Zeldamse Schippersherberg
Holtman verdient rijksbescherming
H. Reynders
Beleid gemeente Hof van Twente povertjes
In veel gemeenten stelt het monumentenbeleid niet veel voor.
Hun organisatie deugt niet, waardoor monumentale panden en
natuurhistorische terreinen niet beschermd worden. Treffend
voorbeeld is het dreigende lot van de Schippersherberg Holtman
in Zeldam. De eeuwenoude geschiedenis vermag niet tot enige
bescherming te leiden. Gelukkig is daar Heemschut-Overijssel.
juni 2003
Heemschut
13
Erve Holtman vanuit het zuidwesten gezien.
Foto's dr. H. Reijnders.
In de buurtschap Zeldam, voormalige
gemeente Ambt-Delden, nu Hof van Twente,
staat de eeuwenoude schippersherberg annex
boeren hofstede Holtman. Bouwkundig en
historisch het beschermen meer dan waard.
Sinds de 16de eeuw was Holtman bekend als
herberg en stapelplaats van goederen. De Regge
bij Goor was met deze herberg verbonden via
de Potlee, die verlengd was met een kanaaltje.
Twentse goederen (textiel, granen, boter)
werden vanaf Zeldam verscheept op zoge
naamde potschuvers naar Zwolle en andere
Zuiderzeehavens. Die naam ontleenden de
platbodem-vaartuigjes aan het handmatig
'voortschuiven' van de bootjes, omdat beken en
kanaaltjes vaak te ondiep waren om normaal te
bevaren. Vanuit het achterland werden onder
andere steengoed (Vreden, Stadtlohn) en
textiel, vanuit de Kop van Overijssel bakstenen,
dakpannen en hout aangevoerd. Enter, Rijssen,
Almelo en andere plaatsen hadden vergelijk
bare functies - er woonden bijvoorbeeld eind
18de eeuw nog ca 120 schippers te Enter. Vóór
1750 was het haventje bij de schippersherberg
Holtman de belangrijkste overslaghaven voor
Zuid-Twente. Uit het huisarchief van kasteel
Twickel blijkt dat bouwmaterialen werden
aangevoerd van Hasselt of Zwolle tot Zeldam.
Geveldetail met zandstenen Rozijn, zandstenen
vensterbank en onderluiken.
Hallehuis
Kortom, de locatie Holtman is van historische
betekenis voor de geschiedenis van de scheep
vaart in Twente, daar waar eigenlijk geen vaar
water was te vinden.
Het loont de moeite om ter plaatse te bekijken
wat er nog rest van deze schippersherberg. Het
is een Saksisch hallehuis met een steil opgaand
met pannen gedekt zadeldak. Aan de woonzijde
bevindt zich een zogenaamd wolfeind. en aan de
bedrijfszijde een steile houten topgevel. Het
gebouw dateert uit 1825, de verlenging uit
1930. Een gedeelte van de zuidgevel is van