Gotische huizen
in het water
DirkJ. de Vries
Overzichtsartikel
In de loop van de negentiende eeuw ontstond
belangstelling voor de gotiek. Men herkende
die stijl ook aan huizen, al bleef de zoektocht
meestal beperkt tot de voorgevel.
In de afgelopen halve eeuw werd het
middeleeuwse huis pas inwendig ontsloten.
De stand van zaken.
16
Heemschut
juni 2004
Huis Henegouwen, Wijnstraat Dordrecht. Foto's auteur 2003.
Dankzij systematische analyse van de structuur,
de ruimtelijke indeling en de constructie
kregen pioniers als C.L. Temminck Groll,
R. Meischke, H.J. Zantkuijl en H. Janse vat op
de wereld achter de gevels. Verfijning en nuan
cering ontstond door het stedelijk onderzoek,
in Utrecht en 's-Hertogenbosch, later onder
meer ook in Groningen, Arnhem, Dordrecht
en Delft.
Iedere stad of regio onderscheidt zich door
specifieke historische omstandigheden en
kenmerkende materialen die het aanzien van
de architectuur bepalen. Het houtskelet kan
uitgangspunt geweest zijn met de daarbij
behorende osendroppen, of juist het bouwen
in steen, individueel of met gemene muren.
Vorm, kleur, voeg en verband verraden ouder
dom en herkomst van baksteenmetselwerk,
terwijl de toepassing van natuursteensoorten
niet alleen tijdgebonden is maar vooral door de
loop van rivieren bepaald.
Voorbeelden van vroege steenbouw vindt men
stroomopwaarts, buiten de huidige landsgren
zen. Het Nederlandse huizenonderzoek dankt
dan ook veel aan internationale contacten,
vooral met de buurlanden en verder aan samen
werking met andere disciplines: archeologie,
geschiedenis, interieurkunst, historische geo
grafie, biologie. Via een andere invalshoek
komt men op een idee of tot een verklaring van
een bouwkundig verschijnsel. Functionele
redenen en modieuze voorkeuren bepaalden
dikwijls de vormgeving van architectonische
elementen. Brandwering was een belangrijke
drijfveer voor bouwen en afschermen met
behulp van steen. In de zeventiende eeuw ver
dwenen houten gevels in rap tempo omdat
men ze ouderwets vond en een disciraatin het
straatbeeld.
Luxe schoorsteen
Water, beter gezegd vaarwater, was onmisbaar
voor handel, industrie en welvaart. Optrekkend
uit de bodem of kletterend neerdalend uit de
lucht vormt het echter een bedreiging voor
gebouwen, zeker die van hout. Het eerst zorgde
men voor een stenen plint plus een 'hard' dak
dat niet alleen water en vonken tegenhield,
maar door overstekende randen ook de kwets
bare houten of lemen zijwanden vrijwaarde van
vocht. Thans blijkt dat de ontwikkeling van
kapconstructies nauw samenhing met verande
ringen in de toepassing van dakbedekkings
materialen. Een schoorsteen was een luxe
artikel. Het leven speelde zich aanvankelijk
geheel af op een lemen begane grond, met een
open vuur en veel rook waardoor het verblijf in
hogere sferen uitgesloten was. Zonder schoor
stenen geen verdiepingen. Door de eeuwen
heen bleef de begane grond de belangrijkste
ruimte voor representatie, om er insteken,
binnenhaarden en mooie trappen te maken.
Nergens was de drang om te vernieuwen groter.
Er kleefde echter een groot nadeel aan het
verblijf op de begane grond, een risico dat
evenzeer speelde voor de eventueel daaronder
liggende kelder: de toetreding van onbeheers
baar water, de dreiging van een overstroming.
Vrijwel alle oude nederzettingen liggen aan
rivieren, waarbij onbeheersbaar water uit het
achterland of door de zee opgestuwd kon
worden. In een stad als Dordrecht zien we
overal nog de voorzieningen tegen het hoge
water en peilhoogtes die memoreren dat het
soms misging.