Geen museumdorpen, maar ook geen ongebreidelde groei
Eric le Gras en Ruud Ritz
'De grote taak waar Heemschut zich in Drenthe voor geplaatst
weet, is aantastingen zo veel mogelijk te voorkomen opdat de
karakteristiek van de esdorpen behouden kan blijven/ Dat schreef
voorzitter Bob Groen van de Drentse Provinciale Commissie in
1997 in dit tijdschrift. Sindsdien is er weinig veranderd. Nog
steeds zijn er plannen om de dorpen vol te bouwen met onnodig
hoge bebouwing met een stedelijk karakter en blijft de beruchte
'grijze schimmel' het aanzien van de dorpsranden bedreigen.
mis.
18
Heemschut
december 2005
Heemschut Drenthe heeft dan ook regelmatig
te maken met bezorgde leden en niet-leden, die
in het geweer komen tegen de zoveelste aantas
ting van hun dorp. De Drentse Commissie
heeft een open oor voor de zorgen van die
dorpelingen en biedt hen regelmatig steun.
Maar niet altijd. Het is niet mogelijk en trou
wens ook niet gewenst om alle ontwikkelingen
en veranderingen af te wijzen. De Drentse
esdorpen zijn tenslotte het product van - vaak
economische - ontwikkelingen, met name in de
landbouw.
Als de bouw van een hoge zuivelfabriek een jaar
of honderd geleden leidde tot een aantasting
van het dorpsgezicht, dan hoorde je daar
niemand over. 'Brood op de plank' was destijds
het begrijpelijke motto.
Museumdorp
Economische belangen en daaraan gekoppeld
leefbaarheid zijn nog steeds voor een belangrijk
deel bepalend voor het aanzien van de esdor
pen. De invloed van de boeren is afgenomen,
maar nog steeds aanwezig en andere onderne
mers, vooral in de sector van toerisme en recre
atie, laten ook hun stem horen. Waartoe dat
laatste kan leiden als het tot in het uiterste
wordt doorgetrokken, is te zien in Orvelte. Dat
museumdorp poogt de Drentse historie vast te
leggen, maar een boer van een pakweg honderd
jaar geleden zou zich tussen de nostalgische
winkeltjes en de terrasjes waarschijnlijk niet
meer op z'n plaats voelen.
De tijd stil zetten lukt dus niet. Ontwikkeling
blijft noodzakelijk, al was het maar om de
laatste dorpswinkels, scholen en dorpshuizen
kans op voortbestaan te geven. Die instellingen
kunnen nu eenmaal niet overleven zonder
schaalvergroting. Ontwikkeling met behoud
van de herkenbaarheid van de historische
patronen en functies, is volgens Heemschut
Drenthe daarom de beste manier om dorpen
leefbaar en fraai te houden.
Voor sommige esdorpen is het al te laat.
Grotere plaatsen als Beilen, Roden en in
mindere mate ook Rolde hebben hun karakter
verloren, al zijn er natuurlijk nog steeds aardige
plekjes te vinden. Norg heeft nog het karakter
van een esdorp, maar ook daar liggen de
bedreigingen op de loer. Een massaal, vier
verdiepingen hoog woongebouw in de kom van
het dorp kan het karakter het dorp onherstel
baar aantasten en het contact met het omlig
gende buitengebied verbreken.
Buiten proportie
Andere grotere dorpen als Exloo en Odoorn
zijn redelijk aan die dans ontsprongen, maar in
Gieten en Sleen zijn massale gebouwen verre
zen die buiten de proporties van het dorp vallen
en in Ruinen dreigt het dezelfde kant op te
gaan. De kleine dorpen bieden een wisselend
beeld, met plaatsjes als Peest en Wester- en
Zuidvelde als positieve voorbeelden. In Zeijen
is een nieuwbouwwijkje zonder veel schade
landschappelijk ingepast en Westerbork wist
respect op te brengen voor de bestaande
bebouwing. In dat dorp zorgden recreatie en
toerisme wel voor een flinke toename van het
aantal reclameuitingen en cafeetjes met serres
en terrassen. Je vraagt je af, hoeveel een esdorp
daarvan kan verdragen zonder het eigen karak
ter te verliezen.
Over het geheel genomen richt de discussie
over de esdorpen zich op de omvang en de
plaats van de bebouwing. Het materiaalgebruik
is ook van belang. Vaste richtlijnen zijn er niet.
Wat in het ene dorp past, kan een paar kilome
ter verderop misplaatst zijn. Toch is er wel enig
houvast.
Als je bouwen in de dorpen niet wilt verbieden,
dan moet je aangeven waar wel en waar geen
nieuwe bebouwing mag verrijzen en hoe groot
de ingreep kan zijn. Op open plekken in het
dorp, als vervangende bebouwing of langs de
rand van het dorp, steeds geldt dat de verhou-
Hoogbouw is relatief. Een straatwand van drie verdiepingen hoog verandert het karakter van een
esdorp. Foto's Ruud Ritz
i A 11 H li Hl
-m fèfxSSm1 J
r
- è'i
-x sM
t
W\
tang
Esdorpen Drenthe in de
F r -*