Het aanzien van Honselaarsdijk Mieke Jansen 'Wij sijn nae Honslaersdijk in waegens eens gereden. Om door het huys, den tuyn en diergaert te gaen tredenWie nu naar Honselaarsdijk in het Westland komt vlakbij Den Haag, heeft flink wat verbeeldingskracht nodig om zich in de omgeving van drukke wegen, kassen en de bloemenveiling een buitenverblijf voor te stellen met royale tuin en diergaarde. Of beter gezegd: een naar Hollandse begrippen imposant lustslot, dat hier in het tweede kwart van de zeventiende eeuw werd gebouwd en bijna twee eeuwen in stand bleef. 14 Heemschut Het lustslot verrees op de plaats van een uit de middeleeuwen stammend slot, dat eerder door prins Maurits (15 67-162 5) werd gebruikt en waarvan zijn halfbroer Frederik Hendrik (1584- 1647) in 1612 eigenaar werd. Dankzij zijn aandelen in de VOC en niet minder zijn aandeel in oorlogsbuit kon de prins zich de kostbare nieuwbouw, inrichting en tuinaanleg veroorloven. Daarbij werden gerenommeerde Hollandse en Franse architecten, tuinontwer pers, schilders en beeldhouwers ingeschakeld: onder anderen /b ent van 's Gravesande, Pieter Post, Jacob van Campen, André Mollet, Simon de la Vallée, Gerard van llonthorst en Anus Quellinus. Met Honselaarsdijk als buitenver blijf, jachtslot en kunstgalerij onderstreepte Frederik Hendrik zijn toegenomen status. Hij en zijn opvolgers ontvingen hier tal van belang- Maquette van Paleis Honselaarsdijk, tweede helft 18de eeuw, 84 x 146 x 45 cm. Foto B. Grishaaver, 1996. gebeeldhouwde lijst.' Hoe bezienswaardig Honselaarsdijk was, blijkt onder meer uit twee 17de-eeuwse reisverslagen. De Italiaanse broers Guido en Giulio De Bovio doen in 1677 verslag van een bezoek aan Honselaarsdijk. Ze waren onder de indruk van de tuinen: de grote tuin grenst aan het paleis en bestaat uit verscheidene zeer voorname compartimenten; midden in staat een fontein, met acht beelden van verguld lood verfraaid, en aan iedere zijde staan op gelijke afstand twee andere fontei nen...-' Daar was dan ook een Franse specialist aan te pas gekomen, de fonteinier en grottier Joseph Dinant. Een uitvoerige beschrijving van het paleisinterieur is te danken aan Zweedse arch i tect Nicodemus Tessinjrdie het Westland aandeed op een studiereis in 1687. Honselaarsdijk bestaat niet meer, maar het exterieur kennen we dankzij verschillende teke ningen en prenten, waaronder de prachtige gravure van Floris Balthasar van Berckenrode, die een duidelijk heeld geeft van de situatie rond 1640. Toen Frederik Hendrik in 1647 overleed was Honselaarsdijk bepaald nog niet af. De voorgenomen bouw van de voorvleugels ging niet door, maar afwerking, inrichting en aan passingen werden voortgezet in opdracht van de volgende eigenaren, prins Willem II en koning-stadhouder Willem III. Vervolgens eiste de Pruisische koning Frederik I (1656-1713), zoon van Frederik Hendriks oudste dochter Louise Henriëtte, Honselaarsdijk op. Hij verbleef er in 1702 enkele dagen, liet een nieuwe oranjerie bouwen en benadrukte zijn aanspraken door rijke gasten, onder wie de Franse koningin Maria de Medici in 1638 en de Engelse koningin Henriëtte Maria in 1642. Het paleis, eigenaren en bewoners In 1621 werd met de bouw van het nieuwe Honselaarsdijk begonnen. Hoewel rekeningen over de eerste tien jaar geen naam van een architect vermelden, is Franse invloed in de bouwstijl onmiskenbaar. Uit bewaard gebleven archiefstukken en vooral dankzij inventarissen uit 1707, 1713, 1719 en 1755-1758 is veel bekend over het interieur van het paleis en de schilderijen die daar hingen. De schilderijen raakten verspreid en het enige dat nog rest van het meubilair van de koning-stadhouder uit Honselaarsdijk is een spiegel, een groot gevaarte in een met lofwerk en cherubijnen oktober 2002

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2002 | | pagina 16