Gemalen geschiedenis Erik Boshuijzen Flevolands vestingwerken Flevoland-liefhebber Erik Boshuijzen vindt dat ook zijn provincie aandacht verdient in het Jaar van de verdedigingswerken. 'Zonder de pompen van de gemalen zou alles al na enkele dagen door kwel en regenwater beginnen onder te lopen. We hebben het dus over vitale verdedigingswerken/ 30 Heemschut oktober 2004 Monumentale militaire verdedigingswerken zijn in de IJsselmeerpolders niet te vinden. Verdedigingswerken tegen het water des te meer. Sterker nog: zonder de gemalen van Flevoland zou de twaalfde provincie van ons land niet eens kunnen bestaan. We hebben het dus over verdedigingswerken met een grote strategische waarde. Zelfs met de dijken rondom de drie polders van Flevoland in opti male staat zou de provincie zonder de pompen van de gemalen al na enkele dagen door kwel en regenwater beginnen onder te lopen. We hebben het dus ook over vitale verdedigings werken die in hun verschijningsvorm iets zeggen over de ontwikkeling van de inpolde ring van de voormalige Zuiderzee en in hun naamgeving belangrijke pioniers en besluit vormers benoemen. In de namen van de zeven gemalen worden vooral bestuurders van de Zuiderzeevereniging geëerd die in de eerste helft van de twintigste eeuw vaart aan het Zuiderzeeproject gaven. Floewel met name de gemalen in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland nog niet de in de zin van de monumentenwet vereiste leeftijd van vijftig jaar hebben bereikt, hebben deze gebouwen en hun installaties behalve hun strategische zeker ook cultuurhistorische betekenis. Ze vertellen een belangrijk deel van de geschiedenis van de inpoldering van het IJsselmeer. Drie gemalen bedienen de Noordoostpolder en vier gemalen houden Oostelijk en Zuidelijk Flevoland samen droog. Beide laatste polders staan in open verbinding en kunnen in noodge vallen van elkaar gescheiden worden door het neerlaten van de keersluizen in de Knardijk. De Lage Knarsluis controleert de westelijk gelegen Lage Vaart, de meer oostelijk gesitueerde Hoge Knarsluis vervult die functie voor de Hoge Vaart en de daarbijbehorende hoge afde ling. Beide sluisgebouwen hebben monumen tale waarde door architectuur, ligging en functie. In de tijd gezien is de Noordoostpolder, afge zien van Urk, het eerste deel van de latere provincie dat in 1941 droogviel en tot ontwik keling werd gebracht. Het is dan ook geen wonder dat we een rondreis langs de waterver dedigingswerken in het noorden bij het gemaal Buma beginnen. Met de bijbehorende sluis is het gemaal nabij Lemmer en de Friese hoek gesitueerd. Het is vernoemd naar A. Buma, een uit Friesland afkomstig liberaal kamerlid, die in 1882 indiener was van een initiatiefwets ontwerp voor inpoldering van de Zuiderzee en later in 1886 oprichter van de Zuiderzee vereniging, een gezelschap van notabelen dat de belangstelling voor de inpoldering goed op gang bracht. De architectuur van alledrie de gemalen past in de zuinigheid en zakelijkheid die de meeste openbare gebouwen in de Noordoostpolder kenmerkt. Opmerkelijk is dat de ronde vorm van veel ramen ook terugkomt in de kleine hulpgemaaltjes in de polder. Kort geleden is mede door druk vanuit Heemschut besloten dat bij renovaties deze stijl zo veel mogelijk gehandhaafd moet worden. Gemaal, elektriciteits- én warmtecentrale Twintig kilometer zuidelijker ligt bij Urk het gemaal Vissering, in het begin van de jaren negentig gerenoveerd. Samen met het gemaal Buma bemaalt Vissering het lagergelegen deel van de Noordoostpolder. Deze 'lage afdeling' bemaalt een oppervlakte van 39.000 hectare, houdt met drie verticale centrifugaal pompen het water op het vereiste peil van tussen de 57 5 en 5,85 meter beneden N.A.P. en brengt het polderwater gemiddeld ongeveer 6,60 meter omhoog. Per minuut kunnen de pompen van Vissering zo'n 1.860 kubieke meter water verwerken. De capaciteit van 'Buma' is met ruim 1.700 kubieke meter iets lager; het komt evenwel zelden voor dat de volledige capaciteit moet worden ingezet. Uniek aan het gemaal Vissering is dat het behalve als pompinstallatie ook kan worden aangemerkt als elektriciteits- en warmtecen trale. Wanneer het niet bemaalt, produceert het gemaal electriciteit die tegen betaling aan het net wordt geleverd; de restwarmte van zowel bemalen als electriciteit maken wordt verkocht aan de bedrijven op het nabijgelegen industrieterrein van Urk. Het oostelijk deel van de Noordoostpolder ligt met een waterstreefpeil van 4,50 meter beneden N.A.P. gemiddeld ruim een meter hoger dan de 'Lage Afdeling'. Dat betekent dat de 9.000 hectare omvattende 'hoge afdeling' bediend moet worden door een apart gemaal. Dat werd nabij de Voorst/Kraggenburg het gemaal Smeenge. Anders dan de twee overige

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2004 | | pagina 32