oktober 2003 Heemschut 13 oplopend. Lang hebben wij ons afgevraagd waartoe deze konden dienen. De verklaring kon niet anders zijn dan dat deze moet zorgen voor lichttoetreding. Door het herstel wordt dit opnieuw begrijpbaar. De toren is bekroond met een in nieuwe rode keramische lei gedekt tentdak. Samenspel opdrachtgever, architect en aannemer Uit het geheel, tot in elk detail, blijkt de subtiele benadering van architect Walter Kramer en de zorgvuldige uitvoering van aannemer De Bonth van Huiten en diens projectleider Jan Bouwens. Elk detail wordt uitvoerig besproken en afgewogen in de bouwvergadering, waaraan voor VGK wordt deelgenomen door de precieze adjunct-directeur dr. Jan Carel Bierens de Haan. Alleen zo kan een project als dit tot kwaliteit gebracht worden. Dat alles in een door uitvoerder Adri van Mook met veel liefde begeleid leerlingbouwplaatsproject. Immers, 'wil het restauratievak niet uitsterven, dan moeten we het ervoor overhebben om jonge krachten op te leiden, ook al kost dat wat', aldus directeur Caspar C.J.M. de Bonth. Zijn onderneming participeert in de Vakgroep Restauratie, die de vakopleiding voor aanko mende restauratiekrachten verzorgt. Herbouw van de zeshoekige toren? Uiteindelijk komt de vraag op of het ter wille van de symmetrie niet wenselijk zou zijn om de op de fundering na verdwenen zeshoekige toren6 met de eveneens verdwenen zuidvleugel opnieuw op te trekken. Dat is misschien leuk voor het silhouet maar strijdig met de opvatting die aan deze restauratie ten gronde ligt: 'herstel wat aanwezig is', waarbij het de bedoeling is om het belangrijkste - en voor Nederland onge kende - bouwhistorisch artefact 'de woontoren' geheel in het zicht te houden7. Dit is in over eenstemming met artikel 3 van het Charter van Venetië, dat onder andere als uitgangspunt noemt dat instandhouding en herstel van monumenten niet alleen het veiligstellen van het kunstwerk beoogt, maar ook van het histo risch document8. Aanpalende herbouw is daarmee in strijd. Daar komt bij dat volgens de vigerende restauratieopvatting een dergelijke herbouw ook in eigentijdse, nieuwe materialen dient te worden uitgevoerd, volgens het prin cipe - in de woorden van Coen Temminck Groll: 'Laat niet voor het werk van een ander doorgaan wat van jezelf is.' Een reconstructie zou een ernstige verstoring betekenen van de nu bereikte restauratiekwaliteit: 'het veiligstel len van het historisch document.' Wel is in de fase van de planvorming overwogen om op de nog aanwezige fundering van deze toren het muurwerk op te trekken tot even boven het maaiveld. Dat zou de contouren zichtbaar maken, waardoor een beter begrip mogelijk wordt. Deze benadering doet recht zowel aan 'de Grondbeginselen' van Kalf (1917) als aan het Charter van Venetië (1964)9. Ten slotte: dit artikel is bedoeld als een voort gangsverslag en beoogt informatie te geven over het restauratiewerk. Wij houden u op de hoogte van dit project waarvan niemand minder dan Fons Asselbergs ons 'de Urheber noemde, in zijn antwoord uitgesproken bij de in de aanhef genoemde presentatie. Een groter compliment is voor Heemschut nauwelijks denkbaar! Drs. J.J. Bollebakker is bestuurslid van Heemschut en voorzitter van de Provinciale Commissie Zuid- Holland. Van 1994 tot de opheffing daarvan in 2003 was hij lid van de redactieraad. Noten 1 Van Winter, Deel I, pag. 325; Deel II, Tabel Bib, nr. 19 (m.b.t. Van Hemert). 2 Heemschut1998, nr. 5, pag. 26-7. Het geslacht Van Hemert heerste op de burcht vanaf de stichting rond 1300 tot het overlijden van Joost van Hemert in 1497. Zie ook noot 1. 3 Ibidpag. 28. 4 Voor dit beraad waren onder anderen uitgenodigd D.J.G. Buurman, prof. drs. H.J.Jansen, ir.J. Kamphuis, Walter Kramer arch. BNA, prof. dr. J.G.N. Renaud en prof. dr. ir. C.L. Temminck Groll. Zie: Heemschut1998, nr. 5, pag. 30. 5 Heemschut, 2001, nr. 5, pag. 12, stelling 3. Deze stellingen zijn van de hand van de auteur van het artikel en dragen ten onrechte als opschrift de naam van dr. A. van Drunen, dit door een zetfout. Zie rechtzetting in Heemschut, 2 001nr. 6, en in Heemschut, 2002, nr. 1, pag. 13promotiestellingen dr.ir. A.H. van Drunen. 6 Kamphuis 1985, pag. 43, 47. Onderzoek Renaud 1960. PutB, de fundering van de zeshoekige toren. Bereikte diepte ca 1.50 m. 7 Janssen c.s. 1996, pag. 86. Woontorens zijn door gaans niet meer als zodanig herkenbaar doordat zij opgaan in latere toevoegingen. 8 Heemschut, 2002, nr. 2, pag. 9. 9 Kalf 1917, passim. Beide documenten formuleren onder meer uitgangspunten voor herstel en behoud. Literatuur Bollebakker, J.J.'De Noodklok over Kasteel Nederhemert'. In: Heemschut, 1998, nr. 5, pag. 25-33. Ibid. 'Kasteel Nederhemert een Bouwhistorisch Topmonument'. In: Heemschut, 2001, nr. 5, pag. 8-14. Ibid. 'Dilemma's bij bescherming'. In: Heemschut, 2002, nr. 2, pag. 7-10. Janssen, H.L., Kylstra-Wielinga, J.M.M., Olde Meierink, B. (red.); 1000jaar Kastelen in Nederland. Functie en vorm door de eeuwen heen. Utrecht 1996. Kalf, J.; Grondbeginselen en voorschriften voor het behoud, de herstelling en de uitbreiding van oude bouw werken. Leiden 1917. Uitgave: Nederlandsche Oudheidkundige Bond. Kamphuis, J.; Kasteel Nederhemert. Een oriëntatie op de bouwgeschiedenis. Delft Universitaire pers 1985 (afstu deerproject). Winter, J.M. van; Ministerialiteit en Ridderschap in Gelre en Zutphen. Groningen 1962 (academisch proefschrift). Reconstructie doorsnede traptoren: tekening J. Kamphuis 1985, pag. 285.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2003 | | pagina 15