Syrië: verval door stagnatie
gj&T
Eric le Gras
Essay: Moet Heemschut in ontwikkelingshulp?
In het Syrische Bosra leven de mensen temidden van hun
historisch erfgoed. Ze drogen versgebakken platte broden op
omgevallen Romeinse zuilen, hangen een vijfhonderd jaar oud
huis vol reclame en als het Romeinse plaveisel verzakt onder
tractor- of vrachtwagenbanden, vullen ze de gaten met asfalt of
cement. Verkwanselen ze hun verleden of houden ze de historie
juist levend? En maken we ons in Nederland niet druk om
futiliteiten, terwijl er in Syrië een wereld te winnen is?
18
Heemschut
oktober 2004
Wat zou de Bond Heemschut daarvan denken?
Die vraag komt voortdurend bij je op als je
door Bosra wandelt. Het stadje aan de grens
met Jordanië herbergt een uitzonderlijk goed
geconserveerd Romeins theater-annex-burcht,
een serie andere Romeinse oudheden en een
wijkje met vijfhonderd jaar oude huizen.
'Gebouwd van vulkanische stenen in moslim-
stijl', vertelt de uitbater van de Oriëntal Sitting,
waar je vermoeid neerstrijkt voor een glas vers
sinaasappelsap. De man kent de waarde van zijn
woonomgeving heel goed, hij verdient
tenslotte zijn brood aan de schaarse bezoekers
die de laatste tijd naar het Midden-Oosten
reizen.
Maar veel respectvoor oudheden kan hij niet
opbrengen. Om zijn dakterras te bereiken,
heeft hij een lichtblauw geverfde wenteltrap
tegen de gevel van zijn historisch pand aange
bouwd. Op een Romeinse zuil staat een kastje
met de menukaart en daarnaast trekt de koeling
met Pepsi-reclame alle aandacht naar zich toe.
Zijn plaatsgenoten gaan even makkelijk om met
hun erfgoed. Ze verwerken zuilen in hun erfaf-
scheiding, rijden met zwaar materieel over het
eeuwenoude plaveisel en gebruiken eeuwen
oude kelders als opslagplaats.
Verkeerd? In Nederland wel, ja. Bij ons staan
de media al op hun kop als er in Limburg een
sarcofaag opduikt. En dat terwijl in een dorpje
in de buurt van Bosra een klein Romeins fort
staat, waar nu een boer zijn bedrijf ui toefent.
Op de plek waar de Romeinse legionairs waar
schijnlijk hun paarden stalden, staan nu een koe
en wat kippen. Het verleden leeft er en dat doet
verfrissend aan. In Syrië loop je niet door een
doodgerestaureerde, toeristische poppenkast.
Je loopt er door het verleden zelf, je voelt hoe
oud de Romeinse en islamitische culturen zijn
Romeinse zuil en Pepsi-automaat gaan in Syrië
goed samen. Op pagina 19 het oude centrum
van Damascus (rechtsboven) en een straat in
Basra (midden). Alle foto 's auteur.
en hoe de bewoners er jaar in jaar uit het hunne
toevoegen aan hun omgeving.
Wandel ook maar eens door de soek van
Damascus. Als je de eerste, overweldigende
indruk van geluiden, geuren en kleuren hebt
verwerkt, ga je omhoogkijken en zie je aan de
gevels hoe mensen hier woonden, leefden,
vochten en handel dreven. De oude stadspoort,
nauwelijks zichbaar tussen de gebouwen die er
inmiddels omheen zijn gebouwd, dient om de
waren van een kledinghandelaar uit te stallen.
De man heeft in zijn kraam te weinig ruimte en
gebruikt ongegeneerd de deur, die verder toch
nergens meer toe dient. Een tegeltableau van,
zo te zien, een jaar of honderd oud is half
weggebeiteld om plaats te maken voor een
modern reclamebord.
Hoezo behoud door stagnatie? Op plekken
waar geen geld te verdienen valt, slaat het
verval toe. Want daar draait het om in een land
als Syrië: handel, geld verdienen, je staande
houden in een harde wereld. Als je aan je histo
risch erfgoed kunt verdienen, heeft dat waarde.
Valt er niets te verdienen, dan kun je het missen
en laat je het rustig vervallen.
Voor een Nederlander is dat even schrikken.
Maar als je er beter over gaat nadenken, rijst de
vraag of wij Nederlanders een haar beter zijn.
Want wat doen wij met ons historisch erfgoed?
Gooien we het niet rustig plat als het op een
plek staat waar het economische belangen in de
weg staat? Hoeveel erfgoed is er al niet verdwe
nen onder woonwijken, winkelcentra, indus
triegebieden en het asfalt van autosnelwegen?
Bovendien beoordelen we ons erfgoed net zo
goed op aantrekkingskracht voor toeristen.
Syrië en Nederland gaan op een vergelijkbare
manier om met hun historisch erfgoed. Alleen
doen ze er in Syrië minder moeilijk over, de
economische situatie van het land staat de
bewoners die luxe niet toe.
Misschien kun je zelfs verder gaan. Want wat is
erger: slopen voor nieuwbouw of laten verval
len? Een waardevol pandje inbouwen tussen
kantoorkolossen en dan met droge ogen
beweren dat die nieuwbouw zo fraai aansluit bij
de historische omgeving? Je ogen sluiten voor
het feit dat de sfeer, het gevoel dat je met iets
ouds te maken hebt, daarmee hopeloos kapot is
gemaakt? Als het echt tegen zit, krijg je een
soort Volendam, waar het erfgoed niet meer