Een duif als Phoenix
Ph. M. Bosscher
De redding van een Amsterdamse stadskerk
Toegegeven, soms is gekozen voor wel erg originele oplossingen,
zoals het onderbrengen van een pantry met kapstok in een
vroegere biechtstoel. Toch heeft de jarenlange restauratie De
Duif weer het karakter teruggegeven van het oorspronkelijke
ontwerp van Theodorus Molkenboer.
augustus 2003
Heemschut
31
Onder de Republiek
In 1578 sloot Amsterdam zich als één van de
laatste steden van Holland aan bij de partij van
de Prins van Oranje. Gevolg was onder veel
meer dat de rooms-katholieke Kerk 'onder
gronds moest gaan', zoals wij dat nu zouden
uitdrukken. Haar positie als 'publieke', door
de overheid gesteunde, kerk werd ingenomen
door de Gereformeerde, de huidige Neder
landse Hervormde, Kerk. De overheid verbood
openbare godsdienstoefening door alle andere
groeperingen.
Spoedig ontstond echter in Amsterdam een
situatie waarin het stadsbestuur tolereerde dat
niet-gereformeerden godsdienstoefeningen
hielden, mits dit gebeurde in gebouwen die van
buitenaf niet kenbaar waren als kerk. Het is
dan ook onjuist te gewagen van 'schuilkerken'.
Onder de Republiek wist iedereen waar de niet-
gereformeerden bijeenkwamen.
Zo kon het gebeuren dat in 1671 achter een
huis aan de Keizersgracht waar een katholieke
geestelijke woonde een inpandige bidplaats
werd gebouwd. Naar een gevelsteen boven de
ingang kreeg die de naam 'De Duif. Pastoor
Joannes Offerman, die in 1789 deze huiskerk
onder zijn hoede kreeg, was waarschijnlijk al
enige tijd op zoek naar grond voor de bouw van
een nieuw kerkgebouw toen hij begin februari
1795 aan de Prinsengracht een terrein kocht.
Daar had tot enkele maanden tevoren een
inmiddels afgebrande suikerraffinaderij gestaan.
De nieuwe machthebbers (kort tevoren was de
Bataafsche Republiek ontstaan) reageerden
zeer welwillend op zijn verzoek daar te mogen
bouwen. Eind 1796 kon de nieuwe kerk
worden ingezegend en gewijd aan de Heilige
Willibrordus, net als de eerste 'Duif. Later
kwam de naam 'Willibrordus binnen de Veste'
in gebruik, als tegenstelling tot 'Willibrordus
buiten de Veste': de Cuyperskerk in
Amsterdam-Zuid.
Kenbaar vanaf de straat
Het nieuwe kerkgebouw was kennelijk niet al
te degelijk geconstrueerd. Wat Thomas von
der Dunk in een recente studie aanduidt als de
'trotse koepeltoren' die het dak bekroonde,
moest al in 1837 wegens bouwvalligheid
worden afgebroken. Overigens was de nieuwe
Duif in Amsterdam de eerste kerk der 'room-
schgezinden' die als zodanig kenbaar was vanaf
de openbare weg. Dat zou niet de laatste
primeur zijn in de lange historie van deze
bidplaats.
In 1853 reorganiseerde Paus Pius IX diep
gaand het bestuur van de rooms-katholieke
kerk in Nederland. Vijf bisdommen werden
opgericht en vervolgens elk opgedeeld in
parochies. In Amsterdam ontstonden er
daarvan elf. Eén lag rond De Duif. De pastoor
daarvan werd ook belast met de zielzorg over
de gelovigen van diverse gesloten huiskerken.
Daardoor verdriedubbelde het aantal gelovigen
onder zijn hoede. Dat maakte nieuwbouw
noodzakelijk. Theodorus Molkenboer (1796-
1863) kreeg de leiding daarvan toevertrouwd.
Hij had reeds diverse kerken gebouwd in de stijl
van de omstreeks het midden van de negen
tiende eeuw populaire 'stucadoorsgothiek'.
Ditmaal koos hij de neobarok. Tussen januari
1857 en september 1858 verrees het nieuwe
kerkgebouw. Bisschop Van Vree wijdde dat
vervolgens in.
Het eerste kerkgebouw dat in Amsterdam tot
stand kwam na het herstel der bisschoppelijke
hiërarchie heeft een langwerpig grondplan. Op
een door galerijen geflankeerd schip sluit een
achthoekige ruimte aan die bekroond wordt
door een lage koepel. Daarachter liggen drie
rondgesloten koorpartijen met evenzoveel
altaren. Het gebouw is in de loop der jaren aan
buiten- en binnenkant verrijkt met diverse
versieringen. Zo wordt vanaf de jaren 1860 het
hoogaltaar overhuifd door een ciborium in