oinHK juni 2005 Heemschut 25 Voorhuis kasteel Duivenvoorde te Voorschoten. Op de achtergrond hangt Jan met de Kaak in de Kooi. Johan Van Wassenaer ende Duvenvoirde, telg uit de twaalfde generatie Van Wassenaer, verbouwde in het tweede kwart van de zeven tiende eeuw het huis ingrijpend. Het geheel dat in de loop der eeuwen rondom de verdedi gingstoren was aangebouwd, werd omgevormd tot het landhuis zoals dat nu nog bestaat. Zijn achterkleinzoon Arent IX maakte in 1717 door een verbouwing van de zuidvleugel het huis volgens de laatste mode volkomen symme trisch. Hij liet ook een indrukwekkende Franse tuin aanleggen, met zichtassen, doolhoven, beelden, fonteinen en vijvers. Turend door een van de ramen op de eerste verdieping, zegt Ludolphine Van Haersma Buma-Schimmelpenninckvan der Oije (61): 'Het is mijn droom om nog eens te gaan graven achter het huis waar de Franse tuin gelegen heeft. Je kan nog zien waar de vijvers waren, daar waar nu het riet groeit. Net als bij het Loo zou het leuk zijn om te zien wat er boven de grond komt. Maar natuurlijk is dat veel te kost baar.' Na een jarenlang verblijf in Wenen, Jakarta, Parijs en Moskou woont zij sinds juni 2004 samen met haar man in de zuidvleugel van kasteel Duivenvoorde. 'Toen mijn oudoom Hendricus Adolphus Steengracht overleed in 1912, erfde de kleinzoon van zijn zus, mijn oom Willem Schimmelpenninck van der Oije, het kasteel. Vanaf 1917 was hij de eerste die het huis, samen met zijn zuster Ludolphine, niet als zomerhuis, maar permanent bewoonde. Mijn vader kwam er, later ook met ons hele gezin, regelmatig langs, 's Zomers logeerden mijn zussen er. Je moest jezelf kunnen bezighouden, want mijn oom en tante hadden hun eigen bezigheden. Het jaar voordat mijn oom over leed logeerde ik er ook, een paradijs. Buiten spelen op de boerderij, zwemmen bij de Wassenaarse Slag, roeien op het water voor het huis. En oom en tante kwamen geregeld met de auto naar ons in Zeeland, met een grote mand vol lathyrus uit de tuin.' Bloementuin Ook tegenwoordig is er een bloementuin, waaruit in de zomermaanden bloemen geplukt worden voor iedere kamer van het gedeelte van het kasteel, dat voor publiek geopend is. 'Na het overlijden van mijn oom in 1957, besloot mijn tante in verband met de hoge kosten van successie en onderhoud, het kasteel met de gehéle inboedel in een stichting onder te brengen. In de Tweede Wereldoorlog was er vlakbij een V2 ontploft, dus een restauratie was eind jaren vijftig hard nodig. Duivenvoorde is toen onder leiding van architect Canneman van Monumentenzorg grondig gerenoveerd en nadien opengesteld voor publiek. Mijn tante wilde graag dat het particulier bewoond bleef, omdat er toch een andere sfeer hangt dan wanneer het alleen een museale functie heeft. In 1965 zijn daarom mijn ouders er komen wonen. Om diezelfde reden staan er 's zomers bloemen in de kamers. Alsof de familie net even weg is'. In het zomerseizoen is het kasteel vijf dagen in de week tijdens twee rondleidingen per dag te bezichtigen. Zestien vrijwilligers geven rond leidingen. 'Mijn moeder wist ontzettend veel van het huis en was zeer betrokken bij alles wat gebeurde. Zij leidde ook mensen rond. Toen ik een paar jaar geleden een tijdje langer hier was, ben ik er ook mee begonnen. Het is leuk om te doen. Door de wisselende tentoonstellingen en vragen van bezoekers kijkje steeds op een andere manier naar de collectie. Zo kom je meer en meer te weten. En je past je verhaal natuurlijk aan je publiek aan. De Vereniging van Huisvrouwen vertel ik bijvoorbeeld wat meer over schoonmaken.' Al wandelend door het kasteel passeren wonderlijke verhalen. Over voorvader Jan met de Kaak in de Kooi, die getroffen werd door een kogel in zijn kaak, twee jaar in een kooi aan de toren van Hattem heeft gehangen en uiteindelijk is gestorven aan wondkoorts door een kogelschot in zijn arm, omdat hij het advies van een dame in zijn droom niet opvolgde te stoppen met oorlog voeren in Friesland. Over geheime borrelflesjes in wandelstokken en korte hemelbedden waarin men vroeger rechtop sliep om maar niet te veel bloed naar het hoofd te laten stromen, omdat men anders het ergste vreesde. Over een 19de-eeuwse rijkbewerkte houten pilaar, die snel gemaakt werd van een eik op het landgoed, toen na het verwijderen van een draagmuur het plafond begon door te zakken. Museum Na tentoonstellingen over onder meer Chinees porselein en de boekencollectie, wordt dit jaar de kleding uit de kast gehaald. 'Bijna letterlijk, want tot een paar jaar geleden waren allerlei bijzondere kostuums nog verspreid over het kasteel in kisten en kasten opgeborgen', zegt Esther Galjaard (42), conservator van Kasteel Duivenvoorde. 'Vroeger werden ze natuurlijk af en toe door bedienden uitgeklopt en gewas sen. Nu zijn ze bekeken door een groep student-restauratoren en geconserveerd, gefo tografeerd, beschreven door een kunsthistorica en netjes opgeborgen in het depot. We hebben kinderkleding, livreien, zeer oude sitsen kamer jassen uit ongeveer 1800 en een heel bijzondere cape uit ongeveer 1920, prachtig met goud draad bewerkt. We tonen de kostuums en accessoires op zelfgemaakte paspoppen, omdat sommige maten uitzonderlijk zijn. Zoals een 19de-eeuwse avondjapon met een taille van 50 centimeter. Met zes vrijwilligers zijn we in de leer bij een specialist op kostuumgebied die ook poppen maakt. We zoeken oude foto's die van de kleren bewaard zijn gebleven en de kostuums staan verspreid over het kasteel in hun 'natuurlijke entourage', zodat het geheel echt gaat leven.' En hoewel er maskeradekos tuums bij zijn - 'er was vroeger natuurlijk geen tv of zo, dus je moest iets' - werden ze vroeger niet door de kinderen als verkleedkleren uit de kist gehaald. 'Je dwaalde nooit ongecontroleerd door het huis. Daar was geen sprake van!' Meer weten? Kasteel Duivenvoorde. Laan van Duivenvoorde 4 Voorschoten, www. kasteelduivenvoorde, nl Het kasteel is tijdens rondleidingen te bezichtigen van 1 mei-1 oktoberdinsdag tot en met zaterdag om 14.00 en om 15.30 uur. Groepen kunnen op afspraak ook op andere momenten langskomen: tel. 071-5613752. INmUA VOiRPAOM VOIR SJOTE-N 1H VfUEJóCANDT -i i 3

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2005 | | pagina 27