april 2004 Heemschut 39 er met de Zilvervloot voor de rede en De Ruyter trok er in 1667 tijdens de Tweede Engelse Oorlog op uit met 100 schepen, 17.500 matro zen, 1.000 man landingstroepen en 3.300 stuks geschut, waarna de vrede niet lang op zich liet wachten. Nadat De Ruyter in 1676 dodelijk gewond raakte door een kanonskogel, werd zijn lichaam vanuit Italië gebalsemd in een loden kist naar de Republiek teruggevaren, waar het op 29 januari 1677 in Hellevoetsluis aan land ging. Na een 'overnachting' in het Prinsehuis - daar waar de kamer van de secretaresses nu is - ging zijn lichaam door naar Amsterdam om in de Nieuwe Kerk begraven te worden. Misverstand De huidige naam dankt het Prinsehuis aan het misverstand dat prins Willem III hier in 1688 zou hebben gelogeerd voor zijn vertrek naar Engeland om met Mary Stuart te trouwen. Als aanvoerder van het leger en de vloot verbleef hij echter niet in het Prinsehuis, maar in het Admiraliteitsgebouw iets verderop. De eerste poging tot vertrek van Willem III mislukte door een vliegende storm, waarbij onder andere 1.300 paarden omkwamen. Nadat zijn beschadigde schepen waren gerepareerd, vertrok hij alsnog met meer dan 3 5 0 schepen, 7.000 scheepslieden, 16.000 soldaten en 3.000 paarden. Naast het Prinsehuis geeft een tentoonstelling in Museum Gesight op 't Dok een overzicht van deze indrukwekkende over tocht, met onder andere een maquette die een goede impressie geeft van de geweldige omvang van de vloot. De buitenkant van het Prinsehuis is sober. Binnen is het rijkversierd. Neem het hout snijwerk in de hal en boven de schouwen in de kamers, vol met wapens, plantmotieven en elementen uit de krijgskunst. Oorspronkelijk waren de ornamenten gemarmerd, in de negen tiende eeuw felgekleurd en tegenwoordig zijn ze witgeschilderd. In de twee achterste kamers, van de loco burgemeester en de secretaresses, heeft Pieter Posts zoon Johannes boven de schouw schilde ringen aangebracht. Johannes was niet een van de beste schilders die de zeventiende eeuw gekend heeft. De meeste deskundigen menen dat hij twee begrippen allegorisch heeft verbeeld: 'theorie' (volgens Ripa's Iconologica een jonge vrouw met in de linkerhand de Griekse letter Theta, die haar blik en passer ten hemel richt) en 'praktijk' (volgens Ripa een oude vrouw, met een passer die ze, tegen een liniaal aan, naar de grond richt). Van der Geest, oud-docent klassieke talen, twijfelt echter: Practica ziet er op het schilderij wel erg manne lijk uit. Volgens hem betreft het Pythagoras en is de jonge vrouw op de andere schildering mogelijk de godin van de geometrie of astrono mie. Veronique Stern, beleidsmedewerker musea en monumenten, laat tot slot nog een deur zien die naast de schildering van Theoretica tussen de kamer van de burgemeester en de loco-burge meester zit. 'Sommige trouwpartijen zijn heel luidruchtig. Niet iedereen trouwt meer in de kerk en wat zich vroeger daar afspeelde, wordt nu hierheen verplaatst. Je hoort hier nu van alles, van Mexicaanse muziek tot volledige opera's. Dan moet de burgemeester door dat hele gezelschap heen, dus als hij ongezien uit zijn kamer weg wil, gebruikt hij deze "vlucht- deur".' Drs. T.L. van der Putten is lid van Heemschut Zuid-Holland. EerstHuis van Gecommitteerde Radenen 'Commieshuis', later 'Landshuis', nu Prinsehuisdit zeventiende-eeuws gebouw heeft al heel wat namen en functies gehad. Burgemeester Corstiaan Kleijwegt (rechts) en loco-burgemeester Edwin van der Geest (links) zetelen er nu. Foto's Henk Snaterse.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2004 | | pagina 41