32 Heemschut augustus 2003 Foto's Ernest Annyas, met dank aan Stadsherstel Amsterdam barokstijl. Dit is ontworpen door H.J. van den Brink, die ook de Utrechtse kathedraal aan de Lange Nieuwstraat neogotisch heeft 'aange kleed' met een decor dat inmiddels weer bijna geheel is verdwenen. Voor de Haarlemse 'pro- kathedraal' aan de Jansweg ontwierp hij een ciborium dat veel weg heeft van het exemplaar in De Duif. Boven de ingang werd in 1948 een gekleurd mozaïek aangebracht van de hand van pater W. Randag. Het geeft een Christusfiguur weer. Erboven leest men een tekst aangebracht in de periode van de bouw: In Loco Isto Dabo Parem' ('Op deze plaats zal ik vrede geven', Haggaï 2vers 9). Bedreigd, gekraakt, gered Er is weinig reden de geschiedenis van De Duif in de eeuw na de wijding in 1858 spectaculair te noemen. Het meest vermeldenswaard is wel dat de theoloog van wereldfaam G.C. van Noort als kapelaan en later als pastoor - na een profes soraat aan het Grootseminarie Warmond dat hij moest opgeven omdat hij slachtoffer was geworden van verdachtmakingen - aan de kerk verbonden was. In de jaren 1970 kwam De Duif echter, hoewel zij in 1969 Rijksmonument was geworden, terecht in een gevarenzone door een verande ring in kerkpolitieke inzichten. Als resultaat van onder meer verhuizing naar de buitenwij ken was inmiddels het aantal rooms-katholie- ken in de Amsterdamse binnenstad sterk verminderd. Dat bracht de kerkelijke autoritei ten tot de conclusie dat een reorganisatie van de zielzorg noodzakelijk was. Min of meer boven de parochies moest er een 'Citykerk' komen. Enkele kerkgebouwen wilden de autoriteiten sluiten. Op de lijst van af te stoten kerkgebou wen, die opgesteld lijkt te zijn zonder veel reke ning te houden met esthetische of historische argumenten, bleek spoedig ook De Duif te staan. Pogingen van parochianen en anderen die het gebouw als kerk wilden behouden om met het bisdom daarover in gesprek te komen, liepen vast. De Citykerk wilde kennelijk - het hoge woord moet er nu toch maar uit - 'geld zien', wat ook wel blijkt uit een, overigens mislukte, poging De Duif afgevoerd te krijgen als rijksmonument. Zo kon het gebeuren dat op 7 januari 1974 in De Duif de laatste viering plaatsvond onder verantwoordelijkheid van het bisdom Haarlem. De kerkgangers kregen echter een 'garantiebe wijs' uitgereikt dat er de volgende week weer een dienst zou zijn. Dat was inderdaad het geval. Onder auspiciën van een actiegroep die zich na enige tijd transformeerde tot een stich ting, bleef de kerk functioneren als een plaats waar de eucharistie werd gevierd en rouw-, trouw- en doopdiensten plaatsvonden. De kerk was in feite 'gekraakt' door een ad hoe gevormde gemeenschap zonder formele banden met het bisdom Haarlem. Dat bood alleen maar tegen werking: zo verbood het bisdom priesters in De Duif voor te gaan. Het gevolg was dat de groe pering die er bijeenkwam zich ontwikkelde tot een oecumenische basisgemeenschap, in haar eigen woorden: 'Een kerk die toegang biedt aan alle mensen, ongeacht maatschappelijke en religieuze achtergrond'. Mede om het onderhoud te kunnen financieren - hieraan was sedert de jaren vijftig niets meer gedaan - organiseerde de gemeenschap in de kerk spoedig ook andere activiteiten, zoals concerten op het Smits-orgel, dat ook de status van rijksmonument heeft. Bij de organisatie van deze evenementen kon het stichtingsbestuur steunen op een enthousiaste groep vrijwilligers, die ook graag bereid waren de handen uit de mouwen te steken als in en om de kerk geklust moest worden. De Phoenix herrezen Kon het stichtingsbestuur zorgen voor een verantwoorde exploitatie en het gebouw voor verder verval behoeden, tientallen jaren achterstallig onderhoud inhalen ging boven zijn krachten. Daarom zocht het rond 1990 contact met het Amsterdamse Monumenten Fonds (AMF), waarin de stichting aandeel houder werd. Het AMF kreeg in 1995 de gele genheid kerk en pastorie van het bisdom te kopen. Vervolgens nam het de dringend nodige restauratie ter hand, onder leiding van het architectenbureau Peters en Boogers. Daarbij lag de nadruk op constructief herstel, waarbij in het bijzonder aandacht werd gegeven aan de voorgevel en de achthoekige ruimte waarin het schip uitloopt en die wij misschien als 'viering', de meestal vierkante ruimte tussen het priesterkoor en het schip in een kruiskerk, mogen aanduiden. De verankering van de zandstenen platen waarmee de voorgevel is bekleed, verbeterde sterk door de vervanging van de doorgeroeste ijzeren ankers door exem plaren van kunststof. In de viering kreeg vooral de kapconstructie waar door lekken veel schade was ontstaan veel aandacht. Tijdens de restauratie zijn ook diverse voorzie ningen aangebracht die het gebouw beter geschikt maken voor multifunctioneel gebruik. Hierbij heeft het AMF soms gekozen voor originele oplossingen zoals het onderbrengen van een pantry met kapstok in een vroegere biechtstoel Het herstel van de wandschilde ringen is beperkt gebleven, voor een deel om financiële redenen, voor een ander deel omdat het soms gaat om meer lagen onder elkaar. Door die soms zichtbaar te laten kan de bezoe ker als het ware de geschiedenis 'meelezen' van deze duif die als een Phoenix is herrezen. Dr. Ph.M. Bosscher is oud-marineofficier. Hij publiceert op het gebied van kerk- en cultuur geschiedenis en is lid van de Provinciale Commissie Groningen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2003 | | pagina 34