Heemschut feliciteert jubilerend
Stadsherstel Den Haag
L. van der Meule
Hart voor de stad gekoppeld aan zakelijke realiteitszin. Ziedaar
het perfecte mengsel om als maatschappij Stadsherstel na een
kwarteeuw van redden en herstellen zozeer in te lopen op
negatieve ontwikkelingen, dat het eigen succes je dwingt in meer
dan een opzicht het vizier ruimer in te stellen. Doorgaan in een
groter gebied en het redden van anderssoortige gebouwen: de
jubilerende NV Stadsherstel Den Haag en Omstreken stapt vol
ondernemingslust de tweede kwarteeuw binnen.
oktober 2002
Heemschut
27
Maar liefst drie van de oprichters waren lid van
'Heemschut': de heren Voorhoeve, Molhuysen en
Sijthof''hadden' dus al iets met monumenten.
Het strekt hen tot op de dag van vandaag tot
eer, dat ze de achteruitgang van de Haagse
binnenstad niet alleen met woorden maar ook
met daden te lijf zijn gegaan.
Minstens twee van hen hadden hun wortels in
het bedrijfsleven en wisten heel goed dat de
tering steeds naar de nering zou moeten worden
gezet, wilde hun actieplan kans van slagen
hebben. Stadsherstel Den Haag was en is zeker
idealistisch van aard, maar de Hollandse koop
mansgeest wordt niet verloochend: ook de
winstgevendheid wordt in het oog gehouden.
Het hoofddoel in 1977 was het tegengaan van
de leegloop en de daarop volgende sloop in de
Haagse binnenstad. Men hoopte de neer-
Voormalige kosterswoning, in 1994 door
Stadsherstel verbouwd tot café-restaurant.
Foto Fernando van Teijlingen.
waartse spiraal te doorbreken van wegtrek
kende bewoners en afhakende middenstanders,
waardoor het wonen dan weer onaantrekkelij
ker werd enzovoorts.
Het eerste succes
Ondanks de terughoudendheid uit de Haagse
samenleving en de aanvankelijke onzekerheid
bij de oprichters - het moest allemaal nog maar
gaan uitpakken zoals men het voor ogen had -
ging men aan de slag. Men begon in het oude
grafelijke dorp, even buiten het Binnenhof. Een
sfeervol stukje Den Haag met oude, smalle
straatjes waar leegstand en verwaarlozing
eerder regel dan uitzondering waren. Een hele
rij panden in de Oude Molstraat werd opge
kocht en met rijkssubsidies voor bewoning
geschikt gemaakt, met winkels op de begane
grond.
De straat leefde er zichtbaar van op. En zoals
het wel meer gaat; wanneer één schaap over de
dam is volgen er meer. In het gebied tussen
Gravenstraat, Noordeinde en Prinsenstraat
volgden meer restauraties, niet altijd door
Stadsherstel zelf maar wel geïnspireerd door
het goede voorbeeld. Het was precies het effect
waarop de oprichters gehoopt hadden.
De handen verder uit de mouwen
Dat de eerste klap een daalder waard was, maar
ook een forste krachtsinspanning betekende in
allerlei opzicht, blijkt wel uit het feit dat het
bijna tien jaar zou duren voor een nieuw
project, deze keer aan de Lange Beestenmarkt,
op stapel werd gezet. Geheel in lijn met de
oorspronkelijke bestemming werd hier een
oude distilleerderij nieuw leven ingeblazen.
Men stookt er zelf geen likeuren meer, maar er
zijn wel allerlei heerlijke dranken en wijnen te
koop. In de verre omtrek is in dit gebied een
dergelijke zaak niet te vinden, hij voorziet echt
in een behoefte in de stad. Op de bovenverdie
pingen wordt gewoond.
Daarna ontstaat een vrijwel jaarlijkse herhaling
van aankopen, restaureren, opleveren, verhu
ren en weer aankopen. Het gaat inmiddels om
meer dan honderd woningen en enkele tiental
len bedrijfspanden, veelal winkels en kleine
werkplaatsen, die op deze wijze van de slopers
hamer zijn gered en aan een tweede jeugd zijn
begonnen. Den Haag vaart er wel bij, ook
vanwege het hierboven al aangestipte, positieve
sneeuwbaleffect.