De hofjes
Op verschillende plekken in de stad zijn mooie
hofjes te vinden. Het meest intieme is het Hofje
van Splinter met zijn houten galerij langs de
smalle binnentuin (van circa 1650), gesticht
door Margaretha Splinter en opgetrokken in
Hollandse renaissancestijl. Het meest monu
mentale is de door Floris Wildeman gestichte
Wildemanshof, opgetrokken in late Hollands
classicistische stijl en voorzien van een ruime
binnentuin (1714-1717).
De houten hameibruggen
De late Hollands classicistische stijl is ook
elders te vinden. Bijvoorbeeld bij de karakteris
tieke hameibruggen die vanaf 1686 volgens een
standaardmodel overal in de stad verschenen.
Het gaat om (voormalige) houten ophaal
bruggen. Bijzonder is de monumentale vorm
van de in gebroken wit geschilderde hameien:
De visbanken
Vlakbij de Waag liggen de visbanken: twee
kleine zuilengalerijtjes, voorzien van hard
stenen tafels waarop de vis verkocht werd.
Oorspronkelijk waren er houten kolommen die
de overkapping droegen, thans zijn het slanke
gietijzeren zuiltjes. Tussen de twee galerijtjes
staat een pomp, voorzien van hardstenen platen
uit de negentiende eeuw en een fraai bronzen
mondstuk in de vorm van een dolfijnenkop uit
de zeventiende eeuw.
Grote Kerk opgetrokken in de stijl van de
Brabantse gotiek, waarbij gebruik gemaakt
werd van een combinatie van lokale roodgeel
gemĂȘleerde baksteen en witte Belgische
natuursteen. Die witte steen is hier toegepast in
de vorm van speklagen, die de gebouwen vanaf
de straat een opvallend aanzien geven.
De Waag en de Waagtoren
Tot de bekendste gebouwen behoort het waag
gebouw (1583) voor het wegen van de kaas voor
de beroemde kaasmarkt. Het gebouw heeft een
bijzondere voorgeschiedenis. Eerst diende het
tot Heilige Geestkapel. Na het Spaans Beleg
werd die kapel verbouwd tot waaggebouw.
Daarbij werd de oude koorabsis afgebroken en
vervangen door een rechte pronkgevel in de
toen nieuwe stijl van de Hollandse renaissance.
Zo onstond een van de meest imposante laat
zestiende-eeuwse waaggebouwen die ons land
rijk is. Tussen 1597-1602 volgde de bouw van
een reusachtige toren naar ontwerp van de
toenmalige stadstimmerman Pi eter Cornelisz.
Kunst. Net als de toren van de Grote Kerk
herbergt ook de Waagtoren een zeventiende-
eeuws carillon van Melchior de Haze. Nog
altijd heeft de gemeente Alkmaar een stads-
beiaardier - Bob van Wely- in dienst die beide
carillons bespeelt.
met hun 'geblokte' uitvoering ogen zij uit de
verte bijna als poorten van natuursteen in plaats
van eenvoudige houten constructies.
Huizen uit allerlei perioden
Bepalend voor het aanzien van de binnenstad
zijn niet alleen grote gebouwen met een
publieke functie, maar ook de talloze grotere
en kleinere particuliere woonhuizen uit diverse
perioden. Zo zijn er huizen met trapgevels van
oranjerode baksteen uit de zeventiende eeuw
en huizen met lijstgevels in een paarsbruine
baksteen uit de achttiende eeuw en het begin
van de negentiende eeuw. Voordat baksteen
gangbaar werd, werd in de stad veel in hout
gebouwd. Het beroemde 'Huis met de Kogel'
geeft een goed beeld van die Alkmaarse hout
bouw. Maar ook achter veel bakstenen gevels
gaan nog steeds houtskeletten schuil.
De afdeling Monumentenzorg en
Archeologie van de gemeente Alkmaar
Al meer dan 125 j aar heeft Alkmaar een eigen
afdeling Monumentenzorg en Archeologie, die
zich dagelijks inzet voor het behoud van de
cultuurhistorische waarden. Dat gebeurt onder
andere door het geven van restauratieadviezen
aan de eigenaren van de circa 385 rijksmonu
menten, circa 450 (straks: circa 700) gemeente
lijke monumenten en ruim 4300 karakteristieke
panden. Verder door het doen en laten doen van
archeologisch en bouwhistorisch onderzoek
en door het opstellen van cultuurhistorische
waardenrapportages daar waar bouwplannen
worden ontwikkeld. Tevens levert de afdeling
een belangrijke bijdrage aan de reconstructie
van de stadsgeschiedenis.
Het intiemste hofje van Alkmaar: het Hofje van
Splinter heeft een houten galerij langs de smalle
binnentuin.