Van winkel tot bank: in 1898 kocht de bankiersfirma Vlaer en Kol het Utrechtse filiaal van de Winkel van Sinkel en verbouwde dat met respect. Uit die tijd dateert ook het tochtportaal. Illustratie De Winkel van Sinkel aan de Oudegracht in 1 899, door Karei Hanau. De vergulde sextant in de hand, de zeevaart symboliserend: een van de beelden op de verdieping, na restauratie. Foto Hein F. Wijnman, Rappange Partners Architecten. een glazen lantaarn. Dit daklicht geeft de zaal niet alleen daglicht maar heeft ook een enorme ruimtewerking. Op de verdieping rondom de verkoopzaal een galerij versierd met hermen (vrouwenhoofden op een pilaster). De verdie pingen dienden verder als onderdak voor het personeel dat verplicht intern woonde, lange dagen maakte, netjes gekleed moest gaan en zich aan strenge regels diende te houden. In 1860 woonde in het gebouw de twee gezinnen van de winkelchefs, zeven dienstbodes, veertien winkelbedienden en evenzoveel winkeldoch ters. Later kwamen daar nog een modiste en een naaister bij. Van het negentiende-eeuwse interieur van de Winkel van Sinkel in Utrecht zijn geen afbeeldingen bewaard, maar het aanzien moet overweldigend zijn geweest. Sinkel, een handige zakenman, kocht op grote schaal in, betaalde zijn inkoop contant en kon zo tegen redelijke prijzen zijn waar - alle producten hadden een apart prijskaartje! - te koop aanbieden. Hij wist binnen de kortste keren een enorme cliëntèle te verwerven en had op het toppunt van zijn roem zo'n 13.000 vier kante meter winkeloppervlakte in diverse filialen. Na de dood van Sinkel in 1848, hij stierf

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2004 | | pagina 26