Gloriedagen Sneek
herleven door
Magazijnen
Leeuwenburg
Peter Karstkarel
In 1995 nog uitgeroepen tot lelijkste pand van de stad, kreeg
Magazijnen Leeuwenburg zijn oude luister terug. Het pand is
representatief voor de fraaie collectie winkelpanden in Sneek.
26
Heemschut
Sneek is al minstens anderhalve eeuw het
markt- en winkelcentrum van de zuidwesthoek
van Fryslan. Dat is in de oude binnenstad te
merken door een fraaie collectie winkelpanden,
tegenwoordig grotendeels, zoals in elke winkel
stad in Europa, gebruikt door ketenbedrijven.
Zo zit de witgoed- en elektronicafïrma Scheer
Foppen in een pand in de navel van Sneek.
Het werd in 1995 uitgeroepen tot lelijkste pand
van de stad, maar kreeg door een grondige
renovatie zijn oude luister terug.
Het fenomeen van filiaalbedrijven is historisch
met Sneek verbonden want de gloriedagen van
veel oude bedrijven zijn daar begonnen. De
'hannekemaaiers', Duitse seizoenarbeiders,
begonnen in de negentiende eeuw te handelen
in textiel. De 'lapkepoepen', zoals ze nu werden
genoemd, openden winkels in enkele steden in
het noorden - Leeuwarden en Groningen maar
vooral Sneek. Daarmee gaven zij ook het voor
beeld aan autochtone ondernemers. De
Stockmans-, Brenninkmeijer- en Lampe-fami-
lies zetten er zaken op. Het C&A-concern
heeft zijn wieg in Sneek staan, het inmiddels
verdwenen Bervoets eveneens en ook V&D
kreeg dankzij injecties van de Lampes vanuit
Sneek de groei echt te pakken.
In de jaren kort na 1900 heeft architect
Nicolaas Molenaar enkele opmerkelijke
winkelpanden voor deze textielmagnaten
gebouwd. Molenaar, leerling van Cuypers, is
vooral bekend als ontwerper van neogotische
kerken. Toen hij na onenigheid met de jezuïe
ten een deel van zijn opdrachtenportefeuille
kwijtraakte, kon hij naar zijn geboortestad
Sneek terugkomen om onder meer winkels
voor de manufacturiers te ontwerpen, in een
rijke neogotische of neorenaissancestijl. Maar
er waren in Sneek ook al architecten die met
ambitie in de vernieuwingsstijl werkten. Niet
echt art nouveau of Jugendstil, maar wel in
nieuwe vormen en met nieuwe materialen.
Folkert de Jong ontwierp enkele fantasievolle
winkelpanden, onder meer aan het
Schaapmarktplein. Door de witte en vrolijk
gekleurde verblendsteen vallen die nog steeds
op.
Buitengewone elegantie
Lodewijk de Blinde deed niet voor hen onder.
Deze in 1884 in Wemeldinge op Zuid-
Beveland geboren architect vestigde zich aan
het begin van de twintigste eeuw in Sneek. De
jongeman zette meteen zijn signatuur op de
stad door in 1901 aan het Julianapark tegenover
het station een lang blok etagewoningen - de
eerste van Sneek - te bouwen. Door vorm en
materiaalgebruik laten de woningen een
buitengewoon elegante variatie zien, die eerder
aan de Scheveningse boulevard past dan in een
provinciestadje. De Blinde ontwierp voor hij in
1912 naar Heerenveen vertrok vele woonhui
zen en bedrijfspanden, die vaak uitblinken door
verrassende vormen, een decoratieve aanpak en
gebruik van nieuwe, kleurige bouwmaterialen.
Met het woningblok aan het Julianapark is het
winkelmagazijn op de hoek van het Grootzand
en Leeuwenburg zijn belangrijkste Sneker
werk. Op deze centrale plaats in de binnenstad,
op een kruising van grachten en tegenover het
intieme Schaapmarktplein, stond het pand van
de joodse slager David de Groot. In 1907 is het
vervangen door een winkel met een heel andere
functie en met een opmerkelijke architectonische
Gestileerde ossenkoppen: de decoratieve
hoekbekroning van Magazijnen Leeuwenburg.
Van kerken naar winkels: Nicolaas Molenaar
is bekend van kerken. Toch bouwde hij in zijn
geboortestad Sneek ook winkelpanden, zoals
Grootzand 64.
oktober 2003