oktober 2002 Heemschut 39 hij nauw bij de Surinaamse monumentenzorg betrokken, waarvoor hij in 1993 door president Venetiaan werd onderscheiden met de Orde van de Palm. Hij was in Suriname op uitnodiging van het architectenbureau Tjin A Djie voor een bouwhistorisch onderzoek van het presiden tieel paleis. In overleg met Temminck Groll en UNESCO werd in 1993 aan ir. W.B.Jf. Polman opdracht verstrekt om een nieuwe restauratie voor te bereiden. De grote vraag: wat was nu de destabiliserende factor die tot toenemende scheefstand leidde? Aan het woord is Temminck Groll: 'De ontwerper van de kathedraal, frater Harmes, had wel bouwkundige ervaring, maar geen opleiding. Een kathedraal met hoog middenschip gaf hem een probleem, dat hij niet kon voorzien. Wanneer de beuken even hoog zijn, houden de horizontale krachten elkaar in evenwicht. De bovenbouw van een hoog middenschip heeft door zijn gewicht de neiging de zijbeuken opzij te duwen. Op lange termijn zou dat gevolgen hebben. Op mijn foto's uit 1962 is het uitbuigen al waar te nemen, en als zoiets eenmaal begint, gaat het in versneld tempo verder. Vanouds werden in de steen architectuur deze spatkrachten opgevangen door steunberen en luchtbogen. Een houten gebouw zou stabiel kunnen zijn, wanneer er sterke, dóórgaande houten stijlen zijn. Bij deze kathedraal lopen de stijlen niet door, ze bestaan uit een stapeling van elementen. Daar waar het ene deel op het andere rust kan geen horizon tale kracht worden weerstaan, zo'n punt gedraagt zich als een scharnier.'' Zijn voorstel kwam in het kort hier op neer: - Spandraden met wartels op halve hoogte van de binnenruimte aanbrengen en voorzichtig de zijbeuken naar elkaar toe trekken. Men bedenke dat houtconstructies zeer flexibel zijn. - De plafonds boven de zijbeuken door het aanbrengen van diagonalen tot horizontale liggers maken (tussen torens en dwarsschip). Vervorming is dan niet meer mogelijk. - De eerste spandraden zouden dan weer verwijderd kunnen worden. Deze ter plekke bedachte visie werd achteraf geheel gesteund door de in grote houtconstruc ties gespecialiseerde collega's aan de T.U. Delft. Braziliaans advies Temminck Groll: 'Men heeft echter gekozen voor een advies uit Brazilië - een land zonder houten kerken. Dit ging uit van het naar binnen drukken van de wanden van de kerk vanuit zware betonblokken, waarvan er overigens al een spoedig verzakte.' Polman spreekt zelfs van een tikkende tijdbom: 'Elk separaat stel van kolommen en dakspant was in feite onstabiel geworden. Het geheel werd bij elkaar gehouden door een complex spel van balken, spanten en schoren in horizon tale richting, 'opgehangen' aan een stabiele toren en een minder stabiel transept.' IRANStPr Doorsnede. Hoofdconstructie. Aangegeven scharnierpunten. Schets: C.L. Temminck Croll (1989). Hoewel het zeer sterke groenhart als houtsoort is toegepast voor de constructie, is die zo fragiel dat de bij het ontwerp gemaakte fouten wel voor problemen met de gevelwanden moesten gaan zorgen. Polman: 'Naast het wijken door spatkrachten bleek met name bij het koor de constructie ook nog eens te torderen. Op enkele punten rustte de kap nog slechts twee centimeter op de wanden. Het geheel dreigde te imploderen.' Steigers droegen een trekconstructie aan de einden van het dwarsschip. Twee ruimtelijke vakwerken ter plaatse zorgden ervoor dat de vervormingen zich niet konden ontwikkelen. Toen men vervolgens (juli 1995) aan het eigen lijke aandraaien van de wartels begon, om het oude verband te herstellen, bleken de pen-en- gat verbindingen overal gebroken. Het werk werd gestaakt. Consolidatie Er kwam hulp. Met 300.000 van een Neder landse Stibeka wist men niet alleen de consoli datie te financieren, maar ook een nooddak te bekostigen. Polman over dat nooddak: 'Klassieke leien houden het ook in de tropen zon goed, maar wegen wel wat. De deels toe gepaste kunststofleien zijn verweerd en laten regenwater door. Bovendien is bij een eerdere restauratie het dakbeschot van de kruising in 4 a 5 cm dik hardhout uitgevoerd, met een totaal gewicht van 8 a 10 ton, een belangrijke oorzaak van de scheefstand. Minder dakgewicht zou het rechtzetten aanzienlijk vergemakkelij ken. Tenslotte zouden dan boven de zijbeuken horizontale liggers kunnen worden aangebracht, door tussen de spanten schoren als drukstaaf te plaatsen om de stabiliteit van het gebouw als geheel te garanderen.' Het Bisdom Suriname dreigt het tegenover de kathedraal gelegen voormalige klooster van de Interieur met steunconstructies. Foto: auteur (2001). redemptoristen te verkopen. De multifunctio naliteit en rendabele exploitatie van het kerkge bouw komen door het wegvallen van deze grote logiesgelegenheid in gevaar. Daarmee komt een van de belangrijkste voorwaarden van de Europese Unie voor de beschikbaarstelling van gelden op losse schroeven en verdwijnt de uitvoer van de tweede fase van de restauratie in een tropische mist. De in dit Petrus Dondershuis geplande restauratieopleiding voor jongeren is daardoor inmiddels van de baan. En terwijl het dak lekt, de tinnen orgelpijpen als ballast in de netten van vissers dienst doen en de in de kerk begraven zalige Peerke Donders de adem inhoudt, vieren de termieten een feestje. Met dank aan: Prof. C.L. Temminck-Groll, ir. W.B.J. Polman en pater J. Vinkenbtirg CssR. Drs. M. Bakker is archeoloog en architectuurhisto ricus te Heemstede. Sam.en met drs. Olga van der Klooster en de uitgeverij van het Koninklijk Instituut, voor de Tropen werkt hij aan een boek over het Surinaamse culturele erfgoed. Literatuur Volders, J.L., Bouwkunst in Suriname, Hilversum 1966. Temminck Groll, C.L. e.a., De architectuur van Suriname 1667-1930, pp.85-90, Zutphen 1973. Polman, W.B.J.Adviezen inzake conservering en restauratie van de Sint Petrus en Patdus Kathedraal te Paramaribo, Paramaribo 1993-2002. Snijders, A., Kerk barstensvol blunders, Utrechts Nieuwsblad 15-01-2001.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2002 | | pagina 41