomgemalen 'Leeghwater' en
'Lijnden' pompte de Cruquius (tussen Heemstede en Hoofddorp) van 1849 tot 1852
het Haarlemmermeer leeg en hield het daarna de Haarlemmermeerpolder droog.
In 1912 werd de Cruquius reservegemaal, om tenslotte op 10 juni 1933 met een
ceremoniële laatste pompslag buiten bedrijf te worden gesteld. Sinds een jaar of
wat zit er weer wat beweging in.
\f anaf 1933 stond de tijd voor de Cruquius
stil. Op het nippertje ontsnapte dit unieke
stoomgemaal aan de sloop. Op 22 oktober
1934 werd Stichting De Cruquius opgericht,
die het oude gemaal onder haar hoede nam,
in een museum omtoverde, en uiteindelijk,
dankzij de hulp en inzet van velen, weer tot
leven wekte. Het oude stoomgemaal vormt
het absolute technische hoogtepunt van het
romantische stoomtijdperk in Nederland.
Het is 's werelds grootste stoommachine, met
een cilinder van maar liefst 3,66 meter door
snee. Deze reusachtige machine drijft acht
balansarmen aan die elk 10.000 kilo wegen
en als tentakels naar buiten steken, waar ze
de zuigers van acht gigantische water
pompen in werking stellen: samen brachten
die ooit bij elke slag van de stoommachine
64.000 liter water omhoog!
Na een jarenlange restauratie werd, op 4 juni
2002, deze imposante machinerie door prins
Willem-Alexander weer in beweging gesteld.
Schimmels
Nieuwste dreiging is de hoogst noodzakelijke
reparatie van de stortvloer, die vanwege ver
keerde advisering door externe deskundigen
na negen jaar alweer vervangen dient te
worden. De stortvloer is een eikenhouten
balkon rondom het machinegebouw, aan de
buitenkant begrensd door het rondgaande
deel van de keermuur.
De acht waterpompen monden uit boven de
stortvloer. Het opgepompte water verzamelt
zich op de stortvloer. Vandaar stroomde het
eertijds naar de Ringvaart. Na de herinbewe-
gingstelling van 2002 stroomt het door twee
pompen omhooggevoerde water terug naar
de Kruisvaart via twee naastgelegen pompen,
waarvan de kleppen in open stand zijn vast
gezet. Tevens maakt een waterstand van circa
60 centimeter op de stortvloer het voor-
vullen mogelijk van de twee opvoerende
pompen om hun pompwerking in gang te
zetten. De stortvloer is hierdoor essentieel
voor de demonstratie van de werking van het
gemaal.
De stortvloer bestaat uit een dek van twee
lagen 4 centimeter dik en 20 centimeter
brede eiken planken. De vloer wordt
gedragen door zware eiken radiale balken,
die ingekast zijn in het metselwerk van de
keermuur en de machinekamer.
Deze balken zijn voorts ondersteund door een
aantal gietijzeren kolommen, die rusten op
de houten bouwvloer onder de stortvloer. De
naden en tussenlaag tussen de planken zijn
niet afgedicht door pek en breeuwwerk, zoals
in het oorspronkelijke bestek aangegeven.
De stortvloer is in 1995/96 geheel vernieuwd.
In 2004 bleken zich snel grote lekkages te
ontwikkelen, waardoor het moeilijk werd om
het voorvullen te handhaven.
Onderzoek toonde aan, dat een schimmel- of
rottingsproces optreedt tussen de twee lagen
planken en in de oplegging van het dek op
de draagbalken. Ongeveer 3 procent van de
300 vierkante meter dek is opengemaakt en
gerepareerd. Hierbij werd aanzienlijke rotting
zichtbaar. Momenteel wordt een
MeerJarenOnderhoudsplan opgesteld.
De Velserbroek
Een recent voorbeeld van een geslaagde red
dingsactie is het gemaal De Velserbroek,
eveneens in de buurt van Haarlem. Door fusie
van waterschappen leek het gemaal in de
vergetelheid te raken. De dijkgraaf van het
voormalige waterschap richtte met een
aantal vrijwilligers echter een stichting op
tot behoud van dit unieke gemaal bij Velsen,
met daarin een prachtige rijksmonumentale
1-cilindermotor. Het geheel werd aan de
stichting overgedragen in januari 2004 en
het waterschap Groot-Haarlemmermeer gaf
25.000 mee. Inmiddels is de nieuwe cilinder
herplaatst en is de motor met inzet van vrij
willigers en sponsors volledig hersteld. Het
bestuur heeft een Plan van Aanpak gemaakt
voor de resterende zaken zoals het herstel
van de verrotte sluisdeuren.
Mislukte redding
Natuurlijk zijn er ook reddingsoperaties die
niet, of niet geheel slagen.
Voorbeeld van het eerste is het gemaal 't
Hooft van Benthuizen. De Stichting
Poldermuseum te Puttershoek heeft de
mogelijkheden onderzocht voor het vestigen
20 Heemschut juni 2006
Gemalen voortdurend bedreigd