Opgetutte boerderijen, boerderettes en boerderaars in Friesland Peter Karstkarel In het zo verstedelijkte Nederlandse landschap is het Friese land met een feestelijke confetti van boerderijen bestrooid. Een open landschap met overal prettige verstoringen van de vrije einder door boerenbedrijven. Tussen hemel en aarde vind je oranjerode daken temidden van donkergroene erfzomen. Het heeft veel schrijvende en schilderende poëten al tot grote hoogten opgejaagd. Maar die boom vol pruimen wordt geplunderd. Het boerenlandschap gaat in versnelde mate naar de knoppen, de klassieke boerderij dreigt teloor te gaan. Hoog tijd voor het Jaar van de Boerderij, dat voor 2003 op de agenda staat. december 2002 Heemschut 29 Een boerderij-achtig gedrocht tussen Ureterp en Siegerswoude. Sinds kort is er geen pijnlijker symbool voor de eenzijdige economische opbouw van Fryslan dan de klassieke boerderij, vooral de kop-hals- romp- en de stelpboerderij. Sinds de schoor steenpijpen van de ooit meer dan honderd zuivelfabrieken zijn gedoofd en gesloopt, is het bedrijvige silhouet van de provincie verschraald. Aan de marges van Fryslan zien we prikkelende kolossen van de scheepswerfbakken van Makkum, Lemmer, Stroobos en Harlingen en in de kern van Leeuwarden de kantoortorens van grote verzekeraars die vertellen dat Fryslan al lang in het post-agrarische tijdvak is aange land. De boerenbedrijven die voor nieuwe woon- en bedrijfsbestemmingen fiks worden aangepast, vertellen het verhaal op pijnlijke wijze. En nu, na concentratie en schaalvergroting van het boerenbedrijf en de dreigende teloorgang van de klassieke boerderij in het levendige land schap, is er geweeklaag alom. Maar niemand doet iets. In de Provinciale Staten is jarenlang gepraat over welk landbouwmuseum (er waren er drie) de prioriteit zou krijgen, zonder dat het tot inspirerende ideeën kwam. Dat er andere, eigentijdser methoden zijn om de historische rijkdom op een toeristisch-recreatieve manier te 'vermarkten', kwam niet bij de bestuurders op. Intussen gaat het boerenlandschap in versnelde mate naar de knoppen en gebeurt er van alles waardoor dergelijke kansen steeds verder om zeep worden geholpen: ingetogen boerderijen ondergaan bonte, urbane meta morfoses en wat erger is: het type 'opgetutte boerderij' wordt naar hartelust nageaapt in nieuwe 'boerderettes' en 'boerderaars'. Het verdriet Er zijn mensen die de kwaliteiten van het boerenlandschap koesteren. Tegen wil en dank hoor ik bij hen. Ik ken het verdriet: Fryslan dreigt een cultureel reservaat te worden van agrarische armoede. De tragiek is te pijnlijker, omdat het merendeel van liefhebbers dat zich over leeg komende boerderijen bekommert, niet weet om te gaan met deze rijkdom. Met de beste bedoelingen om de boerderij een nieuw leven te gunnen, veranderen zij met het in de Randstad vergaard vermogen het door hen bejubelde boerenlandschap. De ingetogen boerderijen worden op een romantische wijze geperforeerd en hun erven met allerlei uitheemse Schmuck opgedoft. De wijze historicus Gojfejensma heeft in recente publicaties herhaaldelijk overtuigend aangetoond dat de trotse Friese cultuur een mythe, een uitvinding, uit de negentiende eeuw is. Ik vrees dat het heerlijke Friese landschap met de trotse boerderijen in de eenentwintigste eeuw niet zo zeer een mythe, als wel een herin nering wordt, met een onherroepelijk verdwijnperspectief. Tenzij verantwoordelijke overheden en cultuurorganisaties te elfder uur de rug rechten en maatregelen nemen. Kansen om vitale aspecten in te zetten (en de fossiele daarbij voor lief te nemen) moeten worden benut. De romantische mythe krijgt sluipenderwijs vorm doordat de rurale gezelligheid in detaille ring met veel inzet en investeringen gestalte krijgt. Het üleboerd, een elegante en decoratieve daktopbeëindiging van traditionele waarde, wordt in veelvoud, te pas en te onpas, op daken en schuurdeuren geplakt. Alle lichtscheppingen krijgen ineens een fijne roedenverdeling, zelfs de ruw in de schuurwanden gebroken terra spuien. Alle boeiboorden en daklijsten worden in accolade-, fïligrain- of andere tuttige vormen gezaagd. Het komt minder voort uit wansmaak dan uit een misverstand. De romantische woonmagazines, de tuincentra, prijzen de Schmuck aan en de overheid en de daarmee samenwerkende adviesorganen zijn er nog steeds niet in geslaagd om een debat over 'hoe dan wel op een respectabele manier' op gang te brengen. In Fryslan lukte niet wat in het Zeeuwse al flink op gang is gekomen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2002 | | pagina 31