Het best bewaard;
het meest vergeten
Jan Derk Gerritsen
Kolhorn
Jouw Zuiderzee werd - gelukkig - nooit IJsselmeer'. Dat is de
veelzeggende titel van een boekje over het Noord-Hollandse
Kolhorn nabij Schagen. Aan dat dorp is in eeuwen niets veran
derd. Aan zijn omgeving wel. Toch heeft die er geen vat op
gehad. Wie op de dijk met dat dorp in zijn rug door zijn wimpers
naar beneden kijkt, kan zich met gemak verbeelden dat de
polders daar beneden de Zuiderzee van weleer voor ogen
brengen.
Wm
Vr -
V.O.C.-schepen vind je nog als museumstuk bij
het nieuwe Lelystad. Voor Kolhorn vulden ze
een levende skyline. Na eens de 'voorhaven'
van West-Friesland te zijn geweest, leeft het
dorp nu in zichzelf teruggetrokken. Maar wel
met alle kenmerken van het verleden nog
aanwezig. Nooit bedreigd door nieuwlichterij,
niet aangedaan door massatoerisme en ook
nooit 'in de markt geweest' als een buitenmu
seum in Enkhuizen, waar aangeklede etalage
poppen 'op de winkel passen'. Daar is Kolhorn
'nagemaakt'. In het echte Kolhorn wonen
mensen zoals u en ik, elke winkel heeft zijn
middenstander en zijn klanten, elke vakman
heeft zijn werkplaats en de kerk heeft zijn echte
gelovigen. Kortom het leven gaat in die unieke
historische context gewoon door, in dat
Kolhorn ergens in een hoekje van Noord-
Holland.
Op die hoek 'horn' waar de kustlijn van de
Zuiderzee, boven Kolhorn langs, naar het
westen boog, is geen zee meer te bekennen
maar nog steeds wel te 'her'-kennen op de dijk,
die onveranderd bleef - de oude Zuiderzeedijk
Kolhorn. De Oude Streek. De houten torenspits
werd na de brand vervangen. Foto Wil Tjoa.
of West-Friese Omringdijk. Eén dijk en toch
om die beide benamingen twee maal als monu
ment erkend. Eigenlijk driewerf want ook het
dorp zelf werd beschermd gezicht. Welke
havenplaats aan het IJsselmeer kan daarop
bogen? De Zuiderzee werd er drooggemaakt
voor de Waard-en Groetpolder in 1847 en in
1930 ook nog dat stuk dat nu de Wieringermeer
is. En dan verdween de Zuiderzee twee jaar
later helemaal na de bouw van de Afsluitdijk om
IJsselmeer te worden. In feite maar een klein
binnenmeer in vergelijking met die kolossale,
onstuimige en vreesaanjagende zee. Die vrees
kan een verklaring zijn voor de 'kol' in de naam.
Het kon er geweldig spoken (heks of toverkol).
Dat bewijzen de vele inlaagdijken, in de omge
ving noodgedwongen opgebouwd nadat de
zoveelste stormvloed de oorspronkelijke dijk
had verzwolgen.
Luctor et emergo: niet alleen in Zeeland
Ze worstelden er en kwamen weer boven. Niet
alleen na een dijkdoorbraak maar ook na de
vele tegenslagen die Kolhorn in de loop van de
eeuwen te verwerken kreeg. Ook daar hebben
ze de paalworm gekend, die geen dijk heel liet.
Dan maar wier in de dijk gestopt en dat zit er
nog steeds. Allemaal met eigen mankracht tot
stand gebracht. Van het verder landinwaarts
gelegen Barsingerhorn, waarvan het slechts een
'buurtschap' was, hadden ze niks te verwachten.
Daar hadden ze het voor het vertellen net als
de adellijke heren in Schagen. Op zijn Noord-
Hollands gezegd bleef Kolhorn altijd aan het
'trappel-end' liggen of zeg maar gewoon 'in de
verdomhoek'. Door de natuurlijke ligging aan
zee bleven de inkomsten uit het V.O.C.-gebeu
ren toch grotendeels toevloeien aan de geld
schieters. Jarenlang voeren de zogenaamde
'lichters' Kolhorn uit naar de grote V.O.C.
kastelen op de rede van Texel. De zandpakket-
ten in de Zuiderzee vormden voor die schepen
een barrière zodat kleinere schepen (lichters)
"iüi
T -