Kerst in vredig Veere Willem Heijbroek Publieksevenement 18 december 'Zij verhief zich als een dom en beheerschte het gehele eiland, als troetelkind der magtige heeren van Borssele.' Een negentiende- eeuwse bewonderaar over de ooit machtige Onze-Lieve-Vrouwe- kerk van Veere. Daartegenaan gebouwd staat een hallekerk, de Kleine Kerk, waar Heemschuts Muzikaal Monument plaatsvindt. 34 Heemschut oktober 2004 Veere ontstond in het derde kwart van de dertiende eeuw als nederzetting bij het veer naar Campen op Noord-Beveland. In die tijd strekte Noord-Beveland zich namelijk veel verder westelijk uit dan nu het geval is. Daar herinnert ook nog de 'Campveerse toren' aan, die een onderdeel vormde van de eerste vestingwerken. Deze werden rond 1500 uitge breid met een zeefortificatie. Aan de haven stonden de belangrijkste koopmanshuizen. De grote bloei ontstond door de haringvangst en de handel met Schotland. Dit was een gevolg van het huwelijk van Wolfert VI van Borssele met Maria Stuart, dochter van koning Jacobus I. Schotland kreeg een vestiging in Veere aan de Wijngaardstraat. De Schotse huizen aan de Kaai, waar nu het museum is gevestigd, waren woonhuizen gebouwd voor Joos Oliviers en Jacob Couper, beiden Schotse kooplieden. Pas in 1789 kreeg laatstgenoemde huis officieel de bestemming Natiehuis van de Schotse gemeen schap. Naast Schotland is enige tijd later ook de handel met Engeland, de Canarische Eilanden en de Oostzee-landen, en de walvisvaart tot bloei gekomen. Naast voorspoed was er ook tegenspoed: gere geld teisterden stormvloeden Veere en stortten de zeemuren in, waarbij veel huizen verloren gingen. Een keer was zelfs het gehele noorde lijk gedeelte van de stad weggevaagd. Een belangrijk heer van Veere was Maximiliaan van Bourgondië, die ook admiraal was en stad houder van Zeeland, Holland, West-Friesland en Utrecht. Hij kreeg het voor elkaar dat keizer Karei V in 1555 Veere tot markizaat en zetel van de Zeeuwse Admiraliteit benoemde. Na het verjagen van de Spanjaarden kreeg prins Willem van Oranje Veere in 1581 in handen. Hij heeft er echter niet lang plezier van gehad, want drie jaar later werd hij in Delft vermoord. Van zijn opvolgers was prins Willem Friso de meest uitzonderlijke. Bij zijn geplande inhuldi ging op 20 mei 1751 voer hij met zijn prinse lijke jachten plompverloren Veere voorbij en liet zich in Middelburg fêteren. De inhuldiging in Veere werd toen maar verschoven naar 1 juni. In het begin van de negentiende eeuw heeft Veere veel van de Fransen te lijden gehad, maar de structuur van de stad is goed bewaard gebleven. Momenteel zijn er plannen voor een aangepaste bebouwing op onder meer de parkeerplaatsen binnen de bebouwde kom en een verdere stimulering van de recreatie in de directe omgeving door de bouw van een water sportcentrum buiten de plaats. De Onze-Lieve-Vrouwekerk Vanaf Middelburg over de weg, die in de zeventiende eeuw werd aangelegd, is bij Zanddijk de machtige Onze-Lieve-Vrouwe kerk van Veere goed te zien. Het naburige Zanddijk was ouder en bezat een kerk waar de inwoners van Veere de diensten volgden tot zij in 1348 een zelfstandige parochie kregen. Pastoor Van der Horst beschrijft in 1860 het gezicht vanuit Zanddijk als volgt: 'Wat moet zij schoon geweest zijn die Lieve-Vrouwekerk van Veere! Zij verhief zich als een dom en beheerschte het gehele eiland, als troetelkind der magtige heeren van Borssele. Maar 't is voorbij daar rest haar niets dan vernedering en beschaming.' Wat hij toen zag was een kruisba siliek, die na het bombardement van 1809 geheel was verbouwd tot hospitaal voor Franse soldaten. Er waren vier houten vloeren gelegd en de gotische ramen waren geheel dichtge metseld. Dat het geheel aan het eind van de negentiende eeuw niet werd afgebroken, was te danken aan het ingrijpen van Victor de Stuers, de vader van de monumentenzorg. De oudste kerk van Veere is een hallekerk uit 1332.Ditiseen kerk die bestond uit drie even brede en even hoge beuken. Twee van de drie beuken zijn gespaard gebleven en doen dienst als hervormde kerk, nu PKN. Hierin zal het Stabhtjys.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2004 | | pagina 36