Provinciaal symposium over de ruimtelijke kwaliteiten
Gerdy Verschuure-Stuip
Op 17 november organiseerde de provincie Zuid-Holland in
raadhuis De Paauw te Wassenaar een symposium over buiten
plaatsen, kastelen en landgoederen. In dit raadhuis, van
oorsprong een buitenplaats, stond de vraag centraal 'Hoe kunnen
we de huidige ruimtelijke bedreigingen van buitenplaatsen en
kastelen ombuigen in kansen?' In lezingen en tijdens de discussies
daarna kwam dit uitgebreid aan de orde. De antwoorden: 'beter
samenwerken en communiceren' en 'maatwerk voor deze
kwetsbare groep monumenten', maar ook: 'meer draagvlak
creëren' en goeddoordachte plannen maken'.
29
februari 2006
Heemschut
De provincie Zuid-Holland telt 201 buiten
plaatsen, landgoederen en kastelen, waarvan er
81 zijn beschermd als rijksmonument. Hoewel
vrijwel iedereen deze objecten wil bewaren,
blijkt in de praktijk dat het behoud ervan op
veel problemen stuit. Die zijn niet alleen van
ruimtelijke aard, maar bestaan ook uit de dage
lijkse beheersproblemen met de bijbehorende
financiën, de regelgeving en de contacten met
de verschillende overheden. Deze groene
parels liggen namelijk in gebieden die onder
grote druk staan. Groeiende steden, krimpende
agrarische mogelijkheden, uitbreiding van de
bestaande infrastructuur, nieuwe industriële
ontwikkelingen en de aanleg van recreatiemo
gelijkheden leggen druk op zowel de beleving
van de omgeving van de buitenplaats als op de
buitenplaats zelf.
Die buitenplaatsen komen te liggen tussen
allerlei grotere gebouwen en worden zo omslo
ten groene kamers. Terwijl juist de ruimtelijk
heid van de buitenplaats wordt bepaald door
bijvoorbeeld zichtassen naar buiten, zoals een
torenspits. Daarnaast zoeken sommige buiten
plaatseneigenaren naar nieuwe inkomstenbron
nen door bijvoorbeeld nieuwbouw op hun
grondgebied te plegen. Er zijn voorbeelden van
appartementcomplexen en villa's op historische
buitenplaatsen die voor de benodigde financiën
hebben gezorgd.
Neem daarbij het gegeven dat ook de gemeen
ten steeds zoeken naar nieuwe bouwlocaties en
beetje bij beetje wordt het 'groen' van de
buitenplaats opgeslokt door het 'rood' van de
stad.
Dagelijks beheer
Vaak is voor het beheer van deze mooie, maar
onrendabele monumenten de financiering een
continue zorg. Een sluitende exploitatie is een
ingewikkeld kunststukje. Subsidiemogelijk
heden voor deze grote monumenten zijn
beperkt. Tot nu toe waren subsidies als het
Besluit Restauratie Historische Buitenplaatsen
(BRHB) en Besluit Rijkssubsidiëring
Restauratie van Monumenten (BRRM) slechts
voorbestemd voor bouwkundige elementen als
hoofdhuis, koetshuis, of oranjerie en andere
gebouwen. Het onderhoud van groenelemen-
ten als heggen en solitaire bomen, vaak heel
bepalend voor het beeld van de buitenplaats,
kent geen subsidiemogelijkheid vanuit de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
Maar ook communicatie met de overheden
over zeer diverse regelgeving, zoals bestem
mingsplannen en monumentenvergunningen
werden als bedreigingen beschouwd door
buitenplaatseigenaren.
Betere communicatie
Hoe kunnen de bedreigingen worden omgezet in
kansen? Allereerst door de soms wat moeizame
samenwerking met de overheden te verbeteren;
de betrokken partijen moesten al vroeg een door
dacht onderhoudsplan maken. Particulieren en
overheid zouden sneller met elkaar moeten
praten. Binnen de gemeente kan één persoon
worden aangesteld als accountmanager, die als
centraal aanspreekpunt fungeert voor de eigenaar
in al zijn contacten met de overheid.
Ook werd in De Paauw voorgesteld een plat
form op te richten waar gemeenten en provin
cie samen met buitenplaatseigenaren nauwer
kunnen overleggen en samenwerken. Dit plat
form kan ook dienen als vraagbaak voor eigena-
Wethouder Hor lings van Voorschoten aan
het woord.
Karakter voor de buitenplaats