36
Heemschut
augustus 2002
Voorgevel van het Korenmetershuisje naar een
tekening van C. Lamberts uit 1816.
(foto Gemeente Archief Amsterdam)
Korenmetershuisje te restaureren, wat ook
gebeurde tussen 1896 en 1898. In het trappen
huis hangt nog steeds een gedenksteen,waarop
melding wordt gedaan van deze restauratie:
'Gebouwd voor het Gild in 1620. Gedeeltelijk
tot Brandweer Kazerne ingericht in 1873. Door
de Gemeente aan het Gild teruggegeven in
1898. Hersteld door de Commissie v.d.
Graanhandel
Jansen heeft het gebouw gerestaureerd volgens
de toen geldende restauratie-denkbeelden en
technieken. Hierbij is gekozen voor een 'recon
structie' van de toestand van 1620. Natuurlijk
was deze reconstructie een 19de eeuwse opvat
ting van hoe het gebouw er uit moet hebben
gezien in het begin van de 17de eeuw. De
restauratietekeningen van 1998 bevinden zich
in het archief van de Bouw- en Woningdienst.
Oorspronkelijk had het gebouw kruiskozijnen
met luiken en glas in lood ramen. Deze werden
geleidelijk aan vervangen door roede ramen.
Vervolgens werden schuiframen aangebracht.
Deze schuiframen zijn op de tekening van
G. Lamberts te zien. In 1898 werden de schuif
ramen vervangen door houten kruiskozijnen
met aan de onderkant luiken. Boven de midden
dorpel zijn glas in lood ramen met gebrand
schilderde decoraties. De dakkapellen en de
schoorstenen zijn toen ook gerestaureerd en van
dakjes voorzien. Jansen heeft in het interieur
een nieuw trappenhuis laten maken en de
wanden van het trappenhuis laten betegelen. De
zolderverdieping is vervolgens betimmerd en in
een drietal vertrekken verdeeld: een kamer met
een schouw voor de overlieden, hiernaast een
gangetje en de kamer voor de boekhouder en
aan de oostkant een zolderruimte. De wanden
van de boekhouderkamer zijn inmiddels bij de
huidige restauratie van het interieur wegge
haald. Een grote ruimte is hierdoor ontstaan en
zal door de Bond Heemschut als vergader
ruimte worden gebruikt. In dit vertrek zijn nog
twee originele beschilderde kastdeurtjes,
waarop een voorstelling van de korenzetters en
de korenmeters is afgebeeld met het opschrift:
'D: Cooren-.setters' en 'D: Coore-.meeters'.
De hoofdverdieping is hoogst waarschijnlijk
altijd in tweeën verdeeld geweest. Aan de west
kant bevond zich in 1898 de zaal van de koren
meters en -wegers; en aan de oostkant een
kamer voor de gereedschappen. De koren
dragers hadden een kleine ruimte in de kelder.
Tot de beginjaren '20 heeft het gebouw dienst
gedaan als Korenmetershuisje. De Commissie
voor den Graanhandel was in 1857 opgericht en
functioneerde als belangenbehartiger van de
graanhandel in Amsterdam, verrichtte arbitrage
en gaf adviezen aan burgemeester en wethouders.
Tevens hield zij toezicht op het gebruik van de
stadsgebouwen en eigendommen, ten behoeve
van de graanhandel en had zij het onderhoud
van de korenmeters en korenzetters in handen.
In 1875 werd besloten dat het graan niet meer
gemeten, maar gewogen moest worden. Er werd
een Corporatie der korenwegers opgericht.
Deze Corporatie was de voortzetting van het
oude gilde. Echter er ontstonden allerlei moei
lijkheden tussen de korenwegers, korenmeters
en de graanhandelaren. Dit leidde tot een
scheiding der wegen. In 1921 is de Corporatie
der korenwegers en korenmeters opgeheven.
Nederlands Persmuseum
Het Korenmetershuisje is in 1921 opnieuw
eigendom van de Gemeente Amsterdam
geworden. In 1898 heeft de Gemeente het
gebouw teruggegeven aan het Gild, zoals wij op
de gedenksteen kunnen lezen. Op 1 februari
1924 vond de officiële opening plaats van het
Nederlands Persmuseum door Burgemeester
W. de Vlugt. Het Korenmetershuisje heeft tot
1949 dienst gedaan als Persmuseum. Vervolgens
is in 1950 het bureau van de Vereniging de
Amsterdamse Haven in het pand gevestigd.
Vanaf 1967 zetelt de Bond Heemschut in dit
371 jaar oude gebouw.
Restauratie interieur
Het interieur van het Korenmetershuisje is
gerestaureerd door Architectenbureau Prins met
als aannemer Kneppers te Amsterdam. Het
gebouw is van binnen geschilderd. Een aantal
19de eeuwse scheidingswanden is inmiddels
gesloopt. In de kelder kwam een nieuwe toilet
groep en het keukenblok van de lunchruimte is
hersteld. Verder is een nieuwe keldertrap ge
maakt. De Rijksdienst Monumentenzorg heeft
een kleurenonderzoek verricht. Hieruit is te
voorschijn gekomen dat in de 17de eeuw gebruik
gemaakt is van meerdere tinten Bentheim. De
kleur Bentheim kent verschillende gradaties van
gebroken wit tot een vrij donkere zandsteen-
kleur. In de 18e eeuw is het houtwerk houtkleu-
rig geschilderd. Vervolgens zijn in de tweede
helft de 19de eeuw meerdere tinten olijfgroen
gebruikt. Thans is het houtwerk aan de binnen
zijde glanzend gebroken wit geschilderd.
Restauratie exterieur hard nodig
Uitwendig moet zowel aan het Korenmeters
huisje als aan de N.Z. Kolk nog veel gedaan
worden. Hopelijk zal de gemeente Amsterdam,
de eigenaar van dit pand, op korte termijn de
buitenkant restaureren. Het metselwerk is erg
vies en moet op een aantal plaatsen opnieuw ge
voegd worden. De beide stoepen zijn bouwvallig
en het houtwerk moet nodig geschilderd worden.
Drs. S. Bakker is kunsthistorica te Amsterdam.