HFTJ~3Jl tfriEh
Draaibruggen
De draaibrug is ontstaan uit de draaivlonder,
een primitieve brug van dikke planken, die
aan het korte uiteinde voor het evenwicht
was belast met een kist waarin ballast
(kiezelstenen) werd geborgen. Een deel van
het achterschot van de kist kon worden uit
gezaagd om tot handvat te dienen. Bij een
draaibrug draait de brug in een horizontaal
vlak om een verticale as (de spil of koning).
Bij grotere draaibruggen is rond de spil een
rolring met rollen aanwezig die de brug mede
ondersteunt.
fregat van Koning Willem I, de Z.M. Bellona,
van de Willemsluizen bij het Tolhuis en
meerde aan op vrijdag 17 december in de
Koopvaarders Binnenhaven te Den Helder.
Een Oost-lndiëvaarder, de Christina
Bernardina, bevoer het kanaal op de terugreis
van Batavia. Beide schepen passeerden elkaar
op 16 december tussen Sint
Maartensvlotbrug en Burgervlotbrug. De
hoofdingenieur Jan Blanken Jansz. ontwierp
in 1821-1822 ook de oorspronkelijk achttien
vlotbruggen voor het kanaal.
Vlotbruggen bestaan uit een op het 'water
drijvend houten vlak van balken - het vlot -
en twee afzonderlijke koebruggen met klep,
die met de beide landhoofden of aanbruggen
verbonden zijn. Bij het openen van de brug
wordt het vlot naar achteren onder de koe
brug weggetrokken; het dek komt hierdoor
tussen de jukken van de aanbruggen te
liggen. De brugwachter opende en sloot de
brug middels een dubbel herwerk op het
landhoofd. In de meeste gevallen is sprake
van twee vlotten, die - indien de brug is
gesloten - in het midden van het vaarwater
met deuvels en haken aan elkaar zijn beves
tigd. Traditionele brugtypen als de ophaal
brug waren namelijk niet in staat het 37
meter brede kanaal te overspannen. De vlot
bruggen waren betrekkelijk eenvoudig, snel
en goedkoop uit te voeren en 'werkten
minder belemmerend voor de passerende
schepen, die immers de masten niet hoefden
te strijken. Tegenover de relatief lange tijd
die benodigd was de brug te openen, stond
dat de zeilschepen in het kanaal evenzeer
traag over jaagpaden aan weerszijden van
het kanaal werden voortgetrokken. Zowel de
binnenvaart als de recreatieve vaart zouden
het kanaal blijven gebruiken. Door de snelle
veroudering was verbreding en modernisering
minder noodzakelijk en zo is de situatie van
een eeuw geleden redelijk bewaard gebleven.
De pleziervaart treft in dit kanaal dan ook
tot op de dag van vandaag een bijzonder
brugtype.
Drs. Michel Bakker is klassiek archeoloog en
architeetuurhistoricus. Hij is onder meer
redacteur bij het tijdschrift Bruggen.
Met dank aan J.E. Rhee en ing. E.J. Huisinga
Website Voor meer informatie over bruggen:
www.bruggenstiehting.nl.
juni 2006 Heemschut 19