De architect, partner van
Heemschut
Jan Derk Gerritsen
Heeft Heemschut een nieuwe bondgenoot? Uit een recent
manifest komt de architect naar voren als de hoeder van ons
erfgoed.
20
Heemschut
Wie wil er nou nog in een ouwe schouwburg
zitten', het was geen vraag van een projectont
wikkelaar maar van de burgemeester van
Haarlem, mr. Jaap Pop. Die zag zijn schouw
burg, de enige art deco-creatie in den lande op
het Wilsonsplein, het liefst vervangen door een
nieuwe. Die paste naar zijn mening naadloos in
het ook om andere redenen omstreden Appe
laar-plan op het voormalige Enschedé-terrein
naast de eeuwenoude Grote Markt. Zijn
publiek, dat zich mordicus tegen de afbraak van
die toneeltempel verzette, vroeg zich af: Bent u
dan wel eens in Groningen geweest, in Leiden,
in Utrecht in Maastricht of dichterbij voor
Haarlem: Amsterdam misschien?
Het kan verkeren
Er valt nauwelijks een beter voorbeeld te
bedenken van een bestuurder die zich over
levert aan de rigide bewegwijzering die de
projectontwikkelaar de overheid voorhoudt,
dan deze. Het zou nog niet zo erg zijn, ware het
niet, dat deze bestuurdersmentaliteit bij bijna
elk modern bouwplan waar het oude moet
wijken, de panacee voor het vooruitdenken
zonder achterom te kijken is geworden.
Heemschut heeft er in elk geval dag- en nacht
werk aan. Al mogen we de burgemeester ook
weer dankbaar zijn voor het uiteindelijke resul
taat van zijn opmerking. Samen met andere
Haarlemse organisaties, die hun hakken daarna
in het zand zetten, waaronder de Vereniging
Haerlem en De Hoeksteen, heeft onze tegen
actie ertoe geleid, dat de schouwburg na veel
getouwtrek op de rijksmonumentenlijst prijkt.
De droom van de bestuurder
De burgemeester van Haarlem - maar hij niet
alleen - heeft natuurlijk gelijk dat grote
producties moeilijk in zo'n oude schouwburg
gepropt kunnen worden. Natuurlijk kan Joop
van den Ende met zijn musicals niet terecht in
een cultuurhuis met een paar honderd plaatsen.
Maar vaak vergeten we dat er ook nog andere
cultuur is. Voor de oude Haagse schouwburg is
toch ook nog steeds een toenemend publiek.
Die is toch ook niet afgebroken nadat het musi
calpaleis in het eveneens Haagse Scheveningen
werd neergezet? Er blijft dan toch genoeg
cultuurminnend publiek van andere snit over
dat het resterende kleine gaatje in de markt
open wil houden? En bovendien zijn er toch
nog mensen genoeg die alleen al het oude
pluche, de guirlandes, de lichtkronen, de
kandelaars - zij het met nepkaarsen voor de
brandveiligheid - en de geborgenheid van een
paar honderd zitplaatsen prefereren boven de
arena's van de commercie?
Een architect als Herman Hertzberger heeft bij
zijn ontwerpen - het Chassé-theater in Breda
en het muziekcentrum Vredenburg in Utrecht
- menig wethouder die groots en nieuw wilde
bouwen om beroemd te worden uit zijn 'natte
droom' geholpen, zoals Hertzberger dat
noemt. Hij wil de bestuurder 'het besef bijbren
gen watje allemaal kunt doen met bestaande
gebouwen die zich al een plek hebben verwor
ven in het hart van de stad. Met glas alleen al
kun je heel wat ouds behouden en toch vernieu
wen.'
In een interview in De Architect verwoordde
architect Hubert Jan Henket dit als volgt: 'De
mensen realiseren zich, dat je niet permanent
kunt vernieuwen, omdat hun wortels daar niet
liggen. Ze hebben een diepgaand verlangen om
thuis te komen in wat ze kennen en herkennen,
waar ze van houden. Een architect is geen vrije
kunstenaar maar in de eerste plaats een dienaar,
die kritisch moet zijn naar zijn opdrachtgever
en vooral moet zoeken naar wat de meerder
heid van de mensen aanspreekt.'
Hertzberger en Henket onderschrijven zo
beiden het onlangs verschenen manifest van de
Bond van Nederlandse Architecten, 'Vitale
Architectuur' geheten
Duurzaam bouwen
Uit het manifest komt de architect naar voren
als de hoeder van ons erfgoed. Niet om het
coüte qzie coüte te willen behouden uit nostalgi
sche overwegingen, maar om het oude weer
bruikbaar te maken voor onze tijd. Heeft de
projectontwikkelaar de kapitalisering, de effi
ciency, de snelheid, korte termijn en rentabili
teit voor ogen, dan komt de architect uit het
manifest naar voren als de ondernemer, die
staat voor overleg, actuele bruikbaarheid van
het voorbije, duurzaamheid en lange termijn.
Voor deze kunstenaar is er geen toekomst die
losstaat van de geschiedenis. Enkele citaten uit
dat handvest bewijzen dat: 'Gebruik het
huidige gebouw en bouw niet nieuw, anticipeer
op het gebruik van het gebouw over vijftien of
twintig jaar, tracht onderdelen van een oud
gebouw opnieuw te gebruiken, geef de gebrui
ker van het pand een handleiding bijvoorbeeld
over natuurlijke ventilatie, energiegebruik,
gebruik van daglicht et cetera. Bevorder pre-
fabricage om geldverslindende bouwafval bij
afbraak te verminderen of te voorkomen,
stimuleer innovatie.'
Er staat natuurlijk heel wat meer beharten-
waardigs in deze handleiding, dat hier niet
uitvoerig te citeren valt. Als leidraad en ook als
oktober 2004