Aangekleed en uitgekleed
KnfÜ
Ph.M. Bosscher
Bezoek Grote Kerk tijdens Heemschuts algemene ledenvergadering
Werden de schipwanden van
de Grote of Sint-Laurenskerk
te Alkmaar tijdens de ene
renovatie van pleisterwerk
ontdaan, bij de volgende
restauratie werd dat juist
weer aangebracht. Hoe dan
ook, het interieur blijft een
indrukwekkend voorbeeld
van pure 'Keldermansgotiek'
in haar Hollandse variant.
msa» *»»mm mm
mm
raüi
april 2004
Heemschut
15
Het interieur van het schip van de Grote of
Sint-Laurenskerk te Alkmaar is een gaaf voor
beeld van klassieke kerkinrichting in calvinisti
sche geest zoals die tot stand kwam na de in
voering van de Reformatie in de 'publycke
kerck' in Noord-Nederland. Het kan aange
duid worden als een echt Saenredam-interieur
zoals de schilder er zoveel heeft afgebeeld (hij
heeft ook in Alkmaar gewerkt). Het gebouw is
doorstroomd van helder licht, tegen de witte
wanden steekt het donkere hout af van kansel
en gestoelten, waarvan één ontworpen is door
niemand minder dan Jacob van Campen. Een
monumentaal orgel domineert de ruimte.
Overigens dateert deze situatie pas van de
laatste grote restauratie (1991-1996). Toen
werd niet zonder discussie besloten de wanden
van het schip opnieuw wit te pleisteren, vooral
omdat dan het geluid beter te beluisteren zou
zijn van één der mooiste orgels van Nederland,
het vanaf 1645 ontstane meesterwerk van de
Van Hagerbeers en Schnitger. Tijdens de
voorgaande restauratiecampagne (1923-1949)
waren de wanden van het schip juist van
pleisterwerk ontdaan, in overeenstemming
met de toenmalige opvatting die zo graag het
'eerlijke materiaal' wilde tonen, een visie die
in dit geval op gespannen voet staat met de
historische werkelijkheid.
Eén der mooiste orgels van Nederland:
het vanaf 1645 ontstane meesterwerk van de
Van Hagerbeers en Schnitger. Alle foto's Anna
Huizinga.
- BS®
«SS tffit
Hier rust Grave Florens de Vijfde: na diens tragische dood begroeven de trouwe Westfriezen de
ingewanden van 'der Keerlen God' in de Sint-Laurens.
Na de invoering van de Reformatie in 1572 werd dit altaarstuk in Alkmaar overbodig: Johan III van
Zweden kocht dit door Maerten van Heemskerck geschilderde drieluik en schonk het aan de
Domkerk te Linköping. Enkele jaren geleden is een reproductie digitaal naar Alkmaar overgeseind.