Verbouwing en reconstructie
Niet veel meer dan bouwtekeningen, bestekken en wat oude
foto's. Dat had architectenbureau Vlaardingerbroek en Wevers
tot zijn beschikking, toen het de opdracht kreeg het voormalige
Maliebaanstation in Utrecht terug te restaureren naar de situatie
van 1874.
Maarten hemmens
Heemschut
juni 2005
Toen het spoorwegstation aan de Utrechtse
Maliebaan in 1874 zijn poorten opende, had
de eigenaar, de Hollandse IJzeren Spoorweg-
Maatschappij (HIJSM), duidelijk grootse
plannen.
De HIJSM had na 1870 ten oosten van Utrecht
een spoorverbinding naar Amsterdam aange
legd, waarvan het Maliebaanstation het
vertrekpunt zou vormen.
Het imposante stationsgebouw in neoclassi-
cismestijl was gezien zijn afmetingen en archi
tectonische allure klaarblijkelijk opgezet om
grote reizigersstromen te kunnen verwerken.
Deze bleven helaas uit: al snel bleek dat veel
reizigers de voorkeur gaven aan de verderop
gelegen halte Biltstraat.
Ons land telde toentertijd namelijk wel vijf
verschillende, elkaar heftig beconcurrerende,
spoorwegmaatschappijen. Pas in 1938 worden
de overgebleven maatschappijen samengebun
deld in de NVNederlandsche Spoorwegen.
Daarvan had men in 1870 uiteraard nog geen
idee: de maatschappij en de architect pakten de
zaken groots aan. Wie de architect is van het
hoofdgebouw is onbekend; op geen van de
overgebleven bouwtekeningen is een naam te
vinden. Hoogstwaarschijnlijk moet het worden
toegeschreven aan A.L. van Gendt, verant
woordelijk voor onder meer het Amsterdamse
Concertgebouw.
Hoe het ook zij, de ontwerper wilde de reizigers
duidelijk een fraai vertrekpunt van hun reis
verschaffen. De imposante voorgevel werd
geflankeerd door sierstenen hoekornamenten.
Een grote ronde klok boven het voorportaal
stelde de reizigers in staat te bepalen of zij de
gewenste trein nog zouden halen.
Na binnenkomst kwamen de bezoekers in een
imposante centrale hal, waar zij hun kaartjes
konden kopen en bagage konden afgeven.
Geheel indachtig de toenmalige strenge klas
senscheiding konden ze vervolgens plaats
nemen in wachtkamers van hetzij de eerste, dan
wel de tweede of derde klasse. Deze selectie
zette zich zelfs door in de keuze van het sani
tair: passagiers eerste klasse mochten binnen
door lopen, de overige reizigers dienden buite
nom te gaan! De noordvleugel herbergde een
chique eetzaal, slechts toegankelijk voor reizi
gers eerste en tweede klasse. De zuidvleugel
was bestemd voor bagageopslag, kantoorruimte
en dienstlokalen, maar omvatte ook een
luxueus ingerichte wachtkamer voor eerste en
tweede klasse. De aanzienlijk soberder uitge
voerde wachtkamer derde klasse was gesitueerd
in de noordvleugel. Contact tussen reizigers
van hogere en lagere klasse moest duidelijk tot
een minimum worden beperkt!
Goederenopslagplaats
In 1908 veranderde het stationsgebouw rigou
reus van interieur. Zijmuren, vloeren en
plafonds van de zuidvleugel werden uitgebro
ken om meer opslagruimte te bieden; vanwege
het teruglopende reizigersvervoer werd het
station meer en meer een goederenopslagplaats.
In 1939 werd het station als reizigersstation
gesloten.
In 1953 werd besloten het Spoorwegmuseum
in het station te vestigen. Gunstig voor het
station zelf, maar tragisch voor het gebouw:
grote delen van het interieur, waaronder alle
Het station in 1874. Foto's Spoorwegmuseum.
Het station in 1932.
Maliebaanstation teruggerestaureerd
naar 1874