Erik Boshnijzen
Veel mensen ervaren Urk als een plaats met twee gezichten. Ten
onrechte. Ondanks het kenmerkende schots en scheef bouwen is
er wel degelijk onderlinge samenhang, merkte de Provinciale
Commissie Flevoland tijdens een werkbezoek.
Heemschut
21
Natuurlijk: het vroegere eiland Urk staat vol
met in veel gevallen waardevolle monumenten.
In totaal zo'n dertig. Het ene nog interessanter
dan het andere en vooral als de bezoeker wordt
rondgeleid door dorpshistoricus en gids Albert
van Urk is hij verzekerd van een verrijkt beeld
van deze bijzondere gemeenschap. Toch moet
een bezoek aan Urk niet beperkt blijven tot
'huisjes kijken' ook al is elk van die huisjes op
zichzelf meer dan de moeite waard en vooral in
de details afwijkend van wat elders te zien is.
Nee, wie Urk goed wil bekijken moet vooral
proberen oog te hebben voor de structuur, voor
de onderlinge samenhang die er bestaat
ondanks het voor het eiland kenmerkende
schots en scheef door elkaar bouwen en vooral
voor het doorzicht door de straten en steegjes
waarachter als het hoogteverschil het toelaat in
veel gevallen het IJsselmeer en de wolkenluch
ten de finishing touch geven.
Tijdens een werkbezoek dat de Provinciale
Commissie Flevoland van Heemschut onlangs
op Urk aflegde, wees wethouder Jaap Koffeman
van onder meer Ruimtelijke Ordening dan ook
terecht op de aanwijzing van de Urker Bult als
beschermd dorpsgezicht in de zin van de
Monumentenwet 1988. Daarmee heeft de
Urker Gemeenteraad in grote eensgezindheid
uitgesproken dat de 'cultuurhistorische waarde
van het dorp Urk wordt ontleend aan de
samenhang tussen de geologische kenmerken
en de cultuurhistorische, historisch-ruimtelijke
en architectuurhistorische waarden'. Hiermee
heeft het gemeentebestuur ook vastgelegd dat
alle beslissingen om dit erfgoed in stand te
houden of te verbeteren tegen deze achter
grond genomen zullen worden. De monumen
tenwandeling die de Heemschut-delegatie
vervolgens samen met Koffeman, Albert van
Urk en PC-lid en voormalig wethouder
Willem Baarsen door het dorp maakte, onder
streepte het belang ervan.
Plaats met twee gezichten
Toch ervaren de meeste bezoekers Urk als een
plaats met twee gezichten. Het ene wordt
gevormd door het water waar de haven, met
bijbehorende bedrijvigheid, nog altijd het doel
van de meeste bezoekers vormt. Het andere is
de Ideilemen heuvel die zo'n tien meter boven
het niveau van de voormalige Zuiderzee
uitkomt. Daar ervaar je de samenhang die
gevormd wordt door de oplopende en afdalende
straatjes en de karakteristieke bebouwing, al
dan niet gerestaureerd.
Onze wandeling voert van het Museum het
Oude Raadhuis waar het authentieke Urker
leven nog bijna tastbaar aanwezig is naar de
Vuurtoren. Vanaf de op veertien meter hoogte
gelegen omloop van dit in 1844 opgetrokken
gebouw krijg je een goed beeld van de grillig
door en aan elkaar gebouwde 'wijken' die het
bebouwingspatroon van het oude dorp accen
tueren. Goed is te zien hoe steil de straatjes en
stegen afdalen naar het havengebied, de
scheepswerf Metz, met daarachter het IJssel- en
het Ketelmeer met het windmolenpark bij
Lelystad en de Zuidertoren van Enkhuizen.
Vanaf de vuurtoren is het maar een paar
stappen naar het Vissersmonument. In 1968
werd hier het door G. van der Leeden
gemaakte beeld van de vissersvrouw onthuld
die langs de molens op de Noordoostpolderdijk
nog éénmaal uitkijkt naar de vissers die niet
meer terugkeerden. Op 31 platen staan hier
353 namen van degenen die sinds 1865 bij de
visserij omkwamen.
Onmisbaar oriëntatiepunt
Voor de inpoldering behoorde Urk tot de
provincie Noord Holland. Nog eerder was er
de relatie met Amsterdam. Op de gedenksteen
boven de hoofdingang van het Kerkje bij de
Zee leest de bezoeker over de achtergrond
ervan: voor de scheepvaart op de door zijn vele
ondiepten gevaarlijke Zuiderzee was Urk een
onmisbaar oriëntatiepunt. Het Kerkje werd
met Amsterdams geld in 1786 gebouwd op de
plaats waar het uit omstreeks 1600 daterende
eerdere kerkje, waarbij ook de door burgemees
ter Gerrit Jacob Witsen opgerichte 'vuurbaak'
stond, wegens bouwvalligheid was afgebroken.
Op zich ontbreekt op Urk historische bebou
wing die vergelijkbaar is met de leeftijd van
bouwwerken op het 'oude' land. Het oudste
monument hier is het Wakend Oog hoog op de
'Bult' als pastorie gebouwd in 1736. Die ligging
is niet vreemd; traditioneel woonden vooraan
staanden als de dominee en de burgemeester op
het hoogste deel van het eiland. Momenteel
wordt het huis gerestaureerd om straks als
woonhuis voor aannemer Oost en zijn vrouw
wethouder Marij Oost te dienen.
Merkwaardig is dat de samenhang van bebou
wing en ruimtelijke werking naar verhouding
beter zichtbaar wordt naarmate men wat afdaalt
in de dorpskern. De bebouwingsdichtheid is
hier immers zeer hoog. De huisjes staan
dikwijls vrijwel tegen elkaar aangebouwd, afge
zien van kleine binnenplaatsjes ontbreken eigen
erven, straatjes en stegen laten eigenlijk geen
autoverkeer toe. Toch zijn vooral de doorkijk
jes beeldbepalend en ervaart de bezoeker bijna
altijd direct de nabijheid van het water of de
hoge wolkenlucht.
Ook de synthese tussen oud en gerestaureerd is
opvallend. Een goed voorbeeld is de monu
mentwoning aan de Wijk 5-63. Het gaat hier
om twee ruggelings tegen elkaar gebouwde
huisjes uit de tweede helft van de negentiende
eeuw. De houten aanbouw bleef tijdens de
restauratie in 1998 behouden evenals de 'make
laar' de voor Urk karakteristieke versiering in
de nok van de gevel. Van gids Albert van Urk
kan men leren dat de oorsprong van de 'make
laar' herkenbaar is: hartvormige versiering is
van christelijke herkomst, een soort van 'runen
teken' wijst op een van oorsprong germaanse
oorsprong.
Hoewel er hier en daar natuurlijk historisch
interessante panden in slechte staat verkeren,
kan voor de meerderheid worden vastgesteld
dat in de kern van het dorp zorgvuldig en gewe
tensvol met dit cultuurbezit is omgegaan. Dat
geldt ook voor het hergebruik van interieuren
zoals het herplaatsen van bedsteewanden uit
samengevoegde woningen of door het opnieuw
benutten van tegels en fornuizen en schoorste
nen. Ook historische winkelpandjes en gevels
zijn herkenbaar en goed geïntegreerd te
bewonderen.
Het is goed om een rondwandeling langs de
Urker monumenten te beginnen en af te sluiten
in het museum Het Oude Raadhuis. Na de
rondwandeling kan daar alles als het ware nog
eens ingekleurd worden en kan zoals de PC
Flevoland mocht ervaren worden vastgesteld
hoe belangrijk de Urker gemeenschap het
instandhouden van het eigen cultuurgoed zelf
vindt.
Heemschut Flevoland is ieder geval zeer inge
nomen met de afspraak die wethouder
Koffeman maakte met PC-voorzitter Rob
Nijhof: vanaf nu wordt Heemschut betrokken
bij overleg over restauratie en instandhouding
van cultuurhistorische waarden en zal men
elkaar een a twee keer per jaar hierover
spreken. Verder heeft Heemschut Flevoland
een ledenexcursie naar het monumentale voor
malige eiland in voorbereiding. Die zal meer
omvatten dan het gebruikelijke 'visje eten' op
Urk!
E. G. Boshuijzen is journalist m PR-tnedewerker
van Heemschut Flevoland.
februari 2004