Jargon
Erf en opstal in Twente
Heemschut
21
huizen zijn nog intact en inmid
dels monument en ook is het
gebied gemeentelijk beschermd
stadsgezicht (in afwachting van
rijksbescherming). Het boekje
schetst de geschiedenis van de
wijken en is voorzien van vele
afbeeldingen. Aan bod komen de
stedenbouwkundige ontwikkeling,
de plannen van H.J. Hevelink sr.
en jr., de verschillende bouwstij
len, de architecten, opdrachtge
vers en bewoners.
UtrechtMatrijs, 2002. 64p.
ISBN90 5345 205 2. €9,95.
Monumenten in de provincie
Utrecht
Nieuwegein; geschiedenis en architec
tuur is een uitgave in de serie
'Monumenten-inventarisatie
Provincie Utrecht'. De serie
verschijnt onder eindredactie van
M.E. Stades-Vischer en dit deel
werd samengesteld door
A.M. Fafianie, R.E.T.M. Rijntjes
en M.P. Wiel.
Nieuwegein bestaat uit een nieuw
centrum en de oude dorpen
Jutphaas en Vreeswijk. Allereerst
wordt de historisch ruimtelijke
ontwikkeling van de gemeente
beschreven, met een overzicht van
de bebouwing, en tweehonderd
objectbeschrijvingen. Het boek
bevat vele foto's, tekeningen,
verschillende bijlagen en lijsten.
Dit deel is inmiddels de dertigste
uitgave in de zogenaamde 'gele
serie'.
Zeist, Uitgeverij Kerckehosch BV,
2002. 352p. ISBN90 7620 280 4.
€22,75.
Matthias Soiron
Van het Limburgs Geschied- en
Oudheidkundig Genootschap
(LGOG) ontvingen wij een
dubbel jaarboek, de nummers 136
en 137 (2000-2001). Het jaarboek
is gewijd aan Een bijzondere nala
tenschap; meubeltekeningen in de
albums van Matthias Soiron.
W.E.S.L. Keijser-Schuurman
stelde het samen. Soiron, afkom
stig uit een architectennest, was
meestermeubelmaker en meester
metselaar in Maastricht. Hij leefde
van 1748 tot 1834. Op latere leef
tijd heeft hij zijn tekeningen,
ontwerpen en schetsen gebundeld
in 26 folianten, waarvan de helft in
het bezit is van het Limburgs
archief. Elke foliant bevat zestig
bladen met tekeningen (ook
kladjes en schetsen) van de hand
van Soiron. De tekeningen zijn
zeer uiteenlopend, van puur archi
tectonische ontwerpen tot binnen
huisdecoratie (plafonds), hekken
en meubels en vooral ook kopieën
van meubelontwerpen. Zijn passie
was zijn vergaarde kennis over te
dragen op het nageslacht en hij
heeft zo gezorgd voor een unieke
collectie.
£cn bijzondere nalatenschap;
meubeltekeningen in de album:
van 'Mattfnas Soiron
De nalatenschap bevat belangrijke
informatie, niet alleen over
Soiron, en zijn werk, maar ook
over de tijd waarin hij leefde, over
het culturele klimaat en het maat
schappelijke leven van Maastricht
en vooral over de meubel- en
decoratiekunst in een periode
waarin deze tak van kunstnijver
heid een markante ontwikkeling
doormaakte. Na een groot aantal
inleidende en toelichtende hoofd
stukken over leven en werk van
Soiron, stijlen, meubelmakers
enzovoorts, worden er ook afzon
derlijke meubelstukken beschre
ven. Door de vele afbeeldingen in
deze uitgave is de bijzondere nala
tenschap van Soiron veel toegan
kelijker geworden.
Het boek is te bestellen bij het LGOG,
Postbus 83, 6200AB Maastricht.
Tel. (043)3212586, e-mail:
info@lgog.nl. Dubbeljaarboek €20
(exclusiefverzendkosten).
Naarmate de landbouw zich in de loop
der eeuwen ontwikkelde, verrezen op
het erf opstallen met specifieke functies,
zoals schuren, graanspiekers, bijenschu-
ren, bakhuizen en hooibergen. Deze
gebouwen waren vaak streekgebonden
en afhankelijk van de aard van het
boerenbedrijf. In Twente leek een
boerenerf op een klein dorp. Het Tös
hoes', het oertype van de Twentse boer
derij, hield tot na de Tweede Wereld
oorlog stand. Omdat dit type weinig
opslagmogelijkheden bood, ontstonden
extra opstallen.
Nadat de zoon het boerenbedrijf had
overgenomen bleef de 'oude' boer op
het erf wonen. Daartoe werd tegen de
voorgevel van de boerderij een uitbouw
gezet, de bovenkamer.
In de iemenschoer werden bijenvolkjes
gehouden. Vanaf het eind van de acht
tiende eeuw, toen de aardappelteelt een
enorme vlucht nam, ontstonden aard
appelkelders.
De schaapskooi en de potstal waren
meestal losstaand. Daar werd de mest
opgepot. De boeren zetten het vee op
plaggen of stro en verspreidden de mest
enkele keren per jaar over het land.
In het bakhuis bevond zich een oven.
De buurtgenoten maakten daar vaak
ook gebruik van. Later diende het
bakhuis soms tevens als zomerwoning
van het boerengezin. In de stookhut
werd het veevoer gekookt. De water
put ontbrak zelden op het boerenerf
evenals de moestuin. Deze werd vaak
met dahlia's omzoomd. Dahlia's zijn
gevoelig voor luis en houden de moes
tuin gedeeltelijk luisvrij.
De boeren tastten het hooi of op zolder
op of in de veiliger kapberg of stelten
berg (hooiberg). Deze heeft een kap, in
tegenstelling tot de hooimijt of rogge-
mijt. Hooi of rogge werd rond een paal
opgetast en afgedekt met een bescher
mende strolaag. In Twente heten ze
ook wel viemheupe (een viem is een
oogsteenheid). Soms werd er graan
onder de kapberg opgeslagen. Om de
muizen geen graantje mee te laten pik
ken omtimmerde men de palen gedeel
telijk met zink. Opslag specifiek voor
graan of koren wordt ook wel graan-
spieker of korenspieker genoemd.
Aan weerszijden van de oprit naar de
boerderij lagen soms dikke, hellend
geplaatste zwerfkeien, de zogenaamde
schampstenen. Dit om te voorkomen
dat een wagen van de oprit afgleed. Het
wiel schampte van de steen af en behield
de goede richting. Dergelijke stenen
zien we ook in poorten, ter voorkoming
van beschadigingen.
In de nabijheid van een boerenerf bevond
zich ook dikwijls een eikenbosje, met
eikengeriefhout. Dit eikenhout
gebruikten de boeren voor het onder
houd van huis, schuren en gereedschap.
Dit is slechts een willekeurige selectie
van op het Twentse boerenerf voorko
mende bijzonderheden. Veel van derge
lijke opstallen zijn inmiddels verdwenen
of verminkt. In Twente heeft men
helaas niet altijd voldoende oog voor
het bijzondere cultuurlandschap.
Literatuur
Hagens, H., Boerderijen in Twente
Utrecht, 1992.
(Een boek stampvol foto's uit vervlogen
tijden. Hagens zelfs noemt het een
afscheid van de oude Twentse boerderij
en erf).
Jans, J., Landelijke bouwkunst in Oost-
Nederland, Enschede, 1967.
Reacties en suggesties zijn welkom.
Deze zenden aan
redactie@heemschut.nl of per post ter
attentie van redactie Heemschut,
NZ Kolk 28, 1012 PV Amsterdam.
AMtC
N.B. Er is ook goed nieuws. De
Euregio laat de komende twee jaar in
Overijssel en de Duitse grensstreek
voor 4,9 miljoen euro zestien histori
sche monumenten restaureren, waaron
der boerderijen en schuren. Dit ter
bevordering van het grensoverschrij
dende toerisme.
Schampsteen.
augustus 2003