Nieuwe uitgaven van Utrecht Philip Bosscher De Dom van Utrecht 48 Heemschut Carien de Boer-van Hoogevest Ton H.M. van Schaik, De gotische Dom van Utrecht, Utrecht (Utrechts Archief Stichting Vrienden van de Domkerk SPOU) 2004, 79 p., ISBN 90 5479 063 6. J.B.A. Terlingen G.M.J. Engelbregt, De Dom van Utrecht. Symboliek in steen, Utrecht (Matrijs) 2004,112 p., ISBN 90 5345 241 9 (Historische Reeks Utrecht 33). Utrechtse Dom jubileert Dit jaar wordt herdacht dat in 1254 de eerste steen werd gelegd van de gotische Domkerk te Utrecht. Dat is aanleiding geweest tot twee publicaties waarmee zeker iedereen die geïnteresseerd in dit bijzondere bouwwerk (helaas sinds 1674 een torso: toen werd het schip door een orkaan verwoest om nooit te worden herbouwd) zijn voordeel kan doen. Terlingen en Engelbregt zijn eerder bekend geworden als bouwers van modellen, met name van de Utrechtse stadskerken in hun voorreformatorische gestalte. In dit boek concentreren zij zich op de middeleeuwse kathedraal. Van de na-middeleeuwse stoffe ring komen alleen de gebrand schilderde ramen van R.N. Roland Holst in transept en koor aan de orde. Boeiend en deels zeer origi neel is hun interpretatie van archi tectuur en decoratie, waarbij zij teruggrijpen op het Oude en Nieuwe Testament. De kerkhistoricus Van Schaik en de bouwhistoricus Carien de Boer (dochter van de architect die de grote restauratie van de Dom na de Tweede Wereldoorlog leidde) besteden behalve aan de middel eeuwse geschiedenis van de Dom ook veel aandacht aan de periode daarna, in het bijzonder de wijzi gingen aan het interieur in de negentiende en twintigste eeuw en de grote restauraties van die tijd. Duidelijk wordt dat vooral bij de restauratie-Van Hoogevest naar een zekere completering in de geest van de middeleeuwse bouwers is gestreefd - en dat niet zonder succes. De uitstekende illustraties en de aanwezigheid van verklarende woordenlijsten verho gen de waarde van beide uitgaven nog. J.J. Schilstra L. Brandts Buys C. de Jong (e.a.), De stolp te kijk; de stolpboerderij: toen, nu en straks, Bergen (Boerderijen stichting Noord-Holland) Wormerveer (Uitgeverij Noord-Holland) 2004, 120 p., ISBN 90 71123 78 2. De stolp: hoe lang nog? De stolpboerderij waarvan de ontwikkelingsgeschiedenis op haar minst tot de vroege Middeleeuwen teruggaat, is nu nog beeldbepa lend voor het Noord-Hollandse landschap. Zij wordt echter in ernstige mate bedreigd, in de eerste plaats door ontwikkelingen in het agrarische bedrijf en door verstedelijking. In dit mooi uitgegeven en rijk geïllustreerde boek laat een aantal deskundigen zijn licht schijnen over wat met recht een bijzonder cultuurbezit wordt genoemd. Brandts Buys, auteur van het stan daardwerk over dit boerderijtype, behandelt de ontwikkelingsge schiedenis waarbij hij ook aandacht besteedt aan varianten zoals de voor de zeventiende- eeuwse droogmakerijen typische herenboerderij (het bekendste voorbeeld is wel De Eenhoorn te Middenbeemster). De architect De Jong laat een aantal voorbeel den van vorm en bouw de revue passeren en belicht uitvoerig wat men wel en niet moet doen bij de verbouwing van een stolp, bijvoor beeld om deze te transformeren tot 'woonboerderij'. De bij zijn artikelen afgebeelde voorbeelden van geslaagde restauraties en zeer onappetijtelijke transformaties tot wat in vakkringen wordt aange duid als een 'poenhoeve', zijn indrukwekkend. Dit boek verdient de aandacht van iedereen wie de toekomst van het Noordhollandse platteland ter harte gaat. Het kan mede beschouwd worden als een postuum eerbewijs aan Brandts Buys en Schilstra die zoveel voor de documentatie en het behoud van dit bijzondere landschaps element hebben gedaan. Geurt Brinkgreve Leon Deben Heddema Merel Ligtelijn Peter Prins, Phoenix. Verdwijnend of herrijzend Amsterdam, Amsterdam (Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad) 2004, 125 p., geen ISBN- nummer. De Amsterdamse binnenstad als twistappel Dit boekje is verplichte literatuur voor iedereen die belangstelling heeft voor het na-oorlogse beleid met betrekking tot de Amsterdamse binnenstad (en misschien ook voor de werking van het poldermodel in 's Lands hoofdstad). De lezer maakt kennis met het plan-Kaasjager (waarvan de auteur door Merel Ligtelijn een klokkenluider wordt genoemd), de strijders voor het behoud van de historische Jordaan en de Gideonsbende die de redding van de historische bebouwing op het Bickerseiland van de grond bracht. Ook krijgt hij een inzicht in de wording van de Amsterdamse Maatschappij voor Stadsherstel en de stichting Diogenes en wat wij wel haar dochterorganisaties mogen noemen. De tekst wordt verlevendigd door een aantal interviews: met de gewezen wethouders Van 't Huil en De Wit, de stedenbouwkundige Dick Slebos en de journalisten Wim van Norden en Ben Kroon. Deze zijn alle voorzien van een verhelderend naschrift in de vorm van een brief van Geurt Brinkgreve, geharnast strijder voor het behoud van histo risch Amsterdam J.BA 'talingen G.M.J. Engdlwgc Symboliek in steen Verdwijnend of herrijzend Amsterdam oktober 2004

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2004 | | pagina 50