Anne Visser gefascineerd
door perfectie Nieuwe
Hollandse Waterlinie
Ewout van der Dussen
Excursie Heemschut Zuid-Holland en Utrecht 29 mei
Dit jaar - dat staat in het teken van de verdedigingswerken - kan
Heemschut niet voorbijgaan aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Dus ook niet aan Anne Visser, 'dé man van de Hollandse
Waterlinie'. Op 29 mei leidt hij een excursie door het gebied.
Heemschut
27
Nieuwe Hollandse Waterlinie als een uit de
hand gelopen hobby: Het begon met een open
dag van de Utrechtse Forten Stichting op het Fort
bij het Hemeltjebegin jaren negentig. De leden
van die stichting hebben mij er toen bijgesleept.
Quote Anne Visser. Foto Henk Snaterse.
De oude en nieuwe Hollandse Waterlinie
Water als bondgenoot. Dat is het
uitgangspunt van het gebruik van water
als verdedigingsmiddel. Dit werd al
toegepast tegen de Spanjaarden in de
Tachtigjarige Oorlog en later tegen de
Fransen, om Holland te verdedigen. De
Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW),
aangelegd en geperfectioneerd in de
periode 1815-1940, oostelijk van de
oude linie waarbij Utrecht achter de linie
kwam, loopt van de vroegere Zuiderzee
tot aan de Biesbosch. Het principe is
eenvoudig. Zet een laag water (maximaal
50 centimeter) op het land waardoor het
onbegaanbaar wordt en bouw op plaatsen
waar dat niet kan een fort of maak gebruik
van een vestingstad om de doorgang door
de linie te kunnen afgrendelen. Zo is de
NHW een aaneenschakeling van vesting
steden, grote en kleine forten. Maar de
uitvoering van dit eenvoudig principe is
ingenieus. Met een nauwelijks opvallend
stelsel van inlaatsluizen en inundatie
kanalen kon men anno 1940 binnen
enkele dagen breedtes van twee tot vijf
kilometer, de inundatievelden, onder
water zetten.
De stuurgroep Nationaal Project Nieuwe
Hollandse Waterlinie streeft ernaar dat
de NHW in de toekomstige ruimtelijke
ordening van het gebied een duidelijke
plaats krijgt en dat de waterlinie wordt
voorgedragen als een van de Nederlandse
bijdragen aan het werelderfgoed van de
Unesco.
Fort Honswijk, bron van verhalen: de indruk
wekkende toren en zijn sfeervolle binnenplaats
geven dit fort een geheel eigen sfeer. En dan die
onuitroeibare geruchten over de onderaardse
gang.
'Het gaat bij de Waterlinie om wat je niet ziet',
is de stelling van Anne Visser. Een uitspraak
die vreemd en tegenstrijdig overkomt omdat je
bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW)
meteen denkt aan de talloze forten, met hun
metersdikke muren. Die forten zijn echter, zo
blijkt uit een gesprek met Visser, slechts een
'sluitpost van de Waterlinie'. Ze waren alleen
nodig op punten waar het niet mogelijk was om
het gebied onder te laten lopen (in de militaire
terminologie 'inunderen') of waar voorzienin
gen voor het stellen van de inundatie moesten
worden beschermd.
Ondanks de stelling dat het gaat om wat je niet
ziet, komt bij Visser thuis een grote kaart op
tafel waarin de grenzen van de NHW anno
1940 nauwkeurig zichtbaar zijn gemaakt.
Het is het resultaat van archiefonderzoek dat
Visser in opdracht van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg heeft uitgevoerd. Daarbij
bleek ook dat de NHW anno 1940 zich tevens
ten westen van het Amsterdam-Rijnkanaal
uitstrekte.
Niet alleen binnenshuis, ook buiten kent de
amateur-historicus en onderzoeker het gebied
door en door. Dit dankzij een inventarisatie van
de NHW die Douwe Koen van het Utrechtse
Archief enkele jaren geleden in opdracht van
de provincie Utrecht heeft uitgevoerd, met als
resultaat een lijst van duizend objecten. Visser
heeft van vrijwel al die objecten, zoals sluizen
en sluisjes, duikers, inundatiekanalen, kazemat
ten en groepsschuilplaatsen, foto's gemaakt.
Visser: 'Voor mij is die Waterlinie echt een uit
de hand gelopen hobby, begonnen met een
open dag van de Utrechtse Forten Stichting op
het Fort bij het Hemeltje, begin jaren negentig.
De leden van die stichting hebben mij er toen
bijgesleept.' Het duurde daarna niet lang of
Visser verzorgde zelf rondleidingen, vooral op
Fort Honswijk, zijn tweede liefde. Sinds zijn
gedwongen vertrek bij KPN in 2002, waar hij
werkte aan de expansie van het bedrijf in het
buitenland, heeft de NHW hem geheel in de
greep. Hij werkt aan zijn onderzoeken, is voor
zitter van de commissie NHW van de stichting
Menno van Coehoorn, de stichting die zich
specifiek bezighoudt met het beschermen van
verdedigingswerken. Verder is hij voorzitter
van de stichting Militair Erfgoed, een stichting
die hij samen met enkele geestverwanten in
1998 heeft opgericht en die zich richt op voor
malige militaire infrastructuur variërend van
forten tot vliegvelden en van Duitse bunkers
tot naoorlogse luchtwachttorens. Die stichting
pleit voor het behoud van het Servaas bolwerk,
de kanjer van een bunker in Utrecht. Verder
was Visser betrokken bij het onlangs verschenen
boek over de NHW van Chris Will.
Omgekeerde strijd tegen water
Vissers grootste passie ligt echter bij 'het
verschijnsel van de inundatie'. De linie in dit
waterrijke gebied heeft drie aspecten: het puur
militair-strategische element, de verdedigings
werken en - waar het eigenlijk om gaat - het
water, de inundaties. Die inundaties onder
scheidt de NHW ook van andere linies in
Nederland, die, zoals de Stelling van
Amsterdam, alleen bestaan uit forten en andere
versterkingen. Bij inundaties speelt de vraag:
hoe kregen ze het water in een paar dagen op al
die plaatsen? Met name van dat laatste is Visser
nog altijd diep onder de indruk. Inundatie is het
omgekeerde van onze strijd tegen het water.
Mensen maken weieens de vergelijking met
de opvang van water in tijden van hoge rivier-
april 2004