december 2005
10
Heemschut
Directeur bescherming Jooseeph van der Haagen van de Bond Heemschut is zeer tevreden met de
fusie van de rijksdiensten voor monumentenzorg en oudheidkundig bodemonderzoek tot een soort
heemschutzorg. Foto: Piet Arp
Hoe denkt Heemschut dat te hereiken hij de
gemeenten
Op de manier zoals we dat vroeger deden met
de historisch waardevolle gebouwen. Pleiten bij
de gemeenten. Stel een eigen verordening vast,
monumentenzorg is niet alleen een zaak van
'Zeist'. Gemeenten hebben veel meer monu
menten dan ze denken. Weet dat je een eigen
gemeentelijk beschermingsbeleid kunt voeren,
additioneel aan bet rijksbeleid. Dat je een eigen
monumentencommissie kunt oprichten die je
daarbij kan adviseren. Dat organisaties als
Het Oversticht)e daarbij kunnen helpen?
Enzovoort. Het heeft tien, vijftien jaar
geduurd, eigenlijk tot de nieuwe monumenten
wet in 1989, tot dat gemeengoed werd. Ik denk
dat het met die 'gezichten' op dezelfde manier
moet. Eerst bekendheid eraan geven, dan
beleidsbeïnvloeding.
Je denkt vooral aan kleinere gemeenten?
Ook de grotere gemeenten hebben aan dit
beschermingsonderdeel weinig aandacht
geschonken. Er zijn nog te weinig mensen die
van het bestaan van de lijst met MIP-gebieden
weten. Het verbaast me dat dit onderdeel van
eht rijksproject in monumentenland zo weinig
bekendheid geniet.
Iedere PC wordt gevraagd een aantal MIP-gebieden
te selecteren waarvoor ze zich sterk zullen maken?
De PC's kunnen uiteraard niet gezamenlijk 450
gebieden bewaken, daarom is gevraagd een
aantal 'troetelgebieden' te selecteren waar ze
het meeste mee hebben, die ze het belangrijkste
vinden of die ze het beste kennen. En vervol
gens te bevorderen dat ze op de monumenten
agenda's komen.
Plus één belvedere gebied, las ik in een notitie?
Belvederegebieden zijn monumentale gebie
den, meerdere gemeenten omvattend, veel
groter dan MIP-gebieden. De provincies
dienen daarvoor in hun nieuwe streekplannen
tot planologische bescherming te komen, ze
bijvoorbeeld te vrijwaren van windturbine
plaatsing. Wat dan vervolgens in de bestem
mingsplannen van de gemeenten gejuridifi-
ceerd kan worden.
De belvederegebieden zijn ook cultuurhistorisch
waardevolle gebieden. Duidelijk beschreven.
Provincies moeten een cultuurhistorisch plano
logisch beleid voeren voor de gehele provincie,
maar specifiek voor de belvederegebieden
vanwege de 'status aparte'. De commissies zijn
gevraagd om ook één belvederegebied extra
aandacht te geven en te bewaken.
Hoe loopt het met de bescherming van de
belvederegebieden
In de streekplannen van de provincies die ik
gezien heb, werkt de belvedere-gedachte gene
riek goed door. Tevreden dus, volgens plan
ning! Maar als je het specifiek hebt over de
bescherming van de belvedere-gebieden, is mij
niet duidelijk geworden wat nu de specifieke
beschermende maatregelen zijn. Een effectief
beschermingsbeleid heb ik niet kunnen consta
teren. De provincie Utrecht heeft een sterk
plan. Cultuurhistorie krijgt een zwaarder
accent dan ooit, de gedachte werkt door, maar
voor de belvedere-gebieden kan ik een planolo
gische 'status aparte' niet ontdekken. De
verklaring is: ze vallen niet onder een wet of
een verordening. Ze zijn niet imperatief
beschermd, maar indicatief. Daarvoor is een
wijziging van de monumentenwet noodzake
lijk, of een aanwijzing als beschermd land
schapsgezicht op grond van de
Natuurbeschermingswet.
Waarom verdient gebiedsbescherming eigenlijk
de voorkeur boven objectbescherming
Omdat monumenten niet alleen bouwkundig
van aard zijn. Monumenten zijn bouwkundig,
stedebouwkundig, archeologisch of historisch-
geografisch van aard; zich ruimtelijk manifeste
rend en 'man-made'. Unieke landschapsmonu
menten als het Groene Hart horen daar bij.
Monumenten zijn zich ruimtelijk manifeste
rende historische cultuuruitingen. Daarom
spreekt Heemschut ook niet over monumen
ten, maar over cultuumïonumenten. Alles wat
cultuurhistorisch van belang is, is monumen
taal. Daarom heten we ook niet
'Monumentenschut', maar Heemschut. Ons
heem is door de mens gemaakt. Als je aan
heemschut doet, moet je ook het ruimtelijke
verhaal bestuderen. Het huidige monumenten
begrip is al ruimer dan de monumentenwet
aangeeft. Maar het monumentenbegrip moet
een heemschutbegrip worden, volgens de
Heemschut -definitie van monumenten. En je
ziet die erkenning groeien in allerlei documen
ten, sinds de Vierde Nota over de Ruimtelijke
Ordening. Vanaf dat moment is de planologie
van kwantiteitsdenken naar kwaliteitsdenken
gegaan. Gebiedsgerichte monumentenzorg is
eerlijker en vollediger. Na die tijd is de monu
mentenzorg van een doel op zichzelf een
middel geworden voor ruimtelijke kwaliteits
zorg.
Veel mensen merken daar niets van. Razen
langs grote wegen en zien die vreselijke bedrijven
terreinen verrijzen.
Een gruwel, een pestilentie! En daar wil geluk
kig de Nota Ruimte wat aan veranderen. Maar
planologisch-juridisch heeft de gemeente het
laatste woord. Wellicht is ook hier wetswijzi
ging nodig! Een van de zwakke punten in onze
ruimtelijke planning en ordening. Voor
Heemschut zijn de gemeenten daarom zo
belangrijk, ook al zijn ze nog de zwakke schakel
in de belvedere-filosofie en praktijk.
t