Najagers van eigen belang:
zij zien het niet, maar
willen bet ook niet zien.
Heemschut
27
Winsum, Franekervaart. Foto A. A. Dullé1986.
en vooral leerde ik daar, hoe belangrijk het is
de handen in elkaar te slaan. Niet alleen als
beschermers onderling, maar vooral met de
bestuurders en de burgemeester erbij. Dan kun
je elkaar overtuigen en hoeft het niet tot een
confrontatie te komen. Dat is voor beide
partijen schadelijk en uiteindelijk ook voor het
monument. Het geeft ook een bevredigend
gevoel als je dat vanaf de bestuurskant vorm
kunt geven als je later zelf burgemeester bent.
In Winsum met de wierden, kerken, molens en
straatjes. In Ridderkerk, waar je het vrijwel
alleen nog kunt aan de hand van oude foto's.'
Bestuurders zeggen vaak dat een medaille twee
kanten heeft.
'Hoe je door begrip voor eikaars vaak
tegengestelde standpunten te tonen voor
verrassingen kan komen te staan, toont het
volgende aan. Zo dachten we het in Winsum
onderling, ook ik als burgemeester, eens te zijn
over het behoud van een oud pandje. In B. en
W. werden we het echter niet met elkaar eens.
Een van de wethouders had met het behoud
van dat pandje heel moeilijk. Hij zei, als
geboren en getogen Winsummer, dat hij dat
pandje niet meer kon zien. Als je eens wist, zei
hij wat voor een ellende en armoede zich daar
in de loop van meer dan een eeuw onder dat
dak heeft afgespeeld, ga je er wel wat minder
positief over denken. In Apeldoorn hebben we
veel tot stand gebracht, maar er was ook een
geweldige achterstand in te lopen door de
ambities uit de zestiger jaren om van de
gemeente een tweede zogenaamde schrijftafel
naast Den Haag te maken. Veel karakteristieke
bebouwing, ook in de Veluwse dorpen, is toen
naar de sloper gegaan en bovendien kwam die
tafel er niet eens. De reparatie daarvan heeft de
stad veel schade opgeleverd en doet dat eigen
lijk nog steeds'.
Veel van die fouten maken we toch nog
'Nou en of. Even vaak als ik gezien heb, dat het
goed gaat moest ik ervaren hoe faliekant het
mis kan gaan. Blinde ambities om te vernieuwen
zijn echter van alle tijden net als onverbeterlijke
najagers van eigen belang. Zij zien het niet,
maar willen het ook niet zien. Maar dat hoef ik
een vereniging, die met dat bijltje al sinds 1911
hakt, niet te vertellen. We moeten blijven laten
zien, wie we zijn, waar we voor staan. Niet
alleen gezag uitstralen, maar dat ontlenen aan
je deskundigheid en je authenticiteit: construc
tief, kritisch en representatief. Dat laatste
vooral ook door allianties aan te gaan en niet
bang te zijn, dat je daardoor je eigenheid
verliest. Want samenwerking leidt altijd tot
meer gezag maar vergroot ook je PR. Hoe
verkeer je met de samenleving, daar gaat het
om'.
Toen u kwamlag er al een beleidsplan. Hoe ziet u
dat
'Naar mijn mening is een beleidsplan, al is het
voor jaren vastgesteld, toch iets dat je steeds
bij de tijd moet houden. De kerntaak, daar
kun je niet omheen. We hebben ambitieuze
bestuurders, heb ik al gemerkt, en ik heb nu
al gezien hoe over ontwikkelingen en stand
punten divers gedacht wordt. Maar - daar
gaan we weer - we doen het niet alleen buiten
Heemschut samen maar ook erbinnen. Over
veel doelen en middelen denken we gelijk: de
visie op Belvedere, oog voor het landschap en
niet alleen voor dat ene monument, proactief
reageren om maar een paar zaken te noemen.
Het beleidsplan is een verbeelding van dingen
die je doet. Zo kan de publiekstaak tot legiti
matie leiden, maar alleen als je die ziet met de
ogen van je enige en voornaamste taak: de
bescherming. Die ontwikkelingen en stand
punten kunnen heel goed samengaan en verdie
pen ook die publiekstaak. Voor de bezoekers
moet duidelijk zijn dat het evenement typerend
is voor Heemschut. Je voornaamste kracht ligt
ook bij de actieve leden. Zij dragen de vereni
ging. En wat die verbeelding van wat je doet
betreft heb ik een goed gevoel bij het jaarplan
als actuele bijstelling en bij de les houden van je
beleid'.
Hoe denkt u over de organisatie van de vereniging
'Je kunt een vrijwilligersorganisatie niet langs
de meetlat van bijvoorbeeld een omroep
leggen. Op vrijwilligers moet je extra zuinig
zijn, maar of het nu de veldwerker of de
centrale organisatie, in dit geval het bureau in
Amsterdam is, beide hebben dezelfde doel
stelling. En daar heb je het weer: dat kan niet
zonder samenwerking. Het bureau moet niet
gezien worden als "u vraagt wij draaien". Maar
het bureau moet evenmin van de vrijwillige
medewerker verwachten, dat deze voor alles
inzetbaar is. Beide zijn behept met de inzet
voor ons doel en we moeten elkaar serieus
nemen. Het moet ook niet zo zijn, dat een idee
van de provincie Friesland voor bijvoorbeeld
een happening niet relevant gevonden wordt
op het bureau. Amsterdam moet niet alles
uitmaken. Maak kaders voor wat centraal of
decentraal is en overleg daarover. Een aardig
onderwerp voor de volgende kaderdag. Het is
toch voornamelijk het veld waaronder ik de
technisch adviseurs en de PR-medewerkers
begrijp, die werken aan uniformering naar
gelijkheid. Verbeter ook je kwaliteit door je
eigen orde in te richten. Niet: je moet het zo
doen, maar leer van elkaar. Het is altijd
verkeerd uit te gaan van horen zeggen en een
beeld van verzet naar boven te halen. Kom zelf
met initiatieven, maar luister ook naar alterna
tieven. Zo wil ik mij als voorzitter evenwaardig
opstellen. Men vindt dat ik een boegbeeld moet
zijn, maar wat is een boegbeeld zonder schip?
Het hart van de vereniging, ik heb het al
gezegd, zijn de leden. Luister naar hen en laat
ze aan het woord. Gedragen wordt de vereni
ging vooral in de provinciale commissies en
door het college van technisch adviseurs.
Op dat beleid kunt u mij afrekenen'.
juni 2005