Reis door de tijd in Nijmegen
Hans Bollebakker
Bouwhistorisch onderzoek
De Stichting Bouwhistorie Nederland (SBN) hield op 23 oktober
2004 zijn jaarlijkse druk bezochte studiedag, ditmaal in samen
werking met de gemeente Nijmegen.
december 2004
Heemschut
39
Kelderplan, bestaande toestand
met deel opgraving ingetekend
Nijmegen heeft sinds het jaar 2000 onder
leiding van drs. Hettie Peterse, een bouwhisto
risch project uitgevoerd dat zijn neerslag vindt
in de bijdrage van tien auteurs aan het boek
'Verborgen Verleden, Bouwhistorie in
Nijmegen'. Dit boek werd op de studiedag
gepresenteerd en aangeboden aan de directeur
van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
prof. Fons Asselbergs. Dagvoorzitter prof. Dirk
de Vries zet uiteen: 'Bouwhistorisch onderzoek
en de behoefte aan een objectieve waardestel
ling zijn doorgaans het gevolg van een voorge
nomen verandering of dreiging voor het object.
Dikwijls is het dan te laat en ervaart men
onderzoekers, actievoerders of overheid als
contraproductief. Daarom mag het bijzonder
genoemd worden dat, met steun van het
gemeentebestuur, onder leiding van Hettie
Peterse een enthousiaste ploeg Nijmeegse
monumentenzorgers vorm gaf aan het project
om in een klap de binnenstad te inventariseren.'
In haar inleiding zet Hettie Peterse de werk
wijze uiteen: eerst werd het gebied afgebakend
en ontstond zo een onderzoekskaart, opgevolgd
door een bouwhistorische verwachtingskaart
ontleend aan eerste onderzoek. Tenslotte
werden de panden waarvan de bouwhistorische
waarde evident is, ingevuld op de waardekaart.
Verwachtingskaart en waardekaart vormen zo
samen de onderlegger voor het te ontwikkelen
gemeentelijk beleid.
De overige auteurs van het boek hielden een
beschrijvende inleiding, de sites werden 's
middags bezocht. We volstaan met het voor
beeld van het door Ronald Glaudemans
beschreven onderzoek van het Glashuis, een
groot middeleeuws dwarshuis, deel uitmakend
van de Merovingische nederzetting in de
achtste eeuw, met structuren uit de twaalfde en
dertiende eeuw. Gelegen aan de Lange
Hezelstraat, in de Romeinse tijd de verbinding
tussen de legerbasis en de westelijk van de
Hezelpoort gelegen nederzetting Ulpia
Noviomagus. Buurtbewoners wezen op het
belang van het pand, namen het initiatief tot
oprichting van de Stichting Oude Stad -
opdrachtgever voor het bouwhistorisch onder
zoek - en hielpen bij het onderzoek en uitgra
ven van de kelders. Wat aangetroffen werd
overtrof alle verwachtingen: een complex van
kelders met saillante vondsten: drie Romeinse
graven; de fundering van een Romeins grafmo
nument; een waterput en een aalput uit de
Karolingische tijd; een waterput met gemet
selde korf uit de twaalfde of dertiende eeuw en
een grote schouw met zestiende-eeuwse haard-
stenen. Een boeiende reis door de tijd! Naar
analogie van de Via Appia in Rome is de
verwachting dat ook hier ter weerszijde van de
weg begraven werd: het eind is nog niet in
zicht. De grote waarde van deze nog jonge tak
van onderzoek, de bouwhistorie, is dat deze
niet zichtbare structuren blootlegt. Het is de
trait d'union tussen bouwkundig, architecto
nisch onderzoek en archeologisch en archief
onderzoek. De bouwhistorie geeft daarmee een
extra dimensie aan het ontdekken van de
wordingsgeschiedenis van de mensheid. De
Plattegrond van de kelders op de hoek van de
Hezelstraat en de Papengas.
1 paalgaten dertiende eeuw; 2 beerput; 3 restant
keldertje zeventiende eeuw; 4 moderne kelder;
5 kelder negentiende eeuw; 6 verbindingsgang;
7 keldertje veertiende eeuw; 8 kelders vijftiende
eeuw; 9 afgescheiden beerkelder; 10 kelders
onder Lange Hezelstraat 54 (tekening R. Glaude
mans, 2004). Afbeeldingen: citaat, overgenomen
uit: Verborgen Verleden Bouwhistorie in
Nijmegen AUT.VAR, Utrecht 2004, p. 47.
uitkomsten zijn leidraad voor bescherming
zowel op micro- als macroniveau, respectieve
lijk restauratie en planologische beslissingen.
Nijmegen schaart zich hiermee in de voor
hoede van de steden die dit type onderzoek tot
uitgangspunt voor hun beleid maken en
presenteert zich daarmee als de oudste stad van
Nederland.
Hans Bollebakker