Stad gevoed door het agrarisch
verleden
Hans van den Eeden
Vestingboerderijen in Heusden
Hoe kan Heemschut de vestingboerderijen onbelicht laten nu
2003 het Jaar van de boerderij was en in 2004 de verdedigings
werken centraal staan? De boerderijen van Heusden zijn een
goed voorbeeld.
augustus 2004
Heemschut
13
Heusden vesting met links de Sint-Catharinakerk
en rechts de Catharijnekerk (foto linksboven).
Deel van de voormalige vestingboerderij aan
de Demer (foto linksonder). Vogels aan de
Heusdense stadsgracht. Alle foto's Hans van
den Eeden.
Fier staat Willem Adriaan van Homes in 1623
met zijn zwaard in de hand hoog op de kade van
de Stadshaven in Heusden. Als gouverneur is
hij op zijn hoede voor de dingen die komen
gaan. Over de Maas komt een vijandelijk schip
aangevaren. Groot alarm. De klokken van de
kerken galmen over de vesting. Op het nade
rende schip blijkt de Antwerpse priester Van
Ophoven te zitten. 'We moeten uitkijken dat
Van Ophoven niet met een list Heusden
binnenkomt. Wees waakzaam', schreeuwt de
gouverneur tot de bevolking. Na een gevecht
op het water overwinnen de Heusdenaren.
Van Ophoven hijst de witte vlag. Uiteindelijk
worden zijn manschappen ingelijfd. Een
verbroederingsfeest volgt.
Dit schouwspel werd onlangs in Heusden
opgevoerd. Bijna driehonderd Heusdenaren
waren verkleed. De een als edelman, de ander
als wasvrouw. Onder de figuranten waren veel
boeren en boerinnen. Voor deze agrarische
verwijzing is historisch gezien alle aanleiding.
Groenplaatsen
Vaststaat dat de vesting Heusden altijd veel
agrarische en verwante activiteiten heeft
gekend. Om dat te kunnen begrijpen gaan we
terug in de tijd. Als vestingstad werd Heusden,
dat gelegen is aan de Maas, in 15 78 strategisch
achter de tekentafel ontworpen. De vesting telt
in totaal 26 straten. De vier hoofdstraten zijn
de Waterpoort, Hoogstraat, Botermarkt en
Breestraat. Parallel daaraan lopen enkele
kleinere straten, zoals de Putter- en de Ridder
straat. Vanuit militair-strategische overwegin
gen verspringen de straten. De verspringing
maakte snelle verplaatsing van manschappen
en materieel mogelijk. Omdat de straten niet in
een rechte lijn lopen, konden de manschappen
zich snel van straat naar steeg verplaatsen
zonder royaal in beeld te komen en onmiddel
lijk gezien te worden. Op de hoeken van straten
keken de manschappen of de kust veilig was.
Om de vesting is als verdedigingsgordel een
gracht gegraven. Om Heusden nog beter te
beschermen, gaf Willem van Oranje aan
Adriaen Anthonisz. Van Alckmaar opdracht
een vestinggordel te ontwerpen. In 1581
'comitteerden' de Staten van Holland fortifica
tiemeester Jacob Kemp uit Gorinchem voor
deze taak. 'Tot woordinge ende opmaken de
werken en Foretesse van Heusden', luidde het
besluit. De aarde van de stadsgracht werd
gebruikt voor de aanleg van de wallen, bastions
en de halvemaanvormige bolwerken: de ravelij
nen. In 1590 was deze klus geklaard. Belangrijk
onderdeel van het stadsplan vormden de agrari
sche binnenterreinen. Aan deze terreinen
waren ook de boerderijen gelegen. Daardoor
konden de burgers en de soldaten over vers
voedsel beschikken. Het voordeel voor de
boeren was dat ze hun producten snel konden
afzetten. Ook maakte het garnizoen gebruik
van de vervoermiddelen van de boeren. Het
vorderde vaak paarden en wagens.
Op de binnenterreinen en een deel van de
binnenwallen verbouwden de boeren groenten
en granen. Ook had het stadje ruim tien
vestingboerderijen. De granen dienden als
basisgrondstof voor de plaatselijke brouwe
rijen. Het ging hierbij om boekweit, gerst en
haver. Verder verbouwden de boeren rogge en
tarwe. De molenaars maalden die in een van
de drie molens. Als er weinig graan of tarwe
beschikbaar was, draaide de molens toch. Zo
lieten de Heusdenaren de vijand denken dat er
nog voldoende voedsel was. Als de vesting niet
belegerd was, begraasde het vee de met gras
begroeide binnenwallen. Voor gewonde
militairen werden geneeskrachtige kruiden
gekweekt. Woonhuizen en boerderijen stonden
naast elkaar. Vanwege het brandgevaar waren