Voor armen, ouderen en studenten
Vim Venvers
Vijfjaar Stichting Het Landelijk Hofjesberaad
Van de honderden hofjes die Nederland ooit had, zijn er drie
honderd bewaard gebleven. Vaak met de status van rijks- of
gemeentemonument. Ruim zestig hofjes hebben zich verenigd in
de Stichting Het Landelijk Hofjesberaad, die inmiddels vijfjaar
bestaat.
Meer weten?
februari 2004
Heemschut
19
Hofjes zijn een karakteristiek Hollands
verschijnsel. In steden als Leiden, Haarlem en
Amsterdam zijn er vele bewaard gebleven.
Soms zijn er toeristische wandelingen langs
uitgezet, zoals in Leiden en Haarlem, evenals in
Dordrecht, Groningen en Utrecht. Helaas
heeft sloop er vele doen verdwijnen. Soms
vormen resten ervan, zoals een toegangspoort,
nog een reminiscentie aan het bestaan van een
hofje.
Aanvankelijk zijn hofjes gebouwd voor de huis
vesting van gasten. Met gasten worden niet
alleen reizigers, maar ook zieken bedoeld. Nog
steeds komt de naam gasthuis voor bij oude
hofjes of bij oude ziekenhuizen. Later was huis
vesting in hofjes bestemd voor speciale groepen
zoals ouderen, armlastigen, leden van een
bepaald kerkgenootschap et cetera. In veel
gevallen is die situatie tot op de dag van
vandaag gehandhaafd.
De stichters, vooral vanaf de zestiende tot in
het begin van de negentiende eeuw, waren
meestal van rijke komaf. Later, sinds de tweede
helft van de negentiende eeuw, hebben kerkge
nootschappen en gemeenten zich ingezet voor
de huisvesting van deze groeperingen in het
kader van de sociale woningbouw. Er moeten
in Nederland honderden hofjes zijn geweest.
Nieuwe bewoners
Hoeveel hofjes nog hun oorspronkelijke
functie vervullen, is niet geheel duidelijk.
Dankzij een grove inventarisatie weten we dat
er op het ogenblik nog ruim driehonderd
bewaard zijn gebleven. Gedeeltelijk zijn zij in
beheer bij stichtingen die de oorspronkelijke
doelstelling handhaven: huisvesting voor
bepaalde groeperingen. Dat aantal bedraagt
ongeveer 75. Ook woningcorporaties en andere
woon/zorginstellingen hebben zich om een
aantal redenen over hofjes ontfermd. Daardoor
en door een ander toelatingsbeleid is soms de
oorspronkelijke samenstelling van de bewoners
geheel veranderd.
Tussen de bestuurders van hofjes, colleges van
regenten, was er in Nederland nauwelijks
contact. Alleen in steden met veel hofjes troffen
de regenten elkaar soms. Daaruit ontstonden
op plaatselijk niveau samenwerkingsverbanden,
zoals in Haarlem, Leiden en Amsterdam.
Dankzij wederzijdse bezoeken kwam het plan
op een landelijk hofjesberaad in het leven te
roepen. Steun werd gezocht bij de Stichting
R.C. Maagdenhuis te Amsterdam, waarmee het
Amsterdams Hofjesberaad goede relaties
onderhield. Uit een lijst, opgesteld met hulp
van het Nederlands Contact Monumenten
(NCM), werden bestuurders van 7 5 hofjes in
1995 voor een oriënterend gesprek uitgeno
digd. Dat resulteerde in de oprichting van de
Stichting Het Landelijk Hofjesberaad (LHB)
op 4 juni 1997. Daarbij sloten zich 21 hofjes
aan. Dat aantal is aan het eind van het eerste
lustrum jaar uitgebreid tot 62.
Hofjeskrant
Het bestuur van het LHB stelt zich ten doel het
algemeen belang van hofjes te behartigen, in de
ruimste zin van het woord. Daartoe organiseert
het bijeenkomsten voor de leden en geeft het
twee keer per jaar de Hofjeskrant uit.
Tijdens bijeenkomsten, die tweemaal per jaar
plaatsvinden, worden lezingen gehouden.
Daar komen onderwerpen aan de orde die
nauw samenhangen met het beheer en behoud
van hofjes. Als voorbeeld zijn te noemen de
OZB-belasting, onderhoudsplanning, hofjes
en toerisme, hofjes als stichtingen, ouderen
zorg in de toekomst. Overigens heeft het
LHB ter ondersteuning van de hofbesturen
een floppy gemaakt met een onderhouds-
programma. Aan de voorjaarsbijeenkomst,
gehouden in een 'hofjesstad', is meestal een
excursie langs de plaatselijke monumenten
verbonden. Het LHB probeert de landelijke
politiek te interesseren voor de problematiek
van de OZB-belasting. Daarmee worden bestu
ren van hofjes vaak op onaangename wijze
geconfronteerd, alsof het om commerciële
objecten gaat.
In de Hofjeskrant staan interessante artikelen
over het instandhouden van hofjes. Ook intro
duceren nieuwe leden hun hofje, wordt rele
vante literatuur besproken en vallen er adviezen
en wetenswaardigheden te lezen, zoals over
legionella en het nut van huurcommissies voor
bestuurders van hofjes.
Om een indruk te krijgen van de financiële situ
atie van hofjes is een enquête gehouden.
Daaruit kwam naar voren dat ze, op enkele
uitzonderingen na, redelijk floreren. Een goed
gebruik van bestaande subsidieregelingen blijkt
van groot belang. Dat subsidieregelingen voor
restauratie verbetering behoeven, was een
ander, belangrijk gegeven uit de enquête.
Het LHB beschikt over een eigen website. Die
geeft een overzicht van de activiteiten en de
aangesloten leden. Het bestuur van het LHB
realiseert zich dat de omvang van de stichting
een beperkt karakter zal houden vanwege het
relatief geringe aantal nog bestaande hofjes in
Nederland. Toch zet het bestuur zich ten volle
in om dit karakteristieke gedeelte van ons
cultureel erfgoed te behouden en om huisves
ting te bieden aan mensen uit de samenleving
die daar binnen de grenzen van hun leefomge
ving tot persoonlijke ontplooiing kunnen
komen.
Dr. W.J.H. Venvers is bestuurslid van het
Landelijk Hofjesberaad.
Nadere inlichtingen via www.hofjesberaad.nl
of bij G.G. Witsen Elias, Nachtegaalstraat 9,
8916 BA Leeuwarden, g.g.witsene@tiscali.nl