2003 het laatste jaar
van de boerderij?
Jan Derk Gerritsen
Noord-Holland anticipeert op vertrek van de boer
Het is het jaar van de boerderij. Niet van de boer. Straks zijn er
misschien niet eens boeren meer. Als eerste provincie ziet
Noord-Holland die sombere agrarische toekomst onder ogen.
Nieuw beleid moet voorkomen dat met het heengaan van de
boer ook het landschappelijk cultureel erfgoed teloorgaat.
Burgers en buitenlui
zonder boeren
12
Heemschut
Voormalige boerderij, tegenwoordig kaasboerderij voor toeristen, Hoge Dijk, Katwoude.
Foto Wil G.K. Tjoa, Edam.
Landbouwers, de bouwers van het land, hebben
Belvedere-beleid avant la lettre gerealiseerd.
Maar de ambitie om dat te blijven doen, is nog
nooit zo klein geweest. Dat is voor een deel te
wijten aan recente crises als de mkz of de vogel
pest. De weinigen die nog in de klompen
durfden te stappen, beginnen het vak als te
riskant te zien. Verregaande milieumaatregelen
maken het er voor hen niet leuker op. De
cultuurhistorische stoffering van ons Hollandse
landschap verandert daardoor. Boerderijen,
stallen, schuren, hooibergen, hekken, singels,
beplanting en vergezichten verliezen hun
functie, verkrotten of verdwijnen. Dat is al
langer aan de gang. In Noord-Holland alleen al
noteert de Boerderijenstichting een verlies van
ongeveer dertig historische stolpen per jaar.
Agrarische Bebouwing' - gestalte te geven?
Ze wil de kwaliteiten van het landelijk gebied
behouden en ook goede kansen voor nieuwe
functies in dat gebied ondersteunen. Daarbij
zijn de volgende doelen belangrijk. Ten eerste
mag de ruimtelijke kwaliteit niet worden
aangetast. Ten tweede streeft het VAB-beleid
economische vitaliteit na. Agrarische activiteit
kan in de visie van de provincie hand in hand
gaan met nevenfuncties die bestaanszekerheid
blijven bieden. Voorbeelden zijn recreatie en
toerisme (logeren bij de boer, bed and breakfast),
zorg (kinderopvang, zorgboerderij) of dienst
verlening.
Maar hoe om te gaan met een totaal nieuwe
functie op de bestaande locatie, als de boer zijn
bedrijf beëindigd heeft?
Boeren naast burgers en buitenlui
Hoe denktnu de provincie Noord-Holland het Jan Derk Gerritsen isp.r.-medewerker van
zogenaamde VAB-beleid - van 'Vrijkomende Heemschut Noord-Holland.
De provincie stelt algemene
voorwaarden aan bedrijvigheid die in de
plaats komt van de agrarische functie:
a. de nieuwe functie mag geen
belemmering zijn voor de naastgelegen
boerenbedrijven of woningen;
b. monumentale, cultuurhistorische en
karakteristieke bebouwing moet
behouden blijven en opgenomen
worden in het bestemmingsplan;
c. buitenopslag moet als 'verboden
gebruik' in het bestemmingsplan
worden vermeld;
d. de nieuwe functie moet aantoonbaar
geen onevenredig verkeersaantrekkende
werking hebben;
e. parkeerplaatsen moeten op het eigen
terrein blijven;
f. het voormalige agrarische bouwperceel
mag geen agrarische bestemming meer
krijgen.
Kleinschalige werkfuncties zijn beperkt
toegestaan:
a. bij vestiging in de bestaande bebouwing
met een vloeroppervlak van ten hoogste
650 nf;
b. bij inpandige opslag van grote omvang.
Ook maneges en paardenpensions
kunnen een groter oppervlak krijgen;
c. nieuwe bedrijfsgebouwen zijn alleen
toegestaan als minimaal eenzelfde
vloeroppervlak van de oude boerderij
wordt gesloopt.
Recreatie:
recreatief gebruik wordt alleen in de
bestaande bebouwing goedgevonden en
verder tot een totaal van zes eenheden,
die overigens niet mogen dienen voor
permanente bewoning.
NB De basis voor dit beleid ligt al vast in
het streekplan Noord-Holland-Zuid. In
het streekplan voor het noorden van de
provincie, dat nog moet worden
vastgesteld, wordt dit beleid ook
opgenomen. Een evaluatie ervan is
voorzien in 2005.
augustus 2003