Enquête februari 2006 Heemschut 23 Eenvoudige paaltjes met nummer in een aangeharkte zandvlakte, zo was de begraaf plaats van Marken (links). Ook hier willen de nabestaanden de herinneringen aan hun dierbaren levend houden met meer individuele aandacht Foto's Wil Tjoa leven dus op zijn eind liep. Betrof het een man dan werden vier buurmannen gehaald en was het een vrouw dan werd het lijk door vier vrouwen gewassen. De overledene kreeg het sterfplankje aangebonden. Het stoffelijk over schot werd in een sterflaken gewikkeld. Daarin stonden de initialen van de man of vrouw en de datum van diens overlijden. Daarna werd het in de bedstee gelegd onder een groene deken met zwarte strepen. Een uur na het overlijden ging de boodschap per 'boïdoener' de naaste familie inlichten. Die aanzegger was altijd een nichtje van de gestor vene. Het kisten gebeurde dezelfde dag om 6 uur 's avonds. Daar was de hele familie bij. Twee ouderlingen van de kerk hielden een rouwdienst, waarna in het sterfhuis broodjes met kaas en koffie werden gebruikt. Op de dag van de begrafenis hield de dominee daar een korte dienst, waarna men naar het kerkhof vertrok. Zes buren droegen de kist. Als men van buiten het centrum de buurten kwam gingen vier personen van de familie per bootje naar het kerkhof. Twee vóór en twee achter de kist. Deze zaten met het hoofd over de kist gebogen. De uitdrukking 'met het hoofd op de kist zitten' hetgeen betekent: diep in de problemen zitten komt van dit gebruik. Op het kerkhof ging het er erg sober aan toe. Zeker geen bloemen. Bij een begrafenis, vindt men op Marken, horen geen bloemen. De dood is net zo normaal als het leven. Een godsge schenk, datje in dankbaarheid en geloof aanvaardt. Wie in dat lichaam gezeten heeft is belangrijker dan wat er van over is. Daarom ook geen graf zerken, waarop de verschillen in rang of stand leesbaar of herkenbaar zijn. Een paal met een nummer. Verder rest van de overledene alleen de herinnering. Geen mens gaat daarna ook nog naar dat kerkhof. Na afloop van de teraardebestelling ging men weer naar het sterfhuis, waar de dominee een korte dienst hield met na afloop beschuit, kaas en koffie toe. De boïdoener ging voor de vorm nog de huizen langs om een fooi voor de dragers, die even ritueel werd geweigerd. Voor de ramen van het huis hing nog weken lang een wit laken, dat langzaam aan per dag werd opge trokken. Soms nog lang erna hield men zwarte kleding aan. De rouw voor vader of moeder duurde nog 7 jaar! Traditie geen schouwspel In een publicatie van ongeveer tien jaar geleden staat te lezen, dat veel van deze rituelen nog steeds bestaan, behalve dat de kist nu op een wagentje wordt begeleid door de 'dragers'. Tien jaar later is dar niets meer van over, zoals uit onze recente ervaring blijkt. Enkele autochtone Markers, zelfs enkele nog in kleder dracht, vroegen ons belangstellend wat we aan het doen waren. De fotograaf was uiteraard alert en wilde het onderhoud, dat ik met deze buurtgenoten had, op de gevoelige plaat vast leggen. Het hele gezelschap spoedde zich naar de plek waar de fotograaf stond zodat ik alleen op de foto kwam. Toen ik naar deze handelwijze vroeg kreeg ik veel ergernis over mij uitgestort. Zeker toen duidelijk werd wat Heemschut met dit artikel voor ogen stond. Uiteraard kende men onze interesse voor het cultureel erfgoed, maar dat daarvan in Marken nog wat over was konden we wel vergeten: 'U denkt toch niet, dat we onze eigen verworven gebruiken nog vol kunnen houden als we met name door het 'moderne yuppendom" dat hier is komen wonen slechts gezien worden als een entourage die gefilmd kan worden aan de zijlijn, zodat dit 'merkwaardige fenomeen" op bruiloften en partijen tot vermaak kan dienen. Het zijn onze eeuwenlange tradities, die we als gemeenschap beleven. Dat zou zelfs nog steeds mogelijk zijn, als deze kapitaalkrachtigen onze huizen - inmiddels onbetaalbaar voor de autochtone jeugd - niet alleen hadden gekocht maar ook enigszins deelgenoot van onze gemeenschap waren geworden. Daar is echter geen sprake van. Men verdiept zich niet in de waarde en de zin van onze gebruiken en neemt geen deel aan welke vorm van samenzijn ook. En zelfs het kerkhof wordt gezien als een interessant gegeven. Onder een paaltje wil men, omdat het uniek is, wel liggen. Maar dan moet je toch ook wel direct weten wie daar ligt. Onze tradities en gebruiken worden door hen in een kijkkast gezet en naar de marge verwezen als uitster vend en merkwaardig verschijnsel. Maar we hebben voldoende zelfrespect om ons daar niet voor te lenen. Zo gaan niet alleen onze gebrui ken maar gaat ook onze gemeenschap verloren!" Jan Derk Gerritsen is redacteur van Heemschut Wij hebben u al eens eerder gevraagd over bepaalde vraagstukken, die in onze doel stelling, bescherming van monumenten, een rol spelen en die om een oplossing vragen, na te denken en te laten weten wat uw visie daarop is. Geef uw visie op het verdwijnen van de Marker begrafeniscul tuur. U kunt reageren via de website van Heemschut, www.heemschut.nl onder vermelding van enquête Marken, of per brief aan Bond Heemschut, enquête Marken, Nieuwezijds Kolk28, 1012 PV Amsterdam.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 25