Martiaal Groningen
Verdedigingswerken
Ph.M. Bosscher
We noemen de strijd der Schieringers en Vetkopers. Of de
Groninger Schansenkrijg. Hoe kan Heemschut 2004 - voor
de erfgoedsector het jaar van de verdedigingswerken - beter
beginnen dan met een overzicht van martiaal Groningen?
Verderop in dit nummer aandacht voor Nieuweschans, waar
op 17 april het publieksevenement plaatsvindt.
februari 2004
Heemschut
15
De voormalige ruiterwacht of Corps de Garde:
in dit gebouw op de Oude Boteringestraat/
hoek Lopende Diep uit 7 634 zit tegenwoordig
een gerenommeerd hotel-restaurant.
Onder: Ewsumgevelsteen. Foto's Anna
Huizinga.
Wie zich enigermate heeft beziggehouden met
de geschiedenis van de Republiek der Zeven
Provinciën is vertrouwd met de begrippen
'landprovincie', 'zeeprovincie',
'generaliteitsland' en 'barrière'. Het is frappant
dat al deze begrippen van wezenlijke betekenis
zijn in het geschiedverhaal van de provincie
Groningen - misschien kunnen we beter
schrijven van 'Stad en Lande', zoals onder de
Republiek gebruikelijker was.
Het gewest was in zoverre een landprovincie
dat het in het oosten grensde aan het gebied
van vreemde vorsten, van wie op den duur de
koning van Pruisen de belangrijkste werd. De
Groninger zeevaart, vooral de Wadden- en
Sontvaart, was een belangrijke economische
factor.
Maar het gewest speelde ook een rol van bete
kenis in de Admiraliteit van het Noorden, al
was deze eerst in Dokkum, later in Harlingen
gevestigd. Groningen was de enige stad buiten
Holland en Zeeland waar een Kamer van de
West-Indische Compagnie gevestigd was.
Eigendom van de stad Groningen, die daar ook
stellig de eerste viool speelde, was het land
schap Westerwolde. Toch behoorde dit niet tot
Stad en Lande maar had het officieel de status
van Generaliteitsland.
Tegen vijandelijke legers wist de stad zich niet
alleen beschermd door een geducht stelsel van
vestingwerken maar ook lange tijd door de
zogeheten Oostelijke Barrière: de vestingen
Emden en Leerort die op vreemd territoir
lagen maar die tijdens de Tachtigjarige Oorlog
een staatse bezetting kregen die tot 1744
gehandhaafd bleef.
Het bovenstaande impliceert al dat we kunnen
spreken van de militaire geschiedenis van
Groningen. Deze gaat echter veel verder terug
dan de Tachtigjarige Oorlog. Uit de Middel
eeuwen kennen we de strijd der Schieringers en
Vetkopers en de strijd van de stad om de poli
tieke en economische hegemonie in het gewest
te verwerven. In de Ommelanden vinden we
een belangwekkend overblijfsel uit die periode
van gewapend conflict. Op het terrein van de
voormalige borg Ewsum bij Middelstum staat
een kanon toren uit 1472 die waarschijnlijk
gespaard bleef bij de sloop van de rest van het
gebouw in 1863 omdat dit bouwwerk met zijn
zware muren een 'te harde noot om te kraken"
was. In de stad vinden wij enkele overblijfsels
van de middeleeuwse omwalling, zoals een stuk
muur aan het Pepergasthuis en het onderstuk
van de zogenaamde Tibbetoren, nu een deel
van een particulier woonhuis aan de Hofstraat
bij het Cattenhage.
In de overgangsperiode van de Middeleeuwen
naar de Nieuwe Tijd zijn aan de oostzijde van
de stad successievelijk drie citadels of dwang-
burchten gebouwd. De oudste is gesticht door
Edzard Cirksena, graaf van Oost-Friesland, in
de tijd dat deze zich Heer van Groningen kon
noemen, en vrijwel onmiddellijk na het einde
van zijn bewind weer afgebroken. De tweede is
gesticht op last van Alva en verdween toen de
stad zich voor de eerste keer had aangesloten
bij de partij van de Opstand. In 1580 werd de
stad weer Spaans als gevolg van wat niet geheel
terecht wordt aangeduid als het 'Verraad van
Rennenberg' (de staatse stadhouder). Ook
diverse andere militair belangrijke objecten in de
omgeving kwamen daarna weer onder gezag van
de Spaanse koning. Vanaf 1589 werd systema
tisch krijg gevoerd om dit alles opnieuw onder
staats gezag te brengen, onder de bekwame en
bezielende leiding van de Friese stadhouder
Willem Lodewijk, graaf van Nassau.
Groninger Schansenkrijg
Deze zogenaamde Groninger Schansenkrijg
speelde zich vooral af rondom schansen of veld-
versterkingen, bestaande uit omgrachte aarden
wallen. Door deze constructiewij ze is er vaak
weinig van overgebleven. Er zijn echter uitzon
deringen. Rond Oudeschans vindt men nog een