Heemschut krijgt de voorlopig laatste plaatsing op Rijksmonumentenlijst Vijfjaar geleden heeft de provinciale commissie Zeeland aandacht gevraagd voor de vervallen Zwartenhoekse Zeesluis uit 1788. Deze spuisluis kon in tijden van oorlog ook worden gebruikt om enkele polders onder water te zetten en zo een betere verdediging van Axel te krijgen. Het kreeg de naam zeesluis, omdat in die tijd de Axelse Kreek uitmondde in een zeearm van de Westerschelde. De sluis is als voorlopig laatste geplaatst op de Rijksmonumentenlijst. Willem Heijbroek 34 Heemschut februari 2006 Studenten van de Hogeschool Zeeland hebben, als voorbereiding op een mogelijk herstel, de onderdelen opgemeten en in kaart gebracht. Het belang ligt niet alleen in het monument als zodanig, maar het gebied er omheen heeft ook een landschappelijke waarde. Het geheel maakt deel uit van een verdedigingslinie, die zijn oorsprong vindt in de Staats-Spaanse linies. Een initiatiefgroep uit Westdorpe en de Stichting Landschapsbeheer Zeeland hebben zich sterk gemaakt voor de conservering en mogelijk herstel. Heemschut heeft de monumentenstatus in maart 2004 aangevraagd en vorig jaar (oktober 2005) verkregen. De unieke status van de sluis met omgeving als belvederegebied heeft er toe geleid dat de Zwartenhoekse Zeesluis als voor lopig laatste Rijksmonument is aangewezen. Achtergrond De stad Axel was in de middeleeuwen het bestuurscentrum van het gelijknamige ambacht, gelegen aan de Axelsche Kreek (de Blijde), die uitmondde in de Westerschelde (de Honte). Door de Allerheiligenvloed in 1570 kwam het geheel op een eiland te liggen met De Zwartenhoekse Zeesluis. Foto's Stichting Landschapsverzorging Zeeland aan beide zijden twee zeearmen van de Westerschelde. Prins Maurits, die vijftien jaar later Axel vero verde, bouwde nieuwe vestingwerken met acht bastions en een ravelijn. Als tegenwicht legden de Spanjaarden aan de zuidzijde van de Axelse Kreek een fortengordel aan. Deze bestond uit onder meer de voormalige forten St. Joseph, St. Livinus, St. Nicolaas en St. Jacob en maakte onderdeel uit van de Staats-Spaanse linies. Met de verovering van Sas van Gent en Hulst werden deze overbodig. Zij zijn allemaal ontmanteld (enkele restanten zijn nog in het landschap zichtbaar), maar het fort St. Jacob is deels gereconstrueerd. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748) legden de Franse troepen in 1747 op de zuidoever van de Axelsche Kreek een dam aan, met daarop een batterij. Nog voordat er enige vijandigheden uitbraken ontruimden de Staatse troepen de stad. Het Franse garni zoen verliet het gebied een jaar na de oorlog om er weer terug te komen in 1794. De Fransen bleven er tot 1814. De inpolderingen aan het eind van de 18e eeuw maakten het land van Axel kwetsbaarder voor aanvallen vanuit het zuiden. Daarom werden maatregelen genomen om de nieuwe polders te kunnen inunderen. De daarvoor noodzakelijke sluizen kwamen bij het Pas (in de buurt van Sas van Gent), bij Zwartenhoek (aan het zuideinde van de Sasdijk) en bij Reijgersbosch. Voor de scheepvaart naar Axel kwam er tenslotte nog een schutsluis bij de Axelsche Sassing (aan het noordeinde van de Sasdijk), die ook als inunda- tiesluis kon worden gebruikt. Constructie De opdrachtgever voor de bouw van de Zwartenhoekse Zeesluis was de Raad van State der Verenigde Nederlanden, die drie ingenieurs en een opzichter voor dit en andere werken in de omgeving aanstelde (februari 1787). De sluis was voor die tijd zeer omvangrijk, met drie gemetselde kokers en werd daarom ook wel 'Grote Petrus' genoemd. Het geheel van het Zwartenhoekse Zeesluis op valreep monument

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 36