februari 2004
Heemschut
31
Het ontstaan van Nieuweschans
De oostgrens van Groningen liep tot 1616
vanaf de Dollard tot Coevorden door ontoe
gankelijk moerassig gebied. De weg over de
zandrug van Bourtange langs Winschoten en
Slochteren naar Groningen was toen de enige
toegangsweg vanuit het oosten. De beheersing
van deze toegangsweg tot de stad was van groot
belang: in 1593 werd de Bourtanger Schans vol
tooid. Ook werd in dat jaar de Bellingwolderzijl
Schans of Oude Schans gebouwd op een strate
gische plek aan de weg tussen Groningen en
Bourtange, waar de Westerwoldse Aa in de
Dollard stroomde. Door het openzetten of
sluiten van de sluizen (de zijlen) in de monding
van de Westerwoldse Aa kon men de omgeving
onder water zetten. In 162 6 verloor Oude
schans zijn verbinding met de Dollard; door
het inpolderen van een deel van de Dollard
ontstond een brede, niet beveiligde kleistrook
ten noorden ervan. Een nieuwe vesting aan de
Dollard werd noodzakelijk: in 1628 werd
Lange Akkerschans of Nieuwe Schans gesticht.
De Dertigjarige Oorlog (1618-1648), die
vooral in de Duitse landen werd gevoerd,
maakte versterking van de oostgrens noodzake
lijk.
Besloten werd de nieuwe schans aan te leggen
op de Lange Akkeren, een hoger gelegen klei
strook in de Dollardboezem, bij de nieuwe
monding van de Westerwoldse Aa. Door de
aanleg van een zijl aan de noordzijde in de
Westerwoldse Aa zou men hier ook de omge
vingvan de vesting onder water kunnen
zetten. De vesting moest niet alleen de dijken
beschermen maar ook de zijl. Verdieping en
verwijding van de haven maakte de Lange
Akkerschans of Nieuwe Schans bereikbaar voor
schepen.
Volgens het plan van ingenieur Matthijs van
Voort werd een vesting aangelegd in de vorm
van een regelmatige vijfhoek, bestaande uit een
aarden wal met op de vijfhoeken aarden
bastions of dwingers, en omgeven door een
gracht. Er kwamen twee poorten: aan de
noordkant de hoofdpoort, de Winschoter
poort, aan de zuidkant de Bellingwolderpoort.
Beide poorten waren door een hoofdweg met
elkaar verbonden: de Voorstraat. Langs de
Voorstraat lag het plein voor exercities. Rond
het plein woonden de officieren en andere
notabelen. In de Achterstraat woonden hand
werkers en schippers. Een van de eerste gebou
wen aan het plein was de hoofdwacht.
De oude vorm van de vesting is nog goed
zichtbaar: Nieuweschans vanuit de lucht
Foto Stichting Vrienden van de Nieuwe
Schans.
Bommenberend
Wat voor rol heeft de vesting Nieuweschans na
1648 gespeeld bij de verdediging van Noord-
Nederland? Het gevaar kwam na de Dertig
jarige Oorlog meestal uit het zuiden, zoals in
het rampjaar 1672 met de inval van Bernard van
Galen, bisschop van Munster, in Groningen
bekend als Bommenberend. Hij bezette
Nieuweschans in 1672. Rabenhaupt, de
commandant van de Groningse troepen,
heroverde het jaar daarop de vesting. Ook de
Fransen in 1795 kwamen uit het zuiden.
Met het droogmaken van de moerassen en het
inpolderen van de Dollard hadden de vestingen
geen nut meer. Ook Nieuweschans verloor in
de achttiende eeuw zijn functie. Toch werd de
vesting van Nieuweschans in 1744 aan de
noord- en oostkant uitgebreid. Na de bezetting
door de Fransen (1795-1813) raakte die in
verval. In 1870 besloot de regering de vesting
op te heffen en werd deze ontmanteld.