SRiEDGl 1 K mA*: Au. <jfl'W oktober 2002 Heemschut 7 '«Wi* Hotel Zeerust, gezien vanaf het strand. Reproductie litho van H.W.Last uit 1850. kleine, vervallen huisjes, was zonder meer schrijnend. Van moderne voorzieningen als electriciteit en een riolering was geen sprake. Jarenlang is Scheveningen een achtergebleven gebied van Den Haag geweest. Sanering vanaf 1917 In 1917 begon de gemeente Den Haag- Scheveningen is nooit een zelfstandige gemeente geweest en heeft altijd onder Den Haag geressorteerd - met de sanering van het oude dorp, een proces van slopen, (her)bouwen (Duindorp) en doorbraken (de Jurriaan Kokstraat), dat tot kort voor de Tweede Wereldoorlog voortduurde. Van Oud- Scheveningen werd weinig heel gelaten. De oorlogsjaren waren voor het 'Sperrgebiet Scheveningen' zeer zwaar. De meeste bewo ners werden geëvacueerd, onder andere naar Aalten en Winterswijk in de Achterhoek. Langs de Boulevard werd de vier meter hoge Adantik- wall gebouwd. De bezetter maakte op zijn eigen wijze gebruik van de hotels. Na de oorlog herstelde de badplaats zich aanvankelijk onder de bezielende leiding van de directeur van de Exploitatie Maatschappij Scheveningen (de EMS, die de meeste grote hotels in handen had), m.r. A. Adama Zijlstra, de 'onderkoning van Scheveningen' (1902-1982). Al spoedig werd echter pijnlijk zichtbaar, dat de oude glorieuze tijden definitief niet zouden terugkeren. In 1962 kreeg onroerend goed- magnaat R. Zwolsman het bij de EMS voor het zeggen en dat luidde de ondergang van de oude badplaats in. Met het chique uitgaans- en cultu rele leven, in 1965 wat rumoerig werd onder broken door een uit de hand gelopen optreden van the Rolling Stones in de Kurzaal, was het snel gedaan. Paul van Vliet deed met zijn ode's aan Zwolsmans kale kermiskust en de Noordzee het licht uit. Een voor een legden alle grote hotels het loodje, Hotel des Galeriesin 1972, het Grand Hotel in 1974, Seinpost in 1976, het Palacehotel in 1979 enzovoorts en maakten plaats voor appartementencomplexen. Kurhaus herbouwd Tegen het voornemen van de gemeente en Zwolsman om ook het Kurhaus te slopen rees echter zoveel protest dat dat niet lukte. Dat wil zeggen dat onder leiding van architect B. van Kasteel dit gebouw op het middendeel met de koepel na werd afgebroken en min of meer in dezelfde stijl werd herbouwd, zodat het huidige gebouw een sterke gelijkenis vertoont met het vorige Kurhaus. Het Gevers Deynootplein voor het Kurhaus werd eveneens volgebouwd met appartementen. Vanuit de landzijde gezien verdween de zee letterlijk uit het zicht. Tegen over het Kurhaus verrezen een megabioscoop en een casino met parkeergarage, waardoor ook het zicht óp het Kurhaus grotendeels werd weggenomen. Het Circustheater onderging onlangs een ware metamorfose en is nu een theater voor de succesvolle musicalproducties van Van den Ende. Een echte aanwinst voor Scheveningen is het enige jaren geleden naar een ontwerp van architect W. Quist nabij het Paviljoen Von Wied tot stand gebrachte museum Beelden aan Zee, dat de collectie van het echtpaar Scholten herbergt. Intussen ging ook de vernieuwing van het oude dorp door, wat net als in het geval van de herbouw van de badplaats op veel verzet van de plaatselijke bevolking stuitte. In 1970 kwam een bundeling van een groot aantal organisaties tot stand onder de naam 'Werkverband Opbouw Scheveningen' (WOS) om een tegen wicht te bieden tegen de gemeentelijke sloop- en vernieuwingsplannen. In toenemende mate verzette de Scheveningse bevolking zich tegen wat men beschouwde als de dictatuur van het Haagse stadsbestuur dat, zo meende men, te veel de nadruk legde op de toeristische ontwik keling met alle gevolgen van dien en té weinig oog had voor het Scheveningse eigen en de belangen van de Scheveningers. In 1998 kwam de Politieke Partij Scheveningen met drie zetels in de Haagse gemeenteraad en werd een lid van het College speciaal belast met het behartigen van de Scheveningse problemen, Flatgebouw Nieuw Soetenburgh op de plaats, waar eens Hotel Rauch stond. Links het Scheveningse Vrouwtje. Op de achtergrond de Oude Kerk. Foto Hans Nieuwenhuis.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2002 | | pagina 9